|
Mirakelboekje
Op 27 november 1681 vonden schaliedekkers ‘op de Kerck, in-gemetst tusschen het Welfsel, en het Dack' een ‘ouden Register, geschreven op parkement, met letteren vanden ouden tyde, en stiele van die Eeuwe'.
Rond 1685 kwam een eerste druk van het register met de ‘WELDADEN' tot stand (1), mogelijk toen al voorafgegaan van een voorwoord ‘TOT DEN GOEDT-WILLIGHEN LESER' en van ‘DE HISTORIE VAN HET OUDT MIRACULEUS BEELDT VAN ONSE LIEVE VROUWE TOT LOMBEECK'; in 1701 was er een tweede druk, met toegevoegd een ‘OPDRACHT AEN DEN EDELEN HEERE M:Hre. JACOBUS HUYBRECHTS HEERE VAN ONSE L.V. LOMBEECK & c.', geschreven door pastoor Gisbert de Spanie. |
|
*In de ‘HISTORIE' (waarschijnlijk geschreven door pastoor de Pape), de verhalen van de schaliedeckers en van de bouw van huizen voor de pelgrims, en ook:
- ‘De Kettersche rasernye, en quade tyden (welcke, alles meest op het plat landt hebben vernietight) zyn oorsaeck, dat wy uyt wettige Brieven, den Oorspronck van dit Miraculeus Beeldt, van Onse L. Vrouwe tot Lombeeck, soo wel niet konnen achter-haelen, en ons moeten te vrede houden, met de oude Over-leveringen; de welcke wettighlijck voor Notaris, en Ghetuyghen, onder Eedt zyn aen-gheteeckent, en berusten in de Pastorye al-daer.' en dat ‘de In woonders der Prochie sochten den ouden verloren Register'.
- De ‘wettige over-leveringe' dat ‘dese Kerck tegenwoordigh gestaen heeft, omtrent de Duysent jaren, welck het ghebouw genoeghsamelijck uyt wyst, ghelijck wesende aen dusdanighe van dien tydt' en dat ‘de Alder-heylighste Maghet Maria miraculeuselijck den Draet getrocken heeft van de lenghde en breede der selve Kercke.' (2)
- Vehalen van verminderde devotie, van de ‘vlucht' van het Mariabeeld naar Halle en van de belofte van de Hallenaars het beeld jaarlijks ‘eenen Rock te vereeren' waardoor zij verkregen dat ‘hunnen bedevaertdagh ... soude voor-gaen, voor dien van Onse L.Vr. Lombeeck; soo dat die van Lombeeck, den hunnen nu zyn houdende den 8. September, op den Feest-dagh van Onse L. Vrouwe Gheboorte.'
*In ‘WELDADEN', ‘ghelijck die in den ouden Register staen aen gheteeckent':
- eerst 23 ongedateerde weldaden, o.a.:
Een Kindt den hals breeckende, staet ghesondt op.
Den Blixem wordt gheblust.
Een Vrouwe wordt genesen Van een quale in de keel.
Een Kindt van een Peerdt over-doodt ghequetst, wordt ghenesen.
Een verdroncken Kindt, wordt levende en de groote Klocke luydt van selfs.
Eenen Man, wort van eene quade Knie ghenesen.
Eene Vrouwe vindt wonderlyck haer verloren Lombaerts-briefken.
- dan een 29 weldaden met datum, van 1436 tot 1519, o.a.:
Twee Kinderen worden van doodts-peryckel verlost.
Eenen Man, hebbende de ribben gebrocken, wordt gesondt.
Eenen gevangen wordt verlost.
Een blindt Kindt wort ghenesen.
Eenen Man wordt van den Duyvel verlost.
Een stom Kindt, wordt sprekende.
Eene Dwase bekomt hare sinnen.
- en als ‘by-voeghsel' nog 2 weldaden waaronder:
Den Autaer van Onse L. Vrouwe wort wonderlyck van de vlammen bevryd.
In 1937 zorgde burgemeester Robert Motteux voor een derde uitgave, feitelijk een heruitgave van die tweede druk; rond 1950 kwam bij drukkerij Anneessens uit Ninove een vierde uitgave (zonder inleiding) uit. In 1989 liet Luc Van Liedekerke een vijfde uitgave overdrukken (van de derde uitgave, met commentaar). Günther De Mel hertaalde deze laatste publicatie in 2020 naar hedendaags Nederlands (uitgegeven als extranummer door Erfgoed Rausa).
Legende
Tijdens de oorlogen tussen Vlaanderen en Brabant in de 14e eeuw zochten de Lombekenaren een veilig onderkomen in Halle. Zij namen het Onze-Lieve-Vrouw-beeld mee. Na de onlusten keerden zij naar Lombeek terug, maar de Hallenaars weigerden om het Mariabeeld terug te geven. Zij konden moeilijk verkroppen dat Lombeek toen zoveel bedevaarders aantrok. 's Anderendaags vond de pastoor het beeld vóór de deur van de kerk. De voeten en het kleed waren met modder besmeurd. Hieruit werd afgeleid dat Onze-Lieve-Vrouw de weg van Halle naar Lombeek te voet had afgelegd. (3)
----------------------------------------------------------------------
(1) De eerste druk heeft ‘het licht gesien', zo wordt in de tweede druk vermeld, (mede) ‘door de sorge' van Catharina van Nevele, (toen) gehuwd met Jacques de Fariaux, heer van Lombeek en Strijtem.
(2) Volgens J. Verbesselt is de duizend jaar een vrome uitvinding en wordt het verhaal met de draad ook elders verteld. In ‘Het Parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13 e eeuw' Deel XXII, uitg. Koninklijk Geschied- & Oudheidkundig Genootschap van Vlaams-Brabant, 1988, 570 p. Aldaar pp. 85,86.
(3) Arnold Blockerije: 'De kerk van O.L.V.-Lombeek', uitg. RAP v.z.w., 24 p. Aldaar p. 12.
Aangevuld in september 2024.
|