Verkoop van gebouwen, gronden gelegen in Pamel, ooit toebehorend aan de heren/vrouwen van Pamel |
|
Vooraf
Als oudste zoon erfde Henri de Merode van zijn ouders (1) o.a. in Pamel enkele gebouwen, maar vooral vele gronden. In 1806 trouwde hij te Parijs met Louise Jeanne de Thésan (1787-1862). In 1845 schonk hij 60 fr voor de vergroting van de kapel op Ledeberg.
Het was dochter Marie Joséphine de Merode (1820-1899) die in 1847 de familie eigendommen in Pamel erfde. Ze trouwde in 1844 te Parijs met de Franse hertog Adrien de Lévis Mirepoix (1820-1886).
Zoon Charles François Henri de Lévis Mirepoix (1849-1915) erfde de Pamelse goederen. Hij trouwde in 1883 te Parijs met Henriette Catherine Marie de Chabannes La Palice (1861-1931).
Tenslotte kwam hun dochter, Charlotte Félicité Philomène de Lévis Mirepoix (1887-1978) door erfenis in bezit van de gebouwen en gronden. Zij trouwde in 1927 te Hyères met Joseph François Jules de La Forest –Divonne (1896-1975).
Meermaals is de Pamelse geestelijkheid, vooral pastoor Van Eyndhoven, bij de familie de Lévis Mirepoix gaan aankloppen: in 1850 voor de aankoop van de Sint-Gaugericusklok in de kerk van Pamel, in 1880 voor de bouw van de parochieschool op Ledeberg, in 1894 voor de verlenging van de huur ervan, in 1899 voor de bouw van de nieuwe kerk, in 1904 voor gebrandschilderde glasramen in de kerk.
Niet verwonderlijk dat de wapenschilden van de families de Merode en de Lévis Mirepoix werden verwerkt in de glasramen, achter het hoofdaltaar van de kerk van Pamel.
|
|
..... .........
de Merode .....................................de Lévis Mirepoix
|
|
Verkoop
Omstreeks 1860 bezat de familie de Lévis Mirepoix in Pamel, volgens nummer 1116 van de legger in de Atlas van Popp, 85 ha 46 a 77 ca grond, verdeeld over 72 percelen. Die toestand bleef ongewijzigd tot in 1921 Charlotte Félicité Philomène de Lévis Mirepoix alle percelen, met uitzondering van gronden en gebouwen op de Kapelleweide (2), verkocht voor notaris Michiels van O.-L.-V.-Lombeek (3): het kamgeleeg rond en met de hoeve, een zestal percelen rondom de molen, de grote kasteelwarande tussen de Lange Kamstraat en de Gootjesstraat, de Borchstat over de Dender, weiden op Kriebrug, percelen op Kaaitvaart, Puttenbergbos, Nattemeers, Berchembos en een reeks kleine akkers.
|
|
------------------------------------------------------------------
(1) Guillaume Charles de Merode en Marie Joséphine d’Ongnies.
(2) Pastoor van Eyndhoven had de hertogin kunnen overtuigen kapel, pastorie/kluis, klooster en school niet te verkopen, maar te schenken, wat in 1923 ook gebeurde.
(3) Zij liet zich vertegenwoordigen door haar zaakvoerder Goelens uit Meerbeke.
|
|
|
|
|