boomstructuur: startpagina >
AZ-index > artikelindex D > artikel


De Eendracht/ Armonia

Koninklijke fanfare/Concertband te Borchtlombeek
1. Vereniging

1. 1. Op initiatief van herbergier Franciscus Eylenbosch werd in 1870 te Borchtlombeek een fanfare opgericht, ‘De Eendracht’ genoemd. (1)
Volgens hun ‘standregelen’ (statuten) namen de oprichters zich voor de muziekkunst aan te leren, te beoefenen en te verfijnen, godsdienstige en burgerlijke plechtigheden op te luisteren en feestelijkheden in Borchtlombeek en omgeving te begeleiden.

1.2. Bij optredens van de fanfare was het vaandel steeds prominent aanwezig. Er worden nog twee oude vaandels bewaard, waaronder:
 

(2)

Het recentste vaandel werd in 1978 geborduurd.

1.3. Al vlug kreeg De Eendracht een dorpspolitieke kleur, die van de partij ‘de Witte’ en trad ze o.a. op bij de huldiging, de begrafenis van partijleden, bij verkiezingen. Gemeenteraadsleden van de partij waren gewoonlijk ook bestuurslid van de fanfare.
Met de overgang van de Witte(n) naar de CVP werd en bleef De Eendracht nog jaren een CVP fanfare.

1.4. Bij koninklijke beslissing van 10 december 1976 mocht de fanfare de titel voeren van ‘Koninklijke Maatschappij’.

1.5. Met Arthur De Doncker als dirigent van de fanfares De Eendracht in Borchtlombeek en OLV-Lombeek was er in de jaren (19)60 een sporadische samenwerking ontstaan. Niet verwonderlijk dus, dat toen er begin de jaren (19)70 in beide korpsen vooral door veroudering een gebrek aan muzikanten was, er werd besloten tot een hechte samenwerking: repetities, driemaal per maand in Borchtlombeek en eenmaal in OLV-Lombeek, zo ook de jongerenopleiding; naar buiten toe gezamenlijk optreden als één fanfare. Wel bleven de beide fanfares bestaan met een eigen bestuur. Maar eind de jaren (19)80 ontstond er wat spanning o.a. omtrent de aanstelling van een nieuwe dirigent, maar ook door de druk van (te)vele optredens in beide dorpen. Bovendien konden door de komst van jonge muzikanten beide fanfares weer op eigen benen verder. In 1991 werd de samenwerking dan ook stopgezet.

1.6. In de jaren 20(10) werd de fanfare een vzw.

2..Spelende en niet-spelende leden.

2.1. Vele jaren waren de muzikanten uitsluitend mannen. Pas in de jaren (19)70 kwamen Maggy Van Asbroeck en Lutgart Ots als eerste vrouwelijke muzikanten aansluiten. Anno 2021 was hun aantal gestegen tot 24 van de 46 muzikanten!

2.1.1. Rekrutering en opleiding van muzikanten zijn altijd een grote zorg geweest.
Tot aan WO II waren het de betere muzikanten, o.a. Rudi Meert en dirigent Jacobus Peperzak, die de jonge muzikanten het muziek spelen bijbrachten. Die opleiding werd toen thuis gegeven! Na WO II kon de fanfare dankzij ervaren spelers verder, tot zij meestal omwille van ouderdom ermee stopten, echter met onvoldoende vervanging. Soelaas bracht wel de samenwerking met de fanfare van OLV-Lombeek, maar er was dringend nood aan jonge muzikanten. Alle kinderen van Borchtlombeek tussen 8 en 12 jaar werden aangesproken en in 1972 startte Etienne De Vos met lessen notenleer aan een 20-tal kinderen. Verschillende werden wekelijks thuis opgehaald! Na één jaar notenleer kregen ze een instrument in handen. En … ook voorzitter Maurits Pralle en feestleider Daniel Claeys leerden een instrument bespelen. Na een leerperiode van september tot april konden de jonge muzikanten voor het eerst optreden op de meiviering van 30 april 1974. (3) Nadien behaalden ze op tornooien voor jeugdsolisten nog meermaals ereprijzen. Om de twee jaar werd een nieuwe lichting jonge muzikanten opgeleid. Ook nog in 1998:
 


In reclamebrochure van de fanfare.

Eveneens werden de jonge muzikanten gesteund om muziekacademie te volgen door hun inschrijvingsgeld te betalen en hen een instrument ter beschikking te stellen.
Om de saaie periode van notenleer te overbruggen en aldus de potentiële muzikanten te behouden werd in 1984 gestart met een trommelkorps. Zij repeteerden op zaterdag en waren al vlug enthousiast. In september 1986 ging een tweede groep van start en op 28 februari 1987 konden de trommelaars op het concert van de fanfare voor het eerst optreden. Nadien traden ze als zelfstandig slagwerkensemble nog op meerdere concerten op, zelfs in Duitsland, maar natuurlijk ook te Borchtlombeek:
 


strooibriefje

Maar toen het voor de opgroeiende trommelaars o.a. wegens hun studies moeilijker werd om te repeteren werd het trommelkorps beëindigd en werden de overblijvende slagwerkers terug geïntegreerd in de fanfare.

2.1.2. Tot in de jaren (19)60 repeteerde de fanfare te Messens, in een zaal aan de Weverstraat. Deze zaal geraakte in onbruik, werd afgebroken en er werd verhuisd naar een achterzaaltje in Den IJzer aan het Kerkplein. Zaaltje dat in de loop der jaren nog wat aangroeide, een goede akoestiek had en dat bijna uitsluitend werd gebruikt door de fanfare, die er dus na de repetitie ‘alles’ kon laten staan. Ook anno 2022 werd er zoals voordien op woensdag gerepeteerd.

2.1.3. Het huishoudelijk reglement van 1965 bepaalde: ‘De muziekleider heeft als opdracht al de muzikale verrichtingen te leiden en stelt het bestuur maatregelen voor die hij nuttig acht voor de vordering en ontwikkeling van de maatschappij. Voor wat muzikale aangelegenheden betreft maakt hij deel uit van het bestuur als raadgevend lid.’ En ook: ‘De uitvoerende (werkende) leden moeten hem gehoorzaamheid betonen voor al wat de muzikale prestaties betreft.'

Dirigenten:
1870 - ca. 1909: Raspé Hippolytus
ca. 1909 - 1926: De Vos Ludovic
1926 - 19xx: Peperzak Jacobus
19xx - 19xx: Vanneau E.
19xx - 195x: Nobels A.
1959 – 1977: De Doncker Arthur (4)
1978 – 1988: De Vos Etienne (4)
1989 – 1995: Amez Willy (4)
1995 – 2000: Van Asbroeck Roger (4)
2000---------: Asselman Andy

2.2. Vroeger betaalden gegoede burgers de pinten, maar ook al eens een muziekinstrument, de partituur van een nieuw muziekstuk, … Trouwens menig Borchtlombekenaar betaalde jaarlijks evenzeer 'lidgeld'. Die financieel steunende leden werden ‘mambers’ genoemd.

2.3. Het huishoudelijk reglement van 1939 bepaalde: ‘Elk lid van de maatschappij heeft bij zijn overlijden, recht op een H. Mis met vurige uitnoodiging van al de leden.’ En ook: ‘Een Ceciliafeest zal jaarlijks al de leden van de maatschappij vereenigen. Dagorde, geldinningen, ceciliatafel, plaats en datum zullen door het bestuur vastgesteld worden.’

2.3.1. Rond haar naamdag werd jaarlijks Sint-Cecilia gevierd (5). Na WO II begon het feest telkens met een mis voor de overleden leden. Nadien stapte de fanfare op de tonen van marsmuziek van café naar café om uiteindelijk in de namiddag aan de zaal Messsens te arriveren waar de tafel gedekt stond voor muzikanten en leden: soep met balletjes, vol-au-vent, rosbief of varkensvlees met groenten en kroketten. Moment ook om verdienstelijke muzikanten en bestuursleden te eren met een medaille. Nadat in de Weverstraat nog enkele cafés werden aangedaan werd bij Messens afgesloten met een bouillie gegarneerd met wortelen, erwten en aardappelen. (6) Vanaf 1969 ging het Sint-Ceciliafeest door in de parochiezaal/het Ontmoetingscentrum. Sinds de jaren (19)80 speelde de fanfare in de zondagsmis, waarna nog voor het diner werd opgestapt naar enkele cafés. De volgende jaren werd het menu geleidelijk aangepast, werd het feest verschoven naar zaterdagavond, was er geen mis meer, bleven de cafés achterwege, werden ook zij die meehielpen aan activiteiten uitgenodigd.

2.3.2. Eveneens om de muzikanten, bestuursleden, leden en helpers te danken ging er jaarlijks een meiviering door. Spelend langs bevriende cafés stapte de fanfare naar het (schoongemaakte) magazijn van voorzitter Theophiel De Smet, waar een Breugheliaans buffet stond opgesteld en waar de muzikanten na enige tijd ten dans speelden. Buiten werd door de jeugd rond de meiboom gedanst. Rond 1956 verhuisde de meiviering naar Den IJzer, vanaf 1970 werd het buffet geopend in de parochiezaal/het Ontmoetingscentrum. Daar kregen nieuwe, jonge muzikanten ook de gelegenheid om voor het eerst op te treden  voor een publiek. (7)
Om o.a. verlost te zijn van het materiële werk dat de viering telkens meebracht werd er in de periode 2007-2016 voor geopteerd om in mei de viering ter plaatse te vervangen door een weekend op reis, o.a. in 2013 naar Friesland, in 2015 naar de Moezel en de Our, in 2016 naar Frans Vlaanderen.

3. Het bestuur was altijd een mix van spelende en niet-spelende leden.

3.1. Ook het bestuur was vroeger een mannenwereld, zelfs nog in 1991: erevoorzitter: Maurits Pralle; voorzitter Kris Lauwaert; ondervoorzitters Daniel Claeys, Walter Govaere; secretaris Cyriel Van den Nest; schatbewaarder Paul De Kegel; bestuursleden Marc De Frère, Denis Jacobs, Amedee De Mot, Henri Ots, René François, Erwin Van Dessel, Pieter Segers, Georges Wets.
Intussen zijn er ook vrouwelijke bestuursleden en worden de muzikanten nog uitdrukkelijker vertegenwoordigd. Zoals blijkt uit de samenstelling van het bestuur in 2020: voorzitter Kris Lauwaert; ondervoorzitter Fien De Keulenaer; secretaris Linsy Podevin; schatbewaarder Geert Pralle; bestuursleden Marc Borremans, Rudy Bracquez, Stijn Claes, Karolien De Belser, Denis Jacobs, Betty Rodts, Erwin Van Dessel.
Zij vergaderden elke eerste donderdag van de maand.

3.2. Voorzitters
1870 - 17/5/1878: Eylenbosch:Franciscus
187x - 10/9/1902: De Ro Leopoldus
1904 - 192x: Barbier Arthur Joannes Ferdinandus
192x - 193x: Wauters Eduardus
193x - 26/8/1954: De Smet Theophilius
1954 - 19xx: Van Lierde Eduard
19xx - 1966: Van der Kelen Rufinus
1966 - 1991: Pralle Marion/Maurits
1991 - -------: Lauwaert Kris

4 Inkomsten en uitgaven

4.1. Eertijds kon de fanfare financieel overleven dankzij de mambers. In de loop der jaren groeiden Vlaamse kermissen en eetfestijnen uit tot de belangrijkste bronnen van inkomsten. Daarnaast kreeg de fanfare o.a. ook subsidies (bv. in 1997 van de gemeente 5000 fr.) en vergoedingen of inkomgelden bij optredens.

4.1.1. Begin de jaren (19)30, op de tweede zondag (en maandag) van augustus, waren in een boomgaard achter café Bij Lisken, een zestal kraampjes opgesteld. Er werden frieten gebakken, pintjes geschonken, … enkele muzikanten speelden ten dans. Intussen amuseerden de kinderen zich op de twee kindermolens. De eerste Vlaamse kermis van fanfare De Eendracht was een feit! Ook na WO II werden er in augustus in diezelfde boomgaard afzonderlijke kraampjes opgericht: toog, frietkraam, saucissenkraam, bloemenkraam, viskraam, wijnkraam, ballenkraam en ook kindermolens en een schuifaf. De dansvloer lag nog steeds in open lucht. Pas in de jaren (19)60 werd er, nadat enkele bomen waren gerooid, een tent opgetrokken. Op zaterdag was er schieting op de liggende wip, op zondagnamiddag musiceerde een bevriende fanfare, op zaterdag- en zondagavond speelde een orkest uit de regio dansmuziek. Ook kon men er genieten van o.a. een stevige pint en een bord lekkere mosselen. De tent werd langzaam te klein en men verhuisde naar de Weverstraat waar een grotere tent kon worden opgetrokken. (8)
 


strooibriefje

De jaren daarop werd de vrijdagavond voorbehouden aan de T-Dansant voor de jeugd, trad er op zaterdag en/of op zondag een vedette op, speelde een orkest ten dans, zorgden activiteiten als een modeshow van vooral (mannelijke!) bestuursleden, de playbackshows, de acht uren van Borchtlombeek, de verkiezingen van sterkste man, sterkste vrouw voor ambiance en een gezonde wedijver. Maar intussen werd het mosselfestijn (eerst aangevuld met stoofvlees, later met brochettes) meer en meer de kernactiviteit van de Vlaamse kermis van fanfare De Eendracht.
 


voorpagina reclamebrochure ven de fanfare

4.1.2. Maar de fanfare had nood aan meer inkomsten en richtte daarom vanaf begin de jaren (19)70 jaarlijks in de parochiezaal/het Ontmoetingscentrum een eetfestijn in.
 


strooibriefje

De varkenslapjes werden varkensgebraad, eens zelfs kalkoengebraad. Vanaf de jaren (19)90 werd ook opgediend op maandagavond.

4.2. Uiteraard moesten telkens de aldus ontvangen inkomsten verminderd worden met de ervoor gedane kosten. Met die netto opbrengsten werden in het verleden grosso modo drie categorieën van onkosten gedekt:

4.2.1. Soms moest het vaandel hersteld worden of zelfs een nieuw geborduurd (kostprijs in 1978: meer dan 100000 fr.).
Het heeft lang geduurd vooraleer de muzikanten een uniform droegen. Weliswaar kregen ze eind de jaren (19)50 een muts met een schildje op, daarna een vlootjes muts met rood bovenvlak. Pas in 1978 bestelden de fanfares van Borchtlombeek en OLV-Lombeek samen een uniform: een blauwe vest met gemeenschappelijk logo en een grijze broek of rok, ook een kepie of vlootje. De muzikanten hebben dit uniform tot begin de jaren 2000 gedragen, tot het geleidelijk aan achterwege was gelaten. Later kregen ze een licht blauw hemd waarop de naam van de fanfare was aangebracht, daarna droegen ze een beige poloshirt. Tenslotte werd gekozen voor een zwart hemd of zwarte blouse en een zwarte broek of rok, geaccentueerd met een goudgele das/foulard of een rode vlinderdas/bloem. (9)

4.2.2. De instrumenten werden kosteloos ter beschikking gesteld van de muzikanten en de fanfare zorgde ook voor het onderhoud ervan. Bv. in 2002 spendeerde ze 6000 € aan de aankoop en het onderhoud van instrumenten. Het  huishoudelijk reglement van 1965 bepaalde: ‘De ontlener mag geen instrumenten gebruiken voor aktiviteiten vreemd aan de vereniging zonder voorafgaande toestemming van het bestuur.’ Soms werd door de muzikant toch een instrument aangekocht. Dan zorgde de fanfare voor een goede prijs-kwaliteit verhouding. Doordat de fanfare evolueerde naar een harmonie moesten ook verschillende houtblazers en slagwerkinstrumenten worden gekocht. Uiteraard moesten ook partituren worden betaald.

4.2.3. Naast de algemene kosten voor een doorlopende werking, waaronder o.a. een rondje tijdens de wekelijkse repetities, betaalde de fanfare ook de eventuele tekorten van concerten (inclusief het etentje op de repetitieweekends) en andere optredens en werd sowieso bijgelegd bij de Sint-Ceciliafeesten, de meivieringen, de (muzikale) uitstappen.

5. Muzikale activiteit

5.1. In haar 150-jarig bestaan evolueerde de fanfare van een groep mannen die opstapte met koperen blaasinstrumenten en slagwerk, naar een gemengd harmonieorkest dat nog maar sporadisch marsmuziek speelde en zich meer en meer toespitste op het geven van concerten, niet alleen met koperblazers en meer slagwerk maar ook met houtblazers, laatst ook met violen.

5.2. In Borchtlombeek luisterde de fanfare de vele jubilea op van muzikanten en leden. Bij wijlen kreeg ook een honderdjarige een serenade. Overleden leden werden onder het spelen van treurmarsen begeleid naar hun laatste rustplaats.
Op de kermisdagen waren er wandelconcerten. Ook werd er al eens van huis tot huis gegaan om een deuntje te spelen en wat geld op te rapen. Soms werd er gespeeld bij de opening van een café, op een straatfeest, … om een duivenmelker met zijn kampioenen te vieren.
De fanfare was present op verkiezingsdag, gewis bij de verkiezing van een burgemeester van 'de Witte', soms bij de heropening van een vernieuwde straat, zeker op Wapenstilstand en/of op Koningsdag.
Somtijds kreeg ook de nieuwe pastoor een muzikaal eerbetoon van de fanfare, die ook processies en openluchtmissen opluisterde. Haar eerste optreden na WO II was het spelen in de processie op 4 juni 1945.
Tevens gaf de fanfare te Borchtlombeek in de zaal Messens, in Den IJzer, in de kerk en in de parochiezaal/het Ontmoetingscentrum vele eigen concerten. Vanaf 2008 (10) ook regelmatig in Het Koetshuis.

 

1987

in Het Gouden Blad

2011 ........2012

in Kerk & Leven Parochieblad

2014

in Seizoensbrochure Het Koetshuis

2018

in Roosdaal Info

5.3. Buiten Borchtlombeek speelde de fanfare op festivals, concerteerde in OLV-Lombeek, Strijtem, Pamel, Liedekerke, Wambeek, Sint-Katherina-Lombeek, Ternat, Eizeringen, Lennik, Ninove, Erembodegem, Dilbeek, Elsene, Anderlecht, Sint-Joost-ten-Node, Brussel, Leuven, Oostende, Antwerpen, … Duitsland.

6. In 2020 bestond de fanfare 150 jaar, het zou een feestjaar worden:

6.1. Alvast kreeg fanfare De Eendracht een nieuwe naam, die uitdrukking gaf aan wat ze na 150 jaar was geworden: ‘Concertband Armonia’.

 


roll-up banner

6.2. Op 16 februari 2020 werd het jubileumjaar in de versierde Sint-Amanduskerk opgestart met een Valentijnsconcert. Samen  met een extra bezetting van hoorn en harp begeleidde de band Armonia het gastoptreden van de soliste-sopraan. Op het concert volgde ‘uiteraard’ nog een copieuze receptie. Maar kort daarop brak de coronapandemie uit en moesten meerdere al voorziene initiatieven afgelast of verschoven worden.

6.3. Daardoor kon het rijk geïllustreerde boek ‘150 jaar Koninklijke Fanfare De Eendracht Borchtlombeek’ pas op 17 oktober 2021 worden voorgesteld.




--------------------------------------------------------------------
(1) Zoals men o.a. ook in OLV-Lombeek de fanfare had genoemd, alluderend op ‘Eendracht maakt macht’.
(2) Opmerkelijk is de datum: 1877!
(3) ‘150 jaar Koninklijke Fanfare De Eendracht Borchtlombeek’, Concertband Armonia vzw, 2021, 102 p. Aldaar pp. 76-77.
(4) Deze data zijn afgeleid uit verschillende bronnen, maar absolute zekerheid is er niet. Volgens Luc Van Liedekerke in de brochure ‘De Kapel van De Zeven Beuken te Strijtem' was Arthur De Donker dirigent tot in 1979. In het boek ‘150 jaar Koninklijke Fanfare De Eendracht Borchtlombeek’ werd vermeld dat Etienne De Vos dirigent was van 1978 tot 1998, met een onderbreking in 1993/1994; dat Willy Amez dirigent werd in 1989, maar volgens hetzelfde artikel was hij dirigent van 1993 tot 1994; dat Roger Van Asbroeck dirigent was van 1998 tot 2000 terwijl hij volgens andere bronnen al dirigent was in 1995.
(5) 22 november, beschermheilige van de muzikanten.
(6) o.c. (noot 3). Aldaar pp. 38-39.
(7) o.c. (noot 3). Aldaar p. 60.
(8) o.c. (noot 3). Aldaar pp. 63-64.
(9) o.c. (noot 3). Aldaar pp. 88-89,91.
(10) Uit dank voor deze cultuurtempel verzaakte de fanfare dat jaar aan de gemeentelijke subsidie.