|
Onze-Lieve-Vrouw
Woon- en Zorgcentrum
+
De Varent
Serviceflats/assistentiewoningen
|
|
1. Structuur/bestuur |
|
Op 5 september 1980 werd de vzw ‘Rust- en Verzorgingstehuis Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt’ opgericht, die op 1 januari 1981 het beheer van het rusthuis van de zusters overnam.
De zusters bleven wel nog vertegenwoordigd in de algemene vergadering en in de raad van beheer. Deze raad werd toen voorgezeten door deken Jozef Uytterhoeven, ondervoorzitster was zuster Louisa Volkaerts, secretaris Piet Theuwissen, Louis Sonck, Toon Van Melkebeek, Hubert Kusters, zuster Anna-Maria Van Dyck, zuster Adrienne Van Geertsom, zuster Maria Verbeke waren de leden.
Na het overlijden van deken Uytterhoeven in 1993 werd Toon Van Melkebeek op 27 augustus de nieuwe voorzitter.
Op 26 november 2004 werden de statuten aangepast aan de veranderde wetgeving en tegelijkertijd werd de naam gewijzigd: vzw ‘Woon- en Zorgcentrum Onze-Lieve-Vrouw’. Naam die enerzijds verwijst naar de zusters, maar anderzijds de recente activiteit beter weergeeft.
Voorzitter van de raad van bestuur bleef Toon Van Melkebeek, ondervoorzitter was zuster Anna-Maria Van Dyck, secretaris Erwin Van Dessel, penningmeester Hubert De Bolle en lid Anton Moortgat.
Juridisch het hoogste orgaan kwam de algemene vergadering, waarin het aantal aanwezige zusters geleidelijk daalde, in feite pro forma eenmaal per jaar samen om de bedrijfsrevisor te horen, de jaarrekening en begroting goed te keuren, kwijting te geven aan de bestuurders, ... Het was echter de raad van bestuur die’het voor het zeggen had’! Deze vergaderde zes à zeven keren per jaar met als agendapunten o.a. goedkeuring van het verslag van de vorige vergadering, verslag van de directeur, organisatie van de zorg, personeelsaangelegenheden, financiële resultaten van het kwartaal, leningen, dagprijs, opvolging van (bouw)projecten, nodige herstellingen, uitbesteding keuken, afspraken met apothekers (1), met de coördinerend geneesheer (2), activiteiten ... Vele jaren stond een geschil met een elektricien, evenals met een projectbureau op de agenda. Jaarlijks werd uiteraard ook het sociaal en financieel jaarverslag grondig besproken. Regelmatig moest de vzw eveneens de (verlenging van de) erkenning door de overheid van het rusthuis en van de serviceflats/assistentiewoningen aanvragen, erkenning die ook telkens werd verkregen. (3)
In 2017 was Toon Van Melkebeek nog steeds voorzitter van de raad van bestuur waarin ook Erwin Van Dessel, Emmanuel de Bethune en Denise Lanneau zetelden.
Op 5 september 1980 werd Yvonne Vergauwen de eerste directrice ‘die gemachtigd wordt door haar handtekening in zaken van dagelijks bestuur de vereniging te verbinden’. (4) Al op 1 april 1981 werd zij opgevolgd door Adrianus Kuijte die directeur bleef tot 29 februari 1988. Op 1 augustus 1988 werd Armand Matthijs directeur, die op 16 juli 1991 werd opgevolgd door Filip Rooryck, sinds 2004 bijgestaan door verantwoordelijke(n) bewonerszorg.
Aalmoezenier was pater Leyssens. Hij droeg voor zusters en bewoners de mis op, bezocht de bejaarden, diende de laatste sacramenten toe ... tot hij op 30 juli 1997 het rusthuis verliet. Na 2005 nam voormalig pastoor Smismans als vrijwilliger de pastorale draad weer op. |
|
2006
|
|
2. Rusthuis |
|
|
|
Het rusthuis was in 1981 nog steeds gevestigd in gebouwen uit 1906-1908, die echter niet meer voldeden aan de moderne eisen van uitrusting en comfort. Van de 98 bejaarden had nog geen vierde een éénpersoonskamer, de anderen verbleven in twee- en driepersoonskamers en vooral in ‘zalen’ van 8 bedden, of meer. Ofwel moest het bestaande rusthuis geheel verbouwd worden, ofwel werd het nieuwbouw. De raad van beheer koos voor de bouw van een nieuw rust- en verzorgingstehuis aan de overkant van de Gasthuisstraat, op in erfpacht gekregen gronden van de zusters.
Het was duidelijk dat de vzw onvoldoende reserves zou kunnen aanleggen om de 40% van de kostprijs te betalen (60% werd gesubsidieerd door de overheid). Daarom werd er vanaf 1983, naast een bouwcomité ook een beschermcomité opgericht, werden er verschillende jaren na elkaar bouwfeesten georganiseerd. En in 1989 werden de taltijke stenen verkocht van een basreliëf, dat thans in de inkom prijkt. (5) Toch moest de vzw ook nog een lening aangaan bij het aartsbisdom.
Belangrijk gevolg van de beslissing tot nieuwbouw was ook dat op 1 april 1988 de erkenning van de vzw als rust- en verzorgingstehuis werd bevestigd, wat het krijgen van werkingsmiddelen inhield. Bovendien werden toen 12 bedden aanvaard als rust en verzorgingsbedden (RVT-bedden) wat resulteerde in hiervoor hogere toelagen dan voor de andere rusthuisbedden (ROB-bedden). (6) In de volgende jaren was het trouwens een voortdurend streven van het bestuur om de erkenning door de overheid van steeds meer RVT-bedden te verkrijgen: van 12 in 1988, tot 25 in 1993, 31 in 1998, 40 in 1999, 48 in 2000, 62 in 2003, 65 in 2007, 70 in 2008; 78 in 2009; 84 in 2010.
Begin 1988 was het projectbureau Signa klaar met de plannen en op 1 maart 1988 werd gestart met de bouwwerken. Pas midden 1992 was de nieuwbouw bewoonbaar en op 9 juni konden de 98 bejaarden verhuizen naar het nieuwe rusthuis. Op 20 november 1993 werd het ook plechtig ingehuldigd.
|
|
|
|
In 2002 werd de zit- en leefruimte in de vleugel rechts uitgebreid. In 2008 werd de vleugel links verlengd, waardoor het kortverblijf alsook de gesloten afdeling voor dementerende bejaarden (7) konden worden vergroot en de opname van in het totaal 115 bewoners mogelijk werd. Eind 2008 waren alle tweepersoonskamers omgebouwd tot éénpersoonskamers. In 2010 werd de parking vergroot.
In 2018 werd de keuken uitgebreid en volledig gerenoveerd, uitgerust met digitaal gestuurde keukenapparatuur. Zo is de voedselveiligheid traceerbaar geworden vanaf de selectie van de grondstoffen tot op het bord van de bewoner. Het wooncentrum kreeg er een ‘Smiley’ voor, een certificaat uitgereikt door het Federaal Agentschap van de voedselketen. |
|
2.1. Bewoners |
|
* In het verleden waren de meeste bejaarden afkomstig uit Brussel en omstreken, maar in de nieuwbouw kwamen al vlug, dankzij de voorrangsregel, de meeste bewoners uit Roosdaal.
|
|
jaar |
Bewoners |
1985 |
98 bewoners: 55 in één- , twee-, driepersoonskamers, 32 in 4 ‘zalen’ van 8 personen en 11 bejaarden in 1 ‘zaal’ |
1988 |
98 bewoners in 21 éénpersoonskamers, in 13 twee- driepersoonskamers en in 7 ‘zalen’ |
1992 |
98 bewoners: 77 in een eigen kamer, 19 in twee- driepersoonskamers en 1 echtpaar in een eigen kamer (in nieuwbouw!)
68 vrouwen/30 mannen |
1997 |
98 bewoners, maar bijkomend ook summier begin van opname in kortverblijf (8)
81 vrouwen/17 mannen |
2001 |
101 bewoners waarvan 3 in kortverblijf
85 vrouwen/13 mannen |
2009 |
115 bewoners, waarvan 6 in kortverblijf, allen in een éénpersoonskamer
76 vrouwen/39 mannen |
2017 |
115 bewoners waarvan 6 in kortverblijf allen in een éénpersoonskamer (9) |
|
|
Het groot aantal vrouwelijke bewoners valt op, hoewel de laatste jaren de aanwezigheid van de mannen toch vergrootte. De gemiddelde leeftijd van de bewoners schommelde tussen de 83 en 85 jaar. Maar vooral was er een stijging van de zorgbehoevenheid van de bewoners (waardoor de noodzakelijkheid van meer RVT-bedden).
* Door de bouw van het rusthuis werd vanaf 1992 het comfort van de bewoners sterk verbeterd: |
|
|
|
* Om de huiselijkheid te vergroten werden vanaf december 1999 ook de verschillende diensten genoemd naar een straat in Roosdaal: dienst RVT werd De Kwinkeleer, beschermd wonen De Groenen Boomgaard, ...
* Daarbinnen was in al die jaren een goede, vriendelijke verzorging uiteraard primordiaal (voorgeschreven medicatie toedienen, bad geven, hulp bij toilet, in bed stoppen, ergotherapie, ...). Zo ook voedzaam eten, aangepast en toch nog eetbaar/smakelijk. Daarom werd vanaf 1 juni 1997 het beheer van de keuken overgelaten aan een gespecialisserde firma Sodexho. Maar even belangrijk was dat de bewoners erbij de tijd kregen, geholpen werden, vaak door familie of vrijwilligers. Typerend voor het Pamelse rusthuis was immers dat de familieleden en vrienden meestal ‘van dichtbij’ waren, zodat ze ook dikwijls op bezoek konden komen. (10) Samen met de vrijwilligers waren zij onontbeerlijk als ‘hulp in de zorg’. Ook werden de bewoners die konden/wilden, uitgenodigd op verschillende activiteiten met als doel een zinvolle tijdsbesteding of gewoon het scheppen van gezelligheid. (11)
|
|
|
|
* Bovenstaande 'te noteren agendapunten' stonden in 'Senioren-Info' (1e jg nr 5), huisblad dat vanaf 1999 werd rondgedeeld met erin, welkom aan de nieuwe bewoners, herdenking van de overledenen, gelukwensen aan de jarigen, aankondiging van de komende activiteiten, verslag van wat gebeurde, verslag van de bewonersraad en familieraad, ... |
|
|
|
* Volgens een brochure uit 2006 konden alle bewoners deel uitmaken van de bewonersraad, de familieleden van de familieraad (vooral voor bewoners die hun mening niet meer konden uiten). De bewonersraad kwam minstens éénmaal per kwartaal samen, de familieraad tweemaal per jaar, om klankbord te zijn voor de medebewoners en voor de directie en het personeel.
* Uiteraard belangrijk voor elke bewoner en familie was dat de vzw er sinds haar oprichting ook in slaagde de dagprijs, verhoudingsgewijs met andere rusthuizen, laag te houden. |
|
jaar |
Dagprijs |
vanaf 1/8/1983 |
625 fr voor een éénpersoonskamer, 600 fr voor een twee- driepersoonskamer, 570 fr voor een ‘zaal’, 1030 fr voor een echtpaar |
van 1/11/1985 tot 30/6/1992 |
geleidelijke stijging van 695 fr naar 1010 fr voor een éénpersoonskamer, van 670 fr naar 970 fr voor een twee- driepersoonskamer, van 640 fr naar 900 fr voor een ‘zaal’, van 1030 fr naar 1615 fr voor een echtpaar |
vanaf 1/7/1992 |
1120 fr in een éénpersoonskamer, 1080 fr in een twee- driepersoonskamer, 1780 fr voor een echtpaar (in nieuwbouw!) |
van 1/5/1993 tot 31/12/2003 |
geleidelijke stijging (12) van 1220 fr naar 1300 fr/32,5 € voor een éénpersoonskamer, van 1180 fr naar 1260 fr/31,5 € voor een twee- driepersoonskamer, van 1950 fr naar 2100 fr/52,5 € voor een echtpaar |
van 1/1/2004 tot 31/12/2006 |
stijging van 35 € naar 37,5 € voor een éénpersoonskamer, van 34 € naar 36,5 € voor een tweepersoonskamer, van 57 € naar 62 € voor een echtpaar |
van 1/1/2007 tot 2017 |
geleidelijke stijging van 38,06 € naar 45,45 € voor een éénpersoonskamer |
|
|
Zoals blijkt uit onderstaande tabel was deze dagprijs tot 2000 voor het woon- en zorgcentrum toch de belangrijkste bron van opbrengsten, mede dankzij een hoge bezettingsgraad. Maar vanaf 2001, vooral door de toename van de RVT-bedden, kwamen de RIZIV-opbrengsten vooraan. De financiële opbrengsten waren functie van het opbouwen van reserves of het investeren ervan in bouwwerken en uiteraard ook van de rentevoet. |
|
jaar |
Percentage van de totale (boekhoudkundige) opbrengsten |
1991 |
opbrengsten dagprijs: 57,48 %
opbrengsten RIZIV: 32,44 %
andere werkingsopbrengsten: 7,94 %
financiële opbrengsten: 1,57 %
uitzonderlijke financiële opbrengsten: 0,56 % |
2000 |
opbrengsten dagprijs: 43,47 %
opbrengsten RIZIV: 40,18 %
andere werkingsopbrengsten: 8,79 %
financiële opbrengsten: 7,13 %
uitzonderlijke financiële opbrengsten: 0,43 % |
2010 |
opbrengsten dagprijs: 33,80 %
opbrengsten RIZIV: 43,27 %
andere werkingsopbrengsten: 22,34 %
financiële opbrengsten: 0,50 %
uitzonderlijke financiële opbrengsten: 0,09 % |
|
|
2.2. Personeel |
|
jaar |
Personeel |
1985 |
30 leken en 4 zusters (v/d zes in het klooster) |
1990 |
40 leken-personeelsleden |
1994 |
37 voltijdse + 21 deeltijdse = 58 personeelsleden |
1998 |
20 voltijdse + 41 deeltijdse = 61 personeelsleden |
2006 |
21 voltijdse + 54 deeltijdse = 75 personeelsleden |
2011 |
24 voltijdse + 63 deeltijdse = 87 personeelsleden |
2017 |
90 personeelsleden (70,75 full time equivalent) |
|
|
* Sinds begin de jaren (19)90 werd het personeel samen met de vrijwillige medewerkers, in januari uitgenodigd op een receptie. Gelegenheid om enkele personeelsleden om hun staat van dienst te huldigen en om de vrijwilligers te danken.
* Hoe verhelpen aan het tekort aan verpleegkundigen was meermaals agendapunt op de raad van bestuur.
* Opvallend is het groot aantal deeltijdse personeelsleden, op vraag van de (vooral vrouwelijke) personeelsleden zelf, zeker ook beïnvloed door de grotere werklast. Maar toch ook door een bewuste strategie om te komen tot een grote organisatorische flexibiliteit. Niet verwonderlijk dat er op het CPBW/Sociaal overleg vaak discussie was tussen de directie en de vakbond over werklast en organisatie van het werk, samen met de eraan gekoppelde discussiepunten als onderbroken opdrachten, onverwacht inspringen in de weekends, overuren, personeelsverloop, ... Uiteraard kwamen op het comité ook preventie en bescherming aan bod: actieplannen en opleidingen, arbeidsongevallen, handschoenallergie, tiltechnieken, brandblusoefeningen, evacuatieoefeningen, brandgevaar kerstboom, ...
* De ‘personeelskosten’ bleven voor de vzw veruit de belangrijkste kostenpost, ondanks meer diensten (keuken, wasserij, ...) werden uitbesteed (zie tabel hieronder: stijging van de 'diensten en diverse leveringen'). Daardoor verminderden wel de ‘kosten goederen en producten’. |
|
jaar |
Percentage van de totale (boekhoudkundige) kosten |
1991 |
personeelskosten: 64,41 %
kosten goederen en producten: 16,14 %
diensten en diverse leveringen: 10,05 %
afschrijvingen en waardevermind.: 8,40 %
andere werkingskosten: 0,77 %
financiële kosten: 0,01 %
uitzonderlijke financiële kosten: 0,21 % |
2000 |
personeelskosten: 63,80 %
kosten goederen en producten: 9;58 %
diensten en diverse leveringen: 13,04 %
afschrijvingen en waardevermind.: 11,34 %
voorzieningen voor risico’s en kosten: 0,65 %
andere werkingskosten: 0,71 %
financiële kosten: 0,79 %
uitzonderlijke financiële kosten: 0,09 % |
2010 |
personeelskosten: 71,62 %
kosten goederen en producten: 2,87 %
diensten en diverse leveringen: 18,02 %
afschrijvingen en waardevermind.: 7,14 %
voorzieningen voor risico’s en kosten: 0,05 %
andere werkingskosten: 0,21 %
financiële kosten: 0,10 % |
|
|
* Uiteindelijk was het verschil tussen opbrengsten en kosten, op één jaar na, steeds positief, resultaat dat voor honderd percent terug werd geïnvesteerd in het rusthuis en in de serviceflats/assitentiewoningen (personeel, nieuwbouw, renovatie, uitrusting).
|
|
3. Oude rusthuis
|
|
Het oude rusthuis bleef leeg, sommigen beweerden verweesd achter. (13) Toch stond het ‘lot’ ervan op de agenda van bijna elke vergadering van de raad van beheer. Er werd advies gevraagd aan Monumentenzorg. Geen bijzondere architectonische waarde was het antwoord. Maar voor sommigen in Pamel was het gebouw zowel emotioneel als architecturaal waardevol. De kosten om achter en met behoud van de bestaande voorgevel een modern complex te bouwen lagen echter voor de raad van beheer te hoog. Verkopen leek de eenvoudigste oplossing, maar de raad wou de bestemming waarvoor de gronden indertijd door de zusters waren aangekocht behouden: dienstig voor de zorg voor de oudere mens. Daar er bovendien in Roosdaal nog geen serviceflats stonden besloot de raad van beheer in 1994 het oude rusthuis af te breken, wat dan ook in 1995 en 1996 (aanvang van de afbraak: 2/10/1995) gebeurde, en er serviceflats te bouwen. |
|
Het torentje van de kapel, ...begin november 1995 gestolen en nooit teruggevonden!
Vier glasramen uit de kapel werden gerestaureerd en telkens één ervan werd geplaatst
in
het
rusthuis en in de drie gebouwen van de serviceflats/assistentiewoningen.
|
|
4. Serviceflats/assistentiewoningen
(14)
|
|
* Het ontwerp en de opvolging werd toevertrouwd aan Abetec uit Dendermonde. Liever dan een mastodont wou de raad van beheer kleinere eenheden, waarbinnen de bewoners zich gemakkelijker thuis konden voelen, passend in het centrum van Pamel. Abetec plande drie gelijkende maar toch verschillende gebouwen, die naarmate de financiën het toelieten werden opgetrokken.
Op 19 augustus 1996 startte aan de Gasthuisstraat de bouw van de eerste 16 serviceflats, elk 56 m² van oppervlakte. Op 1 september 1997 namen er al enkele bewoners hun intrek, maar het zou, zoals blijkt uit onderstaande advertentie, toch nog enkele maanden duren vooraleer alle flats waren bewoond. |
|
(15) |
|
Intussen waren de flats op 26 oktober 1997 al plechtig geopend (verwelkoming door de voorzitter, toespraak door de burgemeester, receptie, opendeurnamiddag) als serviceflats ‘De Varent 1’ (16).
In maart 2001 begon ernaast de ondernemer aan de 2e fase (De Varent 2), wat resulteerde in de opening van 16 serviceflats, elk eveneens 56 m² groot, in oktober 2002, inhuldiging op 1 december.
In 2013 startte aan de Kwinkeleer fase 3 (De Varent 3), 21 serviceflats/assistentiewoningen, met een oppervlakte van 64 m² elk, vanaf maart 2015 bewoond. (17) |
|
foto 2017
|
|
* In de voorbije jaren konden de bewoners er volledig zelfstandig wonen (met leefkamer, keuken, badkamer, slaapkamer en kleine berging in elke flat), maar zij konden ook een beroep doen op een aantal diensten van het rusthuis, zoals er ’s middags gaan eten, de kapper, de mani-pedicure van het rusthuis laten komen, .... (18). Videofonie tussen inkom en flat, maar vooral in elke flat een 24u/24u oproepsysteem naar het rusthuis zorgden voor een veilig(er) gevoel.
* De raad van beheer opteerde voor een globale huurprijs met daarin verrekend niet alleen de huur, maar ook de verwarming, de elektriciteit, het water, het onderhoud van de lift, van de gemeenschappelijke ruimtes, ook de verzekeringen, ... Zodat de bewoners konden weten wat ze maandelijks moesten betalen, zonder vrees voor bijkomende kosten. |
|
jaar |
Dagprijs |
tot 31/12/1998 |
825 fr in De Varent 1 |
van 1/1/1999 tot 31/12/2002 |
stijging van 845 fr naar 22 € in De Varent 1;
22,5 € in De Varent 2 vanaf de opening |
van 1/1/2003 tot 31/10/2010 |
geleidelijke stijging van 22,5 € naar 25,74 € in De Varent 1 en 2 |
van 1/11/2010 tot 2017 |
geleidelijke stijging van 26,25 € naar 28,92 € in De Varent 1 en 2;
34,95 € in De Varent 3 |
|
|
* Zoals blijkt uit de tabel hieronder was deze dagprijs telkenjare goed voor meer dan 90 % van de opbrengsten.
* Bij beide onderstaande tabellen moet ook opgemerkt worden dat de overheid geen subsidies verleende aan de vzw voor de bouw van De Varent 1, 2 en 3, waardoor de vzw de bouwwerken volledig met eigen middelen en met geleend geld moest betalen. Maar ook nadien kwam er geen financiële tegemoetkoming van de overheid zodat de vzw b.v. het onderhoud (personeel) volledig met de opbrengsten betaalde.
|
|
jaar |
Percentage van de totale (boekhoudkundige) opbrengsten |
2000 |
opbrengsten dagprijs: 92,76 %
andere werkingsopbrengten: 1,63 %
financiële opbrengsten: 0,13 %
uitzonderlijke financiële opbrengsten: 5,48 % |
2010 |
opbrengsten dagprijs: 96,76 %
andere werkingsopbrengsten: 3,06 %
financiële opbrengsten: 0,18 % |
|
|
* In onderstaande tabel valt vooral het hoog percentage van de afschrijvingen en waardeverminderingen op, alsook de sterke stijging van de kosten voor externe diensten (vooral geleverd door het rusthuis). De procentueel sterke daling van de financiële kosten is o.a. het gevolg van de daling van de rentevoet. |
|
jaar |
Percentage van de totale (boekhoudkundige) kosten |
2000 |
leveringen energie, brandstof, water: 11,11 %
externe diensten: 3,06 %
onderhoud en herstellingen: 1,62 %
afschrijvingen en waardevermind.: 53,17 %
voorzieningen voor risico’s, kosten: 10,82 %
andere werkingskosten: 3,31 %
financiële kosten: 16,91 % |
2010 |
leveringen energie, brandstof, water: 13,88 %
externe diensten: 23,38 %
onderhoud en herstellingen: 6,28 %
afschrijvingen en waardevermind.: 47,85 %
voorzieningen voor risico’s, kosten: 0,33 %
andere werkingskosten: 6,13 %
financiële kosten: 2,15 % |
|
|
* Van 1997 tot en met 2002 was het resultaat, op twee jaar na, steeds negatief, maar vanaf 2003 overschreden de opbrengsten de kosten, overschot dat uiteraard binnen de vzw bleef, om waar nodig als werkingsmiddel te gebruiken. |
|
------------------------------------------------------------------------
(1) De verkregen kortingen werden volledig doorgegeven aan de bewoners.
(2) Tot 2000 was dr. Proesmans er coördinerend raadgevende arts. Hij werd opgevolgd door dr. De Pever en dr. De Man.
De bewoners bleven wel vrij in de keuze van hun huisarts.
(3) Over structurele samenwerking met andere rusthuizen werd ca 2010 wel gesproken, maar de wil ontbrak (met uitzondering voor enkele gezamenlijke aankopen).
(4) In ‘Bijlagen van het Belgisch Staatsblad’ van 15/7/2005.
(5) De volgende jaren werden er nog tombola’s getrokken, eetfestijnen aangeboden en vinkenzettingen georganiseerd, kerstmarkten, snoepersmarkten en paasmarkten gehouden.
(6) Officieel: RVT-bedden: rust en verzorgingstehuisbedden; ROB-bedden: rustoorden voor bejaardenbedden.
(7) Intussen was ook hun veranda vergroot en werd een afgesloten buitentuintje aangelegd.
(8) Waar bejaarden korte tijd terecht konden, na een hospitalisatie of wanneer thuis, hulpverleners tijdelijk voor hen niet beschikbaar waren.
(9) Ook werd 'dagverblijf' aangeboden.
(10) Ook betrokkenheid was er b.v. van het I.M.I. Minstens jaarlijks kwamen leerlingen er op bezoek. In 1988 schonken zij zelfs 10000 fr voor de nieuwbouw, ingezameld in het kader van Welzijnszorg.
(11) En soms gebeurde er iets onverwachts. Zo werden op 31 juli 2007 na een gaslek alle bewoners geëvacueerd naar de serviceflats, maar na een uur mochten ze terug. Bij graafwerken was de gasleiding afgebroken.
(12) Slechts 3 stijgingen van de dagprijs in 10 jaar en 6 maand.
(13) Het Vlaams Blok verspreidde het gerucht dat er allochtonen in zouden ondergebracht worden!
(14) Eerst serviceflats genoemd, vanaf 2013 assistentiewoningen.
(15) In ‘De Belleman’ van 12/12/1997.
(16) Toponiem 'Varent', oudst gekende schrijfwijze, plaats waar varens groeiden.
(17) Een gesprek met de kerkfabriek van Pamel over een grotere integratie in de naaste omgeving leverde niets op.
(18) Uiteraard moest voor deze diensten betaald worden.
|
|
|
|
|
|
|