boomstructuur: startpagina >
AZ-index > artikelindex G > artikel


Gasthuishof
Vroegere boerderij aan de Lombeekstraat
 

foto erfgoed Rausa

In de 13e eeuw verwierf het Sint-Jansgasthuis uit Brussel tal van gronden in Pamel: 17 bunder in 1231 geschonken door Willem I, heer van Ledeberg; 6 bunder gekocht in 1244, 40 bunder in 1247 en 12 bunder in 1294; dus 75 bunder in het totaal of ongeveer 76 ha. Willem I deed in 1231 de schenking onder het beding dat het gasthuis in een huis binnen Pamel 13 armen zou onderhouden; waarschijnlijk oorsprong van de hoeve, het Gasthuishof, aan de Lombeekstraat. (Temeer daar de oudst gevonden benaming van het hof ‘Beiaard' was, naam die men in de Middeleeuwen gaf aan de ziekenzaal in hospitalen.) Wie de hoeve toen en ook de volgende eeuwen bewoonde weten we (voorlopig) niet, wel vanaf begin 17e eeuw. Dan was Jan de Ro er pachter, vervolgens van ca. 1639 tot ca. 1680 Gregorius De Groote (+1686) (1), getrouwd met Maria Van der Elst (+1674), daarna tot omstreeks 1689 Ferdinand De Raet. In 1685 pachtte deze 77 bunder 71 roeden. (2) Hij werd opgevolgd door de Merchtemnaars Jan Geeroms (1651-1705) en Anna Dooms (1651-1729) (3). Volgens de telling van 1689 woonden er ook drie knechten en een meid in. Dochter Catharina (1687-1763) bleef op het Gasthuishof wonen; in 1713 trouwde ze met Philips Van Nieuwenhove die in juni 1716 overleed, nog geen maand later hertrouwde ze met Jan Van den Heuvel (1690-1782). Waarschijnlijk heeft deze de hoeve omstreeks 1725 verbouwd (4). Na hen kwam zoon Arnold Petrus (1729-1806), eerst getrouwd met Barbara Veldekens (+1753) en hertrouwd met Maria Theresia Luyckx (+1784). De laatste jaren van zijn leven, onder Franse overheersing, maakte Arnold Petrus de overdracht mee van de eigendom van de gronden van het Sint-Jansgasthuis naar de Brusselse C.O.O. Na hem namen zoon Albert Alexus (1756-1811) en diens vrouw Maria Theresia Van Audenrode (1770-1848) de pacht over. Maria Theresia hertrouwde nog met Petrus Jozef Van der Straeten (1780-1835). Een dochter uit het eerste huwelijk Joanna Maria Magdalena Van den Heuvel (1807-1889) trouwde in 1836 met notaris Petrus Jan Walravens (1805-1886) uit O.-L.-V.-Lombeek, maar het koppel bleef in het Gasthuishof wonen tot 1852, toen het gezin naar Lombeek verhuisde. Het was echter een halfbroer van de notaris, Jacobus Walravens (1810-1853) die al die tijd de boerderij leidde. Nog steeds woonden er knechten en meiden in, wat erop wijst dat de hoeve toen nog floreerde. Toch begon de C.O.O. geleidelijk aan gronden te verkopen. In 1852 kwam dan de zus van Jacobus, M. Paulina (1823-1904), getrouwd met Petrus Jozef Van Holder (1811-1896) wonen op het Gasthuishof en zij bleven er tot 1871. Toen nam het gezin Joannes Lemaire er zijn intrek. Getrouwd in 1876 werden zoon Gabriël Lemaire (5) en Joanna Maria De Smedt er dan de pachters, maar alleen de meest nabije gronden behoorden nog tot het pachtgoed. Hebben zij de hoeve gekocht of waren hun dochter Adelia Lemaire (1877-1954) en haar man Amandus Clement (1878-1968) de kopers? Feit is dat deze laatsten eigenaar waren van de gebouwen. De grond (ongeveer 2 ha ) errond werd nog altijd gepacht van de Brusselse C.O.O. In 1954 kochten Felicien Van Droogenbroeck (1915-2000) en zijn vrouw Leontine Stockmans (1917-1999) de hoeve. (6)

 

Hoe zag de hoeve eruit in de jaren (19)70?
'Heden is het een U-vormig hoevetje uit XVIII dat ca. 15 jaar geleden verbouwd werd. Rechth. inrijpoort in het haaks dienstgebouw aan de straatkant; bakstenen gebouw onder afgesnuit zadeldak (pannen), afgewerkt met vlechtingen en schouderstukken. In de langsvleugel, boerenhuis met een bouwlaag en zadeldak (pannen) met geprofileerde houten modillons; de huidige ordonnantie der rechth. vensters en deur met omlijstingen van gesinterde steen is het resultaat van aanpassingen; op de oorspronkelijke ordonnantie wijzen o.m. de hoger gelegen lateien, de strekse ontlastingsbogen en de zichtbare negblokken rond de vensters, en de sporen van een vroegere rondboogdeur. Kleine getraliede vensters in de achtergevel. Haaks dienstgebouw uit einde XVIII - begin XIX; met steunberen geconsolideerde baksteenbouw afgewerkt met vlechtingen.' (7)

 

Tenslotte werden de gebouwen en omliggende gronden verkocht aan een bouwonderneming die in 2009 het Gasthuishof afbrak en nieuw bouwde.


-------------------------------------------------------------
(1) Op enkele losse papiertjes die bij het kerkregister zitten, schreef pastoor Cambier dat Gregorius in 1668 en in 1672 enkele keren naar Brussel reed om daar, in oorlogstijd de relikwieën van de H. Laurentius, alsook kelken, cibories en kerkgewaden in veiligheid te brengen en om ze later terug te halen.
(2) A.R.A., Archief de Merode, nr. Ca. 2760. Landboek.
(3) Waarschijnlijk was zij het die de Lievevrouwkapel op de Varing liet bouwen.
(4) Jaartal dat in een draagbalk was gesneden.
(5) Gabriël werd geboren in het verdwenen Kasteeltje aan de Nattemeers en werd daarom 'Gabriël van 't Kasteeltje' genoemd, zodat sommigen nu denken dat het Gasthuishof het Kasteeltje was. Dat is fout.
(6) Voornaamste bron: Gerard Van Herrewegen: '20 Pamelse huisgeschiedenissen' Extranummer DF-Klokje, Davidsfonds Roosdaal, 2002, 135 p. Aldaar pp. 71-80.
(7) In 'Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen' 2n Vlaams Brabant Halle Vilvoorde, 2e druk 1977, 827 p. Aldaar p. 540.