- Al vlug werd het jongenspensionaat te klein. Er moest een ruimere school opgetrokken worden.
* Waar zou er gebouwd worden?
Bij de oude kerk aan de Dender, of in de omgeving van het nieuwe gemeentehuis in Pamel-centrum, of op Ledeberg? Uiteindelijk contacteerden enkele 'invloedrijke personen' (1) (= (onder)pastoor Van Eyndhoven?) hertog de Lévis-Mirepoix, eigenaar van de kapel en van de omliggende (beboste) gronden, die toeliet er een parochieschool op te bouwen. (De grond bleef en de school werd wel zijn eigendom!) In het najaar van 1880 werd in de
'Lippekesweide' (langs de huidige Dr Roosensstraat) kleiaarde gekeerd, waaruit in de lente van 1881 de stenen werden gevormd, daarna gedroogd. In juni voerden of droegen vele vrijwilligers de stenen de steile helling op, naar de Kapelleweide, waar ze werden gebakken. Daarop werd er in snel tempo gebouwd want de drie klassen moesten tegen het begin van het schooljaar, in oktober klaar zijn (3).
* Waar het geld vandaan halen?
Bijkomend moest er 'gebedeld' worden. Een oud-Pamelaar schonk 1000 fr, ... en hertog de Lévis-Mirepoix betaalde 4000 fr voor het timmerhout. Maar vooral waren er de vele vrijwilligers, zodat b.v. de stenen maar 5 fr per duizend kosten.
------------------------------------------------------------------------
(1) Hier wordt telkens pastoor Van Eyndhoven aangehaald, zoals hij het schreef in zijn memoires; in archief van de parochie Pamel.
(2) Daar Adolf Van Tricht en Frans Tondeurs op de volgende vergaderingen afwezig bleven mochten ze daarna niet langer lid zijn.
(3) - Volgens Pastoor Van Eyndhoven:
* 'In de maand juni, wanneer de velden bezaaid en beplant waren, kwam dagelijks een verse ploeg boerenjongens, 20 tot 30 in getal, met kruiwagen en hond, de kareelstenen naar boven voeren. Dit werk begon 's morgens omstreeks 3 uur en duurde tot tegen de middag. 's Namiddags werd een nieuwe troep werkers, mannen van goeden wil, gevraagd om de volgende dag te beginnen: zo had men op ongeveer drie weken tijd 250000 kareelstenen naar boven gevoerd.'
*
Hertog de Lévis Mirepoix wou wel het timmerhout van één klaslokaal betalen, maar uiteindelijk werd hem de rekening van het timmerhout van de ganse school voorgelegd. 'Hij vond de rekening van bijna 4000 fr wel wat overdreven maar toen hij de school ging bezoeken en daar ongeveer 400 kinderen rond hem zag geschaard, die hem hulde en dank brachten, was hij zeer tevreden en hij drukte zijn ontroering uit, zeggende dat hij nooit een gift had gedaan, die hem zoveel genoegen had verschaft.'
- Volgens Petrus De Schepper (1863-1931), uit de Pilter; in archief van de parochie Ledeberg:
'Voor de scholen werd de steen gevormd in de weide nevens Th. De Troyer. Met 3 moesten ze den steen bovendragen. E.H. Pastoor trakteerde: een druppel voor wie 100 steen boven droeg. Hij (Petrus) deed het tot halverwege, dronk den druppel, zette er 50 af en ging voort.
Vanaf 3 u 's morgens tot 10 u 's avonds werkte men aan de school. Soms waren er wel 50 menschen aan 't werk. Alles was voor niet. De Pastoor trakteerde met toebak, enz.
Drie schoollokalen werden gezet (welke nu verhoogd).
Gaven er school voor jongens en meisjes samen: D'Hoe Daniel, Joannes De Troyer (nu te Evere) en François Kestens (nu bij Hal).'