de Champaigne Philippus Onderpastoor te Borchtlombeek en te Pamel (van 1666 tot 1668)
	Philippus werd geboren te Brussel in 1629 en overleed te Okegem op 13 mei 1698. Hij werd te Brussel priester gewijd op 25 mei 1652. Nadat hij te Borchtlombeek onderpastoor was geweest werd hij op 18 april 1666 in de kapittelzaal van de abdij aangesteld tot circator. Maar al op 23 oktober 1666 benoemde de abt hem tot onderpastoor te Pamel en tot kapelaan/deservitor (waarnemend pastoor) op Ledeberg. Hij fungeerde er tot 28 februari 1668. In september 1669 werd hij deservitor te Outer. Na in de abdij nog cellier te zijn geweest werd hij op 6/13 februari 1675 pastoor te Okegem en bleef het tot aan zijn overlijden. Hij werd omschreven als een toegewijd (onder)pastoor, bekommerd om de parochianen. Zijn levensleus was: ‘Philippus de Champaigne, Dieu t’accompaigne’.