|
Zusters Franciscanessen
Klooster (Kloosterstraat/Lostraat) (1)
|
|
[Oorspronkelijk één klooster in Borchtlombeek, later ook kloosters in Sint-Kwintens-Lennik en Eizeringen. Hier gaat de aandacht uitsluitend naar het klooster te Borchtlombeek/Strijtem.] |
|
1. Kloostergemeenschap |
|
Op vraag van haar neef, pastoor Schellens van Borchtlombeek, stemde zuster Antonia Schellens, moeder-overste van de Franciscanessen-penitenten erin toe in Borchtlombeek een klooster te stichten, dat zij ‘Sint-Joachimdal' noemde. (2) Samen met 10 medezusters uit verschillende kloosters vertrok zij op 26/27 (3) oktober 1839 uit Herentals en kwam op 28 oktober, 's avonds aan in Borchtlombeek. ‘Hun schamele voorraad was gestapeld op twee karren. [Waarop slechts plaats was voor twee zusters.] De nacht moet biezonder koud zijn geweest. In de archieven staat te lezen dat er slechts een paar dikke mantels voorhanden waren, om beurten gedragen door de zusters terwijl ze naast de kar liepen. ... Bij hun aankomst in Borchtlombeek werden de zusters met vreugde ontvangen door de geestelijke en wereldlijke overheid. Ze werden naar de parochiekerk geleid waar een plechtig Tantum Ergo werd gezongen.' (4) Vanuit de kerk gingen ze naar een leegstaand klooster. Daar beschikten ze ‘slechts over het weinige huisraad dat door hen zelf werd meegebracht. Het was dan ook niet te verwonderen dat de zusters lange tijd een armoedig bestaan leden.' (4)
In 1840 telde de kloostergemeenschap in Borchtlombeek al 14 zusters. Dat aantal groeide naar 18 in 1844-1849, zelfs 19 in 1850, kende een kleine dip tot 13 in 1853, om dan weer te stijgen tot 18 in 1856-1862, tot 20 in 1863, tot 30 in 1876. Van 1876 tot 1918 woonden er tussen de 30 en 37 zusters, met als uitschieters de jaren 1894, 1905-1907 toen er 38 zusters vertoefden. In 1919 verminderde het aantal zusters tot 28, bleef tussen 1920 en 1923 hangen op 29, om daarna te schommelen tussen 28 en 21. In 1948 telde de kloostergemeenschap opnieuw 30 zusters, maar toen vertrokken er 5 zusters naar het klooster in Sint-Kwintens-Lennik, zodat er nog 25 zusters in het klooster te Strijtem woonden. De jaren nadien bleef hun aantal toch boven de 20 schommelden. Evenwel ... geen intredingen meer, wel overlijdens; de kloostergemeenschap verkleinde: 23 in 1981, 21 in 1989, 20 in 1993, 16 in 1999, 13 in 2005, 8 in 2014, 7 in 2017.
De zusters kwamen voornamelijk uit de provincies Antwerpen, de (huidge) provincie Vlaams-Brabant en ... van over de Nederlandse grens. Slechts 4 zusters waren geboortig van Strijtem, 1 van Borchtlombeek en 1 van Pamel.
Bij haar aankomst klopte de toekomstige zuster op de kloosterdeur en vroeg ‘Moeder mag ik binnenkomen?’ en na een ‘ja’ van de overste trad ze in het klooster. Na enige tijd ontving zij als postulante het kloosterhabijt en minstens een jaar later sprak zij als novice haar kloostergeloften uit (5) en werd dan als zuster opgenomen in de kloostergemeenschap. De levenswijze was er streng, volgens regels in 1843-1856 gedetailleerd beschreven in de statuten, o.a.:
- Al wat de postulanten meebrengen, moet aan de Overste afgegeven worden. Zij zullen er zich niet verder mee bekommeren, maar aan de Overste laten, om ermee te doen zoals zij het goedvindt.
- De zusters mogen in hun cel niets hebben dan een Crucifix met enige godvruchtige beeldekens, boekjes en brevier om het officie te lezen.
- De zusters zullen gekleed slapen, niet op pluimen bedden, maar op matrassen, met genoegzaam deksel tegen de koude; ...
- Men wekt ’s morgens om 5 uur; de zusters zullen zich allen naar het koor begeven en samen het morgengebed lezen om half zes. ...
- De dagen dat er ’s morgens geen vlees is, zullen de zusters die het nodig hebben, een ei mogen nemen met de toelating van de Overste.
- De zuster die te laat komt in het officie, zal haar schuld spreken in de refter en penitentie doen volgens de fout.
- De dagelijkse silentie zal onderhouden worden: voormiddag van half negen tot half twaalf; namiddag van half twee tot drie uur; ...
- Wanneer men iemand uitlaat, mag men niet verder meegaan dan tot binnen aan de deur.
- Een of twee zusters mogen met de leerlingen gaan wandelen als zulks noodzakelijk is.
- De zusters die buiten het klooster moeten gaan om de ene of andere reden, mogen nergens gaan dan daar waar hun plicht hen roept. Zij zullen trachten zohaast mogelijk terug in het klooster te zijn.
- Al de brieven, gestuurd naar de zusters, zullen opengedaan en gelezen worden door de Overste, die dan, volgens haar goeddunken, de brieven zal afgeven ofwel houden.
Rond de eeuwisseling van 1900 werd er gesleuteld aan de statuten [o.a. het beperken van het silentium, het afschaffen van het vleesderven op maandag], wat uiteindelijk resulteerde in de constituties of regels van 1931. Kardinaal Van Roey schreef toen: ‘Uw vroegere Constituties waren in verscheidene bepalingen ofwel verouderd geraakt, ofwel niet meer overeenkomstig met de voorschriften van het Kerkelijk Wetboek. Gij hebt die met zorg herzien en aangepast, zonder nochtans iets van de franciscaanse geest, waarmee ze doortrokken zijn, prijs te geven.’
Maar ook nadien mochten de zusters niet naar hun familie voor een bezoek of een begrafenis. Ook zaten de zusters als ze bezoek kregen, in de spreekkamer nog altijd achter traliewerk. Maar het onderwijs der leerlingen, de contacten met ouders, het volgen van cursussen, de veranderende tijdsgeest, ... geleidelijk kwamen meerdere regels onder druk en versoepelde de toepassing ervan, vooral na 1950. Vanaf 1957 mochten de zusters wel naar huis als vader of moeder berecht was en in 1960 was er geen traliewerk meer in spreekkamers van het nieuwe klooster. ‘Vernieuwingen’ die in 1983/1988 werden opgenomen in nieuwe constituties.
Binnen dit kader van leefregels en godsdienstige oefeningen leefden de zusters tussen 1839 en 1930 grotendeels zelfvoorzienend. Zij naaiden, herstelden, wasten en streken, onderhielden de gebouwen, wroetten in de groententuin, werkten op de boerderij waar koeien, varkens en kippen liepen, plukten het fruit, wat voorbehouden was aan de jonge zusters, bakten en kookten. Bovendien bestuurden zij een buitenschool, gaven er les. Ook beheerden zij ‘dag en nacht’ een pensionaat. Elke zuster had haar specifieke taken zodat de gehele bedrijvigheid als geolied draaide.
De omschakeling in 1930 naar de zorg en het onderwijs voor meisjes met een beperking vergde uiteraard aanpassingen die echter dankzij de integratie in de kloostergemeenschap werden opgelost. |
|
wasserij-------------------------------------------------------------------------------bakkerij (6) |
|
Er waren zusters die wasten en kuisten, zusters die om de twee dagen brood bakten, zusters die het middagmaal bereidden, zusters die een Franstalige cursus voor buitengewoon onderwijs volgden, zusters die bij spel en ontspanning samen met de kinderen speelden op de speelplaats of in de feestzaal, zusters die de kinderen in bed stopten ... zusters die deze en nog andere taken onbezoldigd deden. (7) (8) Gelukkig konden na de erkenning in 1931 door het Ministerie van Onderwijs, leken-onderwijzeressen benoemd worden, die ook hielpen na de klasuren bij de opvoeding en de zorg van de kinderen. Maar tot in de jaren (19)70 bleven de zusters overal aanwezig, in functie of als vrijwillige medewerkster. Intussen hadden evenwel vele leken al taken overgenomen en nieuwe ingevuld, trend die zich de jaren nadien verder zette. Zo vertrouwden de zusters in 1980/1981 de verschillende directiefuncties toe aan leken. Meerdere zusters bleven toen nog in functie in het instituut, andere waren er nog behulpzaam, maar naarmate de jaren vorderden zochten ze geleidelijk aan de [verdiende] rust in hun klooster. In 1995 ging ook zuster Myriam, de laatste zuster nog in dienst te Borchtlombeek, met pensioen.
Ondertussen had de congregatie al bewust het beheer van de door haar opgerichte instellingen overgedragen aan vzw’s. Toch stelde ze in 1997 nog: ‘De relatie tussen de congregatie en de instellingen moet gebaseerd zijn op autonomie van de partners en met respect voor hun eigenheid. De congregatie wenst betrokken te blijven bij de door haar gestichte werken. Haar rol situeert zich voornamelijk op het vlak van de christelijke en franciscaanse waarden. De aanwezigheid van de zusters in de raden van beheer blijft aangewezen.’ (9) In 1995/1999 werden ook de gebouwen van de instellingen door erfpacht toegewezen aan de vzw’s.
Opvallend, er werd in het klooster vaak gevierd: plechtig bij de intrede, de inkleding, de geloften van de zusters, later vrijmoediger bij hun zilveren, gouden, diamanten en platina kloosterjubileums. Ook de verkiezing van de overste was een plechtig moment. Maar er waren eveneens de ‘grote’ vieringen: het 50-jarig bestaan van het klooster in 1889, het 100- jarig bestaan in 1939 [in aanwezigheid van kardinaal Van Roey], 150 jaar klooster in 1989, het 175-jarig bestaan in 2014, de voorstelling van het boek ‘Zusters Franciscanessen 1839-2014’ in 2017 [in aanwezigheid van kardinaal De Kesel]; evenals 50-jaar MPI in 1980 [in aanwezigheid van kardinaal Daneels] en ook de feestelijke inhuldigingen van nieuwe gebouwen.
Intussen woonden de zusters nog dagelijks de mis bij in de kapel, volgde elke zuster jaarlijks een retraite en gingen er zusters op bedevaart [o.a. in 1993 naar Assisi].
In 1995 kreeg het klooster ook een eigen ingang en huisnummer aan de Lostraat. Daar wonen heden [2017] nog enkele bejaarde zusters in franciscaanse betrokkenheid met elkaar, wat meer afgescheiden dan vroeger, van wat de congregatie sinds 1839/1930 verwezenlijkte. |
|
Gedenkplaat bij de voordeur van het klooster:
Laudato Si...
Ooit kwamen tien vrouwen in bruin habijt,
hun armoede op karren geladen.
Ze zongen het Zonnelied van Franciscus
Laudato Si...
Mateloos mild heelden hun handen kinderleed
en van ouders de onmacht om te aanvaarden.
Vraagt een mens zich af waar ze de krachten haalden.
Hun antwoord ligt in de woorden van hun lied,
Laudato Si...
In ieder jaargetijde broeder zon zijn, zuster maan
en sterren helder als nederig water.
En vuur zijn, het licht van moeder aarde.
Vele jaren later ligt over het Pajottenland
een weldoend web van zonnestralen.
Maurits van Liedekerke |
|
Op 20 december 2018 besliste de Roosdaalse gemeenteraad het ereburgerschap toe te kennen aan de ganse kloostergemeenschap voor de inzet van de zusters voor het buitengewoon onderwijs en voor de uitstraling die ze erdoor aan de gemeente gaven. |
|
1.1. Oversten |
|
Om de drie jaar verkozen door de zusters en steeds herverkiesbaar.
oktober 1839 - 31/8/1851: Van Cauthoven Anna Maria, zuster Victoria
september 1851 - 29/9/1852: Swinkels Joanna Elisabeth, zuster Bernarda
oktober 1852 - 12/11/1896: Van Heyst Maria Antonia, zuster Paschalia
19/11/1896 - 23/8/1911: Steppé Maria Christina, zuster Maria Deodata
24/8/1911 - 28/2/1918: De Baerdemaeker Angelica Henrica Catharina, zuster Margaretha
30/4/1918 - 17/4/1932: De Meersman Leonie, zuster Maria Josepha
10/5/1932 - 13/7/1966: Joly Maria Agnes, zuster Francisca
14/7/1966 - okt. 1990: Jansen Pauline, zuster Agnes
okt. 1990 - 27/10/1999: Voet Marietta, zuster Christina
28/10/1999 - ...: Laurijsen Ludovica, zuster Myriam
|
|
1.2. Aalmoezeniers |
|
Ook directeur/bestuurder/rector genoemd: inwonende priester die door het bisdom werd aangesteld,
met
een voornamelijk geestelijke taak.
1839 - 1843: Van Tulder Leonardus
1849 - 1/12/1868: Eyckmans Cornelius
23/1/1869 - 16/6/1875: Langewouters Livinus
6/10/1875 - 4/7/1883: Martens Gerardus
5/7/1883 - 3/8/1897: Tielemans Edmond
12/4/1898 - 11/6/1900: De Bie Louis
23/6/1900 - 20/4/1910: Stoffels August
21/4/1910 - 10/5/1938: Van Aerden Joost Kamiel
22/6/1938 - 18/7/1955: Mettens Egied José, norbertijn (Werd al sinds 2/5/1955 vervangen door pater Mertens, die bleef tot een nieuwe aalmoezenier werd aangesteld.)
30/1/1956 - 3/4/1968: Vleeschouwer Victor
1968 - 1979: de Kroon Hein, montfortaan
1980 - 15/2/1986: Van Vreckem Jan
juni 1986 - 2006: Engelen Jozef
2008 - 11/6/2013: Mostin Jean-Baptist. Hij was de laatste aalmoezenier.
|
|
2. Gronden, gebouwen, inrchting, ... specifiek voor de congregatie in Borchtlombeek/Strijtem |
|
1839
Eerste klooster, op 28 a 13 ca [vroeger van de Apostolinnen] aan de [huidige] Kloosterstraat te Borchtlombeek, geschonken door Joanna Catharina Agnes van Overstraeten, weduwe Claes (10).
In een feestlied uit 1939, geschreven ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van het klooster, werd zij herinnerd:
'Vrouwe Claes, zeer braaf van leven,
Had in haar bezit een huis,
Met veel water, bosch omgeven
En dat leek aan eene kluis.
Gaarne zou zij dat schenken voor
Een klooster of abdij
Doch wie durfde er aan te denken
Wonen in de woestenij:' (11)
1842
Aankoop van een ‘meers’ van 43 aren nabij het klooster. In de loop der jaren kochten de zusters in de omgeving gronden en huizen op. Rond 1900 was er zelfs een schenking van 50 a door pachter Josephus Heyvaert en zijn echtgenote Josephina Claes. Een laatste aankoop deden de zusters nog in 1987: een woonhuis aan de Lostraat met hof en boomgaard, 16 a 70 ca groot. Zo groeide het kloosterdomein in Strijtem en Borchtlombeek tot 63 ha 59 a.!
18/6/1878
Wijding van de torenklok, toegewijd aan Sint-Franciscus.
Voor 1900
Oude kapel
|
|
(12) |
|
1935-1938
Vergroten van de kapel, met eveneens de bouw van een sacristie. Er werd toen ook een nieuw altaar geplaatst.
[in 1941 een nieuw orgel, in 1945 een nieuw Mariabeeld]
Het klooster werd eveneens vergroot, waarbij de zusters een nieuwe studiezaal [recreatiezaal] kregen. |
|
|
|
maart-oktober 1937
Aanleg van kerkhof in de kloostertuin.
[waarop het jaar nadien ook een calvarieberg kwam]
Aalmoezenier Van Aerden werd er als eerste begraven. Voordien werden alle zusters begraven op het [ontruimde] kerkhof rondom de kerk in Borchlombeek.
1938-1939
Bouw van een woonhuis voor de aalmoezenier, aan de overzijde van het klooster aan de Kloosterstraat [nu nr 12]. |
|
foto 2017 |
|
8/11/1941
Toewijding van het klooster aan Onze-Lieve-Vrouw.
Symbolisch werden elk jaar op deze dag de sleutels van het klooster plechtig neergelegd bij haar beeld.
1/6/1947
Geweldige storm met grote waterschade tot gevolg.
1954
Renoveren van de cellen van de zusters tot kamertjes.
Bouw van een nieuwe grot in de kloostertuin [ter vervanging van de meer dan een halve eeuw oude grot].
Voor 1960
Grote ontvangstkamer
|
|
(13) |
|
1957-1960
Bouw van een nieuw klooster en nieuwe kapel (14) [architect Vijverman uit Denderleeuw], waardoor ook ... een nieuwe hoofdingang van het klooster aan de Lostraat (1) (15)
Inzegening op 25/6/1960.
|
|
Hoofdingang met twee mozaiekbeelden: O.-L.-Vrouw en Sint-Franciscus.
|
|
Stilistisch mooi, zo ook van kleur, zijn de 10 glasramen in de kapel [ontwerper Marc De Bruyn, glazenier Cyr. Los]. |
|
|
|
Tussen 1960 en 1965 |
|
Links onderaan is het oude klooster en de oude kapel met torentje duidelijk te zien, meer in het midden duidt een tweede torentje aan waar de nieuwe kapel staat. |
|
1965-1967
Afbraak hoofdingang en spreekkamers van het oude kloostergebouw, ook van de bakkerij en van stallingen.
1976-1977
Verdere afbraak van het oude kloostergebouw, de oude kapel en sacristie. (16)
1993-1995
Bouw van nieuwe vleugel waarbij de hoofdingang van het klooster werd verplaatst langs de Lostraat (nu nr 177).
Ingebruikneming op 5/4/1995, inzegening op 14/8/1995.
|
|
3. Oprichten, sluiten van instellingen door de congregatie in Borchtlombeek/Strijtem |
|
1840
Start van een ‘buitenschool', en kort nadien een kostschool met pensionaat.
1929
Opheffen van de kostschool met het pensionaat.
1930
Oprichten van een 'gesticht' of beter een 'Medico-Pedagogisch Instituut' dat uitgrroeide tot het 'Medisch Pedagogisch Centrum' Sint-Franciscus.
Eerste klasje waarop meerdere klassen volgden; school voor Buitengewoon Basisonderwijs.
1965
Nu ook Buitengewoon Secundair Onderwijs.
1967
Terugtrekken van de zusters uit de 'buitenschool'.
1975
Beslissing van de congregatie om Home Zonnelied op te starten. (17)
[In gebruikname van de gebouwen in 1980.]
|
|
|
|
-----------------------------------------------------------------------
(1) In 1960 verhuisde de hoofdingang van de Kloosterstraat in Borchtlombeek naar de Lostraat in Strijtem en behoorde het klooster aldus niet meer tot Borchtlombeek maar kwam onder Strijtem.
(2) Al de kloosters van zuster Antonia werden 'dal' genoemd, verwijzend naar 'in het dal, bij het gewone volk'.
(3) Beide data worden genoemd.
(4) René De Wever e.a.: ‘In de voetsporen van Sint-Franciscus', M.P.I. Sint-Franciscus, Roosdaal, 1990, 158 p. Aldaar p. 9.
(5) Vanaf ca. 1920 eerst de tijdelijke geloften en enkele jaren nadien de eeuwige geloften.
(6) Luc Van Liedekerke e.a.: 'Zusters Franciscanessen Sint-Joachimdal 1839-2014', 2017, 231 p. Aldaar pp. 156, 158.
(7) Ze kregen wel enige tegemoetkoming van het Ministerie van Justitie(!). En om nog wat bij te verdienen, breiden de zusters op grote breimachines kousjes en bloesjes, niet alleen voor de kinderen van het ‘gesticht’, maar ook voor de mensen uit de streek.
(8) Er was ook nog de buitenschool!
(9) Hoe lang nog?
(10) Zij was de jongste dochter van burgemeester Johannes van Overstraeten en getrouwd met Guillielmus Claes. Voordien had zij ook bijgedragen tot de bouw van de nieuwe pastorie van Borchtlombeek.
(11) Luc Van Liedekerke e.a.: o.c. (noot 6). Aldaar p. 127.
(12) Luc Van Liedekerke e.a.: o.c. (noot 6). Aldaar p. 58.
(13) Luc Van Liedekerke e.a.: o.c. (noot 6). Aldaar p. 74.
(14) Ook een nieuwe vleugel voor het MPI.
(15) Nu nr 175 en hoofdingang van het MPC.
(16) Ook de 'buitenschool'.
(17) In
1950 waren de zusters in Sint-Kwintens-Lennik al Home Zonnestraal opgestart.
|
|
|