Burcht 'over' de Dender (1) |
|
Waar?
Aan Het Schuit (langs de voetweg Koeistraat) naar beneden, rechts vlak over de Dender lag ‘eenen dachwande mersch gheheeten de borchtstat’, waarmee wordt aangegeven dat er vroeger op die plaats een burcht heeft gestaan.
|
|
|
|
Het meers lag tussen de Dender en een Denderarm, ‘omloep' genoemd, later verworden tot een gracht. Nabij de Borchstat lag ook het Molenbiest, dichtgeslipt weideland begroeid met biezen, verwijzend naar een vroegere watermolen. (2)
Motteburcht?
Waar de burcht heeft gestaan is er nog steeds een ringvormige depressie zichtbaar (indien niet overwoekerd), die in regenperiodes vaak onderloopt. Binnen de ring zijn er nog ‘lidtekens’ merkbaar van de wal/gracht.
|
|
|
|
Allicht stond de burcht op een met mensenhanden opgeworpen motte, met gracht-wal versterkingen. Het was een betrekkelijk kleine motte met aan de basis een doorsnede van vermoedelijk ca. 35 m, met gracht(en) en wal erbij ca. 70 m. Het is gissen naar de hoogte: met een steilte van 60° en een hoogte van 2,5 m, respectievelijk 6 m zou de plateaudiameter 32 m of 28 m hebben bedragen en de plateau-oppervlakte 804 m² of 616 m². (3) (4)
Waarschijnlijk was de burcht een vooruitgeschoven bruggehoofd van Brabant t.o.v. Vlaanderen, behorend tot de Denderlinie uit de hoogfeodale periode. (5) Was de burcht alleen een donjon? of waren er meer gebouwen? Stond er in de omgeving een herenhoeve en/of een neerhof en trok men zich terug in de burcht wanneer het onveilig was? Geen enkel document releveert het ons. (6)
Bewoners?
Ze zijn niet gekend!
Vanwege de ligging, van het leenhof Ninove of van de heerlijkheid Okegem, zou je denken.
Omwille van de verbondenheid echter van het Pamelse leen met de overzijde van de Dender, die uit latere akten blijkt, waren zij waarschijnlijk voorzaten van de heren van Ledeberg/Pamel. Zo lag volgens een Brusselse schepenbrief uit 1391 de Pamelse heerlijkheid ‘aan weerszijden van de Dender’. (7) Meer bepaald was de meers van de Borchstat tot in de 20e eeuw eigendom van de erfgenamen van de Pamelse heren. Bovendien was de burcht vanuit Pamel te bereiken via een wed in de Dender (8) vanwaar de weg verder liep naar o.a. het hof te Riehove (even voorbij de huidige Okegemse visvijvers), feodaal afhankelijk van de heren van Ledeberg/Pamel en zeker nog in 1251 kerkelijk ondergeschikt aan Pamelse moederkerk. (9) Dus ook een kerkelijke verbondenheid met de overzijde, mogelijk mede een bewijs dat dit gebied oudtijds een brok was van het oorspronkelijke leen.
Wanneer?
Wanneer de burcht werd opgetrokken is niet geweten. Allicht was ze (deels?) in de 11e eeuw nog bewoond. Heeft de toenmalige heer alsdan, toen de Vlaamse graven het gebied tussen Dender en Schelde inpalmden, de burcht verlaten en is hij verhuisd naar de Ledeberg omdat hij Brabander wou/moest blijven? (10) (11)) Werd de burcht in die woelige periode verwoest? |
|
-------------------------------------------------------------------------
(1) Andere domaniale gebouwen in Pamel waren: de burcht op de Ledeberg, de kasteelhoeve aan de Oudekerkweg, het kasteel in de Kammeersen en het Kasteeltje aan de Nattemeers.
(2) R.A.G., Abdij Ninove. archiefstukken uit 1394, 1400, 1466.
(3) Paul Daem: ‘Mottes langsheen de Dender’, Bachelorpaper, K.U.L. 2011, p. 57.
(4) Op basis van archiefstukken uit 1654 en 1747 situeert H. Vangassen in ‘Geschiedenis van Ninove, Deel I, p. 56, een heuveltje in de onmiddellijke buurt van de Borchstat. Was het een overblijfsel van de motte op de Borchstat zelf? Dan was die toen nog niet afgegraven.
(5) J. Verbesselt: 'Het Parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13e eeuw', deel XXIII, Koninklijk Geschied- & Oudhiedkundig Genootschap van Vlaams-Brabant, 1991, 572 p. Aldaar p. 276.
(6) Er loopt een mondelinge overlevering als zou er een onderaardse gang zijn tussen de Borchstat en het kasteel in de Kammeersen. Uiteraard pure fantasie.
(7) A. Wauters: ‘Histoire des Environs de Bruxelles’ Deel I, p. 288.
(8) Later kwam er een brug.
(9) J.J. De Smedt: ‘Corpus Chronicorum Flandriae’, deel II, nr CCXIX.
(10) Hij heeft ook zijn watermolen naar de Brabantse zijde overgebracht, naar K(r)iebrugge.
(11) Ook volgens J. Verbesselt is de toenmalige heer in die tijd verhuisd naar Ledeberg, maar meer omdat toen de functie van bruggehoofd was opgeheven. o.c. (noot 5).
Volgens een ‘erratum’ in ‘Rausa’ van februari 2019 zou door het bestuderen van luchtfoto’s duidelijk zijn ‘dat de Borchstad op de rechteroever lag en dus aansloot op het dorp. Door rechttrekking en/of kanalisering kwam de site op de huidige linkeroever terecht.’ Dan zou het nog aannemelijker zijn dat de bewoners voorzaten van de heren van Ledeberg/Pamel waren.
We hebben onze twijfels, ook nadat we kaarten van het verloop van de Dender hebben bekeken, en wachten verder onderzoek af! Misschien Is er verwarring tussen Dender en Denderarm de 'omloep'? |
|
|
|
|