boomstructuur: startpagina >
AZ-index > artikelindex D > artikel


De Pape Judocus, pater Augustinus, pastoor van O.-L.-V.-Lombeek van 1682 tot 1699, pastoor van Borchtlombeek en Strijtem van 1699 tot 1712
+ broer Joannes, schepen van 1693 (?) tot 1697 en burgemeester van 1697 tot 1727 van O.-L.-V.-Lombeek

De Pape Judocus
Gedoopt te Aalst op 4 oktober 1652 (1).
In december 1672 werd hij in de norbertijnenabdij van Ninove toegelaten tot het noviciaat, begin 1673 werd hij ingekleed als frater Augustinus en legde hij de tijdelijke geloften af, op 3 februari 1675 de eeuwige geloften. In april 1677 werd hij diaken gewijd, enige tijd later priester.
Uitzonderlijk (2) kreeg hij in 1682 van zijn abt de toelating om te O.-L.-V.-Lombeek deservitor/pastoor te worden: ‘De 14e juli gaf ik toelating aan E.H. Augustinus De Pape om zich te presenteren voor de kerkwettige goedkeuring en het aanvaarden van zijn deservituur in O.-L.-Vrouw-Lombeek'. Daarbij bevestigde pater Augustinus onder ede: “Ik ondergeschreven beloof en zweer dat, indien ik de bediening aanvaard van de parochie O.-L.-Vrouw-Lombeek, ik mij tevreden zal stellen met de inkomsten van deze pastorie en in niets de abdij zal lastig vallen. Ik beloof er te zullen wederkeren volgens het welbehagen van mijn overste. Zo helpe mij God en al zijn heiligen. (get.: frater Augustinus De Pape) (3) Was het o.a. omdat zijn moeder er bij hem kon inwonen, dat hij er ook pastoor wou zijn? Het werden woelige jaren met veel oorlogsellende.
In 1694 verklaarde hij 'verloren te hebben door de geallieerde legers en trouppen in graenen, vruchten, hoppe, staecken en andere mobiliere effecten volgens syne notitie tenminste de somme van 1200 gulds'. (4) Wat meteen ook aangaf dat de pastoor eveneens landbouwer was.
Omstreeks 1685 gaf hij een mirakelboekje uit met 'Weldaden' gebeurd dankzij Onze-Lieve-Vrouw van Lombeek. In 1698 liet hij haar miraculeus beeld en de relieken van Sint-Hubertus, opgeborgen in Brussel, terughalen naar Lombeek.


Handschrift van pastoor Augustinus: verhaal van het terughalen van de relieken van Sint-Hubertus.
In 1699 (5) werd pater Augustinus benoemd tot pastoor van Borchtlombeek en Strijtem. Hij fungeerde er tot hij op 19 januari 1712 een laatste keer onderaan een doopakte schreef ‘Fr. A. De Pape pastor Baptizantus est …’ (6) Volgens zijn broer Jacobus was hij ‘sieck gheworeden’ en dan op ‘last van sijnen heere Prelaet ghetransporteert is gheweest naer de abdije, om aldaer beter ghecuurt te connen worden, ...’ ‘Somwijlen’ heeft hij ‘gheraest ende buijten sinne ghesproken, ...’ In juli 1712 noteerde de nieuwe abt Vander Haeghen in zijn dagboek dat hij ‘E.H. Augustinus De Pape … zwaar ziek zijnde, bedlegerig en van zijn verstand beroofd’ ad interim had vervangen; op 31 januari 1713 dat daar 'confrater Augustinus minder gezond is en de tijd is gekomen dat hij op rust gaat' hij hem definitief had ontslagen. Maar volgens Jacobus was zijn broer Augustinus intussen ‘ghenesen’ en wou hij terug ‘naer sijne pastorij van Lombeeke ende Streijthem’, maar ‘heeft hem sijne heere Prelaet selcx verboden, ...’ Zijn broer had nochtans de parochies ‘altijds loffelijck ende eerlijck’ bediend en hij werd ontslagen ‘sonder eenighe vorighe vermaeninghe, of berispinghe …’. Nog volgens Jacobus trachtte de abt het verweer van zijn broer te breken met ‘drijgementen van den kercker'. Broer Augustinus probeerde daarop zijn gelijk te halen bij de Raad van Vlaanderen in Gent, waar beïnvloed door de abt, men heeft gepoogd ‘hem te doen tekenen de resignatie’ van zijn pastoraat, maar deze ‘niet heeft geteecent’. Waarna de abt hem ‘ghedwonghen heeft van in de koetse te sitten ende met hem van Gendt naar Ninoven te voeren, alwaer hij nu in de abdije sit als eenen ghevanghene veerdruckt ende gheopprimeert, niet eenen voet moghende setten buijten het clooster … ‘ omdat de abt vreesde dat hij opnieuw naar de Raad van Vlaanderen zou trekken.

Lag de kiem van die intriges in Borchtlombeek-Strijtem waar Augustinus De Pape als pastoor en Ferdinandus Vander Haeghen als onderpastoor, ruim twee jaar ‘moesten’ samenwerken? Feit was dat Augustinus in 1712 niet had gekozen voor Ferdinandus als nieuwe abt; handelde deze uit wrok? Of was de ziekte van Augustinus toch erger dan zijn broer liet uitschijnen?

Uit angst om in de kerker van de abdij te belanden was Augustinus 'sijnde in genootsaeckt gheweest te vluchten', in mei 1713, met de hulp van broer Jacobus, naar de abdij van Park bij Leuven, waar hij verbleef tot eind 1714, tot de gemoederen wat waren bedaard en hij terugkeerde naar de abdij van Ninove. (6) (7)
Pater Augustinus overleed er op 6 november 1728.

De Pape Joannes
Geboren te Aalst op 24 augustus 1655

wordt aangevuld




-----------------------------------------------------------------------
(1) Oudste zoon van het Aalsters koopmansgezin Judocus De Pape en Anna De Coninck.
(2) Want de kerk van O.-L.-V.-Lombeek werd normaliter niet bediend door de abdij van Ninove.
(3) In de ‘Dagboeken' van de prelaten der norbertijnenabdij van Ninove.
(4) In verslag van de schepenen van O.-L.-V.-Lombeek, opgesteld op 22 februari 1694.
(5) Waarschijnlijk juli-augustus.
(6) Jan De Mont in ‘Rausa’, tijdschrift van Erfgoed Rausa, 9e jg, 2021, nr. 2. Aldaar pp. 18, 20.
(7) Intussen had broer Jacobus in juli 1713 ook nog een rekwest geschreven 'aen den raede van staeten van sijne Keyserlijcke en Conincklijke majesteyt', dat ook zonder gevolg bleef.