boomstructuur: startpagina >
AZ-index > artikelindex D > artikel


de Wyels Emiel

Dom Franco de Wyels, van 1951 tot 1962 abt van de abdij van Affligem
 


foto 1960

 

Emiel de Wyels werd geboren te O.-L.-V.-Lombeek op 18 augustus 1884 (1) (2).
Nadat hij lager middelbaar onderwijs had gevolgd aan het Klein Seminarie te Hoogstraten (3), trad hij, zestien jaar oud, op 10 september 1900 binnen in de abdij van Affligem, op 23 september ontving hij het monnikshabijt en werd hij Franco genoemd. Op 5 oktober 1901 legde hij de tijdelijke geloften af. In 1902 vertrok hij naar Rome, studeerde er in Sant'Anselmo, de pauselijke hogeschool der benedictijnen, promoveerde in 1905 tot doctor in de filosofie, in 1909 in de theologie. Meertalig geworden sprak hij Nederlands, Frans, Latijn, Italiaans, Duits en Engels. Intussen had hij op 7 oktober 1904 de plechtige geloften afgelegd en was hij op 18 augustus 1907 priester gewijd.
Teruggekeerd in Affligem werd dom Franco medewerker aan Kerkelijk Leven (4), al vlug redacteur (5), ook hoofdredacteur van het Liturgisch Tijdschrift en aldus was hij een van de pioniers van de Liturgische Beweging in Vlaanderen en Nederland.
Nog jong zijnde werd dom Franco op 18 mei 1912 tegen 'wil en dank' (6) benoemd tot prior van de abdij.
Gemobiliseerd in 1914 kwam hij in oktober, met het zich terugtrekkende Belgische leger, achter de IJzer terecht. Eerst brancardier, bracht hij gewonde soldaten naar de medische hulpposten, hielp gedode soldaten begraven. Ook als aalmoezenier bij de Karabiniers, aangesteld in december 1914, was hij zijn soldaten in de frontlijn nabij (7), ervoer hij de verschrikkingen van de oorlog, bij hem bij wijlen verzacht door de voordelen van toen priester te zijn en van te behoren tot de hogere kringen van het leger (8). Wanneer de omstandigheden het toelieten droeg hij dagelijks de mis op, maar voerde ook gesprekken met atheïstische of anders-gelovige officieren. Soldaten en officieren waardeerden hem. Als brancardier, aalmoezenier vertoefde hij meermaals in het ‘rustkantonnement' Alveringem waar hij Cyriel Verschaeve ontmoette die er kapelaan was. Beiden waren onstuimig van karakter, maar dom Franco was toch gematigder Vlaams, meer aanleunend bij Frans Van Cauwelaert (9).

 


Als jonge prior droomde dom Franco van de stichting van een benedictinessenabdij in de schaduw van Affligem en begon al onder de oorlog meisjes te rekruteren, die hun vorming eerst kregen in de abdij te Dourgne om dan in 1921, 'ver weg' van Affligem in Heide-Kalmthout een nieuwe stichting te beginnen, Maria Mediatrix.
In de eigen abdij was dom Franco intussen in 1919 naast prior ook novicemeester geworden. (10) Met een groep begaafde en geestdriftige novicen wou hij gestalte geven aan een nieuw abdijleven. (11) Omdat die vernieuwing in Affligem onmogelijk bleek wou hij het noviciaat overbrengen naar het van Affligem afhangende klooster in Heide-Kalmthout. Ook wou hij er, onder invloed van Frans Van Cauwelaert, een Vlaams college opstarten. Beide plannen werden echter vooral door de oudere generatie monniken fel gecontesteerd en door de abt-generaal verboden. In Affligem zat zo abt Benedictus tussen twee vuren, waarop dom Franco in 1922 werd 'weggepromoveerd' (12) naar Rome om in Sant'Anselmo professor theologie te worden. Van 1923 tot 1926 was hij er ook vice-rector.
Daarna keerde hij, na tevergeefs gepoogd te hebben elders te resideren, naar België terug. Evenwel niet naar Affligem, maar na een kort verblijf in de priorij te Schotenhof, naar de pas opgerichte priorij van Amay-sur-Meuse (13), waar hij novicemeester werd. In de voorbije jaren was er tussen hem en abt Benedictus, als gevolg van uiteenlopende initiatieven onenigheid ontstaan, maar deze bleek in 1930 geen beletsel meer voor zijn terugkomst in Affligem, waar hij hartelijk werd ontvangen. 'Uit eigen beweging vernederde hij zich in de kapittelzaal, waar hij zich op de vloer wierp en vergiffenis vroeg aan zijn medebroeders.' (12) De jaren nadien doceerde dom Franco dan in de abdij theologie.
Ook al had dom Franco de benedictinessen van Maria Mediatrix van 1922 tot 1930 'aan hun lot overgelaten', toch werd hij weer hun 'geestelijke vader' (12), temeer daar ze in 1932 eindelijk konden verhuizen naar een nieuw kloostergebouw in Hekelgem, op ongeveer twee kilometer van de abdij.
In 1941 werd dom Franco opnieuw benoemd tot prior. Omdat hij eind april 1944 twee Duitse deserteurs één nacht had geherbergd werd hij op 12 mei 1944 in Merksplas opgesloten en kwam pas vrij bij de bevrijding.
Op 25 januari 1951 verkoos de kloostergemeenschap dom Franco tot 39e abt van Affligem, op 27 maart werd hij gewijd. Als wapenspreuk koos hij 'Arte et Marte' (met kunst en kracht). Nadien werd hij eveneens aangesteld als abt-visitator. (14) Opmerkelijk was dat hij in 1952 te Diksmuide, ofschoon hij zich na de jaren (19)20 berustend in het klooster had teruggetrokken, toch de eerste steen van de nieuwe IJzertoren zegende en er de bedevaartsmis celebreerde. (15) In de abdij liet hij allerlei verfraaiingen uitvoeren, o.a. in 1954 aan de (inkom)hal. Maar zijn pogingen om ook vroegere plannen, o.a. een Vlaamse abdijschool, een nieuwe abdijkerk en kapittelzaal, toch nog tijdens zijn abbatiaat te realiseren, mislukten. Dom Franco de Wyels bleef abt, tot hij na een zware operatie, op zijn vraag op 19 maart 1962 ontslag kreeg. Hij stierf enkele maanden later, te Aalst op 25 juni 1962.

Dom Wilfried Verleyen schreef: 'Dom Franco was een sympathieke, hartelijke man die iedereen voor zich kon innemen, ofschoon hij bij discussies heftig uit de hoek kon komen en zich opwinden, zelfs onder zijn lessen, ja soms aan de pontificale troon. ... Grootse plannen heeft hij gekoesterd, maar veel is onvervuld gebleven. Hij onderscheidde zich vooral door zijn groot en innig geloof, dat al zijn doen en laten beheerste, gepaard met een grote moed en zelfverloochening. Dom Franco is een van de meest hoogstaande monniken die Affligem ooit heeft gehad.'

 




---------------------------------------------------------------------
(1) de Wyels: een adellijke familie, van oorsprong uit het Land van Kleef. Zijn voorouders woonden een tijdlang op Rokkenborch te O.-L.-V.-Lombeek.
(2) Zoon van Felix de Wyels (O.-L.-V.-Lombeek 1/9/1849-O.-L.-V.-Lombeek 15/11/1891) en Antonia Walravens (°O.-L.-V.-Lombeek 6/5/1848). Antonia was de zus van Joannes Walravens, dom Fulgentius.
(3) In die periode groeide ook een blijvende vriendschap met dorpsgenoten Frans en vooral met August Van Cauwelaert, die er ook studeerden. In 1904 trouwde hun oudste broer Jan Hendrik met een zus van dom Franco. Samen met haar ijverde hij voor het voortbestaan van de naam de Wyels in haar vier zonen, die wettelijk Van Cauwelaert de Wyels werden genoemd.
(4) Waaruit in 1915 het gekende Affligemse Volksmisboek ontstond.
(5) Samen met zijn Nederlandse confrater dom Willem van de Kamp.
(6) Frank Teirlinck: ‘150 jaar monniken in Affligem 1870-2020’, vzw Abdij Affligem, 2020, 512 p. Aldaar p. 208.
(7) Driemaal gewond, werd hij voor moedig gedrag, in 1918 ridder in de Kroonorde.
(8) o.a. genoot hij regelmatig van een goede maaltijd en/of een glas wijn, reisde hij meermaals naar Frankrijk en Engeland.
(9) Verleyen Wilfried: 'De relaties van de Vlaamse voorvechter en letterkundige Cyriel Verschaeve (1874-1949) met dom Franco de Wyels (1884-1962) monnik en later abt van Affligem' in 'Eigen Schoon en de Brabander' LXXXIII, 10-11-12. Aldaar pp. 401-418.
Dom Franco kreeg tijdens wereldoorlog I lectuur van Verschaeve, vergaderde met hem e.a. over het versmelten van twee Vlaamse kranten, werkte met Verschaeve e.a. mee aan het 'Mis- en Gebedenboek van den Vlaamschen soldaat', ...
Nadien bleef, ondanks verschillen/geschillen/verwijdering, de waardering toch wederzijds.
(10) Tegelijkertijd doceerde hij liturgie aan de Hogeschool voor Vrouwen te Antwerpen.
(11) Samen met zijn vriend dom Constantinus Bosschaerts.
(12) Frank Teirlinck o.c. (noot 6). Aldaar p. 209.
(13) De monniken baden en werkten er voor de hereniging van de westerse en oosterse christenen. In 1939 verhuisden de monniken naar Chevetogne.
(14) Hoofd van een groep van enkele abdijen die samen een provincie vormden (met o.a. Affligem, Dendermonde, Steenbrugge, Heide-Kalmthout, …).
(15) Ook schonk hij in 1952 het ronde glasraam boven het linker zijaltaar in de kerk van O.-L.-V.-Lombeek.