De Pilter
Vroegere herberg, filmzaal aan de Ledebergstraat |
|
De naam duikt op in 1544: ‘den piltere'; in 1550: ‘eenen bogaert geheeten den piltere'. Eigenaar van die boomgaard was het Hof te Dalem. Was een nog vroegere eigenaar of huurder een ‘pilter', Middelnederlands voor iemand die huiden bewerkt of pelsen maakt?
In 1685 was het een afgesloten erf van 368 roeden dat tot aan de Dries reikte en waarop een huis stond, bewoond door ene Peeter Van der Kelen; ‘... daer hij woondt genaempt den Pilter op Ledeberch ... voren aenden driesch ...'.
Wie er de eerste herbergiers waren is (voorlopig) niet geweten. Waren het in de tweede helft van de 18e eeuw, Willem De Weerdt en Andrea Constantia Vernaillen? Waren zij ook eigenaar van het perceel, dat toen al niet meer tot aan de Dries reikte. Is de plaatsnaam ‘de pilter' toen ook huisnaam geworden? Zeker is dat hun zoon Jozef, in 1811 getrouwd met Anne Marie Van Cutsem uit Eigenbrakel, eigenaar was van erf en huis en waarschijnlijk hielden zij ook een aantal jaren de herberg open. In 1842 was Jozef nog steeds eigenaar, maar woonde te Pollare; een jaar later overleed hij. Is Livinus De Schepper (Liedekerke 1814-Pamel 1882) (1) toen eigenaar geworden? Zeker is dat hij nadien in de Pilter (huidige Ledebergstraat nr. 13) achter de tapkast stond. Livinus was tevens schoenmaker. (2) Eerst in 1845 gehuwd met Maria Coppens (Pamel 1829-Pamel 1849), trouwde hij een tweede maal in 1850 met Maria Theresia Walckiers (Borchtlombeek 1820-Pamel 1893).
|
|
Op Zondag 7 november 1858, om 3 uren namiddag zal er by Livin De Schepper te Ledebergh-Pamel eene luysterryke Vogelbolling (3) plaets hebben. De pryzen zullen bestaen uit 7 paer laerzen en twee paer schoenen. De genen die de pryzen behaeld hebben, zullen onmiddellyk na de bolling de maet genomen worden.
N.B. Men zal vry zyn in plaets van 1 paer laerzen 16 franks te eysschen. |
in ‘Den Denderbode' van 24/10/1858 (4) |
|
|
Een dochter van Livinus bleef in het ouderlijk huis wonen: Maria Virginia De Schepper (Pamel 1852-Pamel 1911), gehuwd in 1888 met Frans Edmond Van Cutsem (Pamel 1862-Pamel 1920). Later nam opnieuw een dochter herberg de Pilter over: Maria Theresia Eulodia (Pamel 1890-Pamel 1942) (4), in 1915 gehuwd met Modest Theofiel De Leeuw (Strijtem 1877-Pamel 1945). (5) (6) Het moet na 1931 zijn geweest dat zij de herberg verkochten (7) aan Alfons Jozef Minner, in 1921 gehuwd met Maria Cosijns uit Okegem. Alfons/Fong was niet alleen herbergier, maar hij richtte ook een zaaltje in waar hij films draaide, de enige ‘echte' filmzaal in Pamel! |
|
foto 2013
|
|
--------------------------------------------------------------------------------------
(1) Zoon van Jan-Baptist De Schepper
(1784-1864) en Bernardina Weekers (1786-1849).
(2) De zoon van Livinus, Petrus De Schepper vernoemde zijn vader ook als eigenaar van de kapel op Kattem.
(3) ‘Bolling' naar ‘vogels' (cfr. liggende wip) op het einde van de ‘bollebaan'.
(4) Overgenomen van Bart Caulier in Rausa, 2e jg, nr 4. Aldaar p. 9.
(5) Volgens een andere bron stierf Eulodie in 1952 en Theofiel in 1955.
(6) Hun zoon Jean trouwde met Alphonsina Van Den Borre en hun dochter Virginia trouwde met Victor De Vos.
(7) Modest en Eulodia verhuisden met hun gezin naar de overkant, nu Ledebergstraat nr. 16. |