Strens Arthur + dochters Maria, Martha en Cecile + zonen Honoré en Emiel
47 jaar koster te Pamel
|
|
- Strens Arthur werd geboren te Hekelgem (1) op 26 september 1882 en overleed te Pamel op 18 mei 1972. Van 1905 tot 1908 volgde hij te Mechelen de 'kerkmuziekschool der verenigde bisdommen'. Eerst koster te Wommelgem, werd hij in juli 1911 te Pamel aangesteld als koster-orgelist van de parochie Sint-Gaugericus. Te Wommelgem had hij Maria Constantia Van Dijck (Wommelgem 8/12/1888-Pamel 3/12/1955) ontmoet met wie hij er huwde op 22 juni 1912. Het jonge koppel ging te Pamel aan de Kleistraat wonen, maar al vlug kochten zij aan het kerkplein dicht bij de pastorie een bouwgrond, bouwden er hun woonhuis en gingen er begin 1916 wonen.
Arthur Strens bleef koster-orgelist tot in 1958, 47 jaar lang de gepaste misgewaden uit de kast halen en terughangen, de kelk, de ampullen, ... soms het wijwatervat met wijwaterkwast, het wierookvat, de relikwiehouder en uiteraard ook het schaaltje, ... klaarzetten en terug opbergen, het orgel bespelen en erbij zingen, bij een berechting voor de priester stappen met belletje en flambeeuw, ... Maar ook de klokken, tot de elektrificatie eind 1929, (mee)luiden en de 92 treden van de kerktoren beklimmen om het uurwerk op te winden.
Blijkbaar bracht dat kosterschap hem onvoldoende op en hij zocht dan ook bijverdiensten, marchandeerde erover. Zo kreeg hij voor sommige bijtaken een extraatje: in 1913 een jaarbedrag van 100 fr voor 'het luiden van de aftochtklok en het opwinden van de kerkhorlogerie' (2), in 1919 werd dat 190 fr. (3). In 1936 kocht hij een lijkwagen (4), de eerste in Pamel. Van de kerkfabriek bekwam hij dat telkens de lijkwagen gebruikt werd, hij 25 fr ontving bovenop zijn loon (5). Vanaf maart 1938 kreeg hij 1000 fr per jaar voor het bedienen van de klokken bij een lijkdienst (de 25 fr voor de lijkwagen viel dan wel weg). Toen in 1943 in de kerktoren de elektriciteit was afgesneden moest hij naar boven voor het luiden van de overblijvende klok (6), hij kreeg er weer 1000 fr voor. Intussen had hij in 1926 zijn woning gelijkvloers naar rechts vergroot en er een kruidenierswinkel geopend.
|
|
|
|
Het gezin: rechtstaand v.l.n.r.: Strens Emiel, Martha, Honoré, Maria, Alfred (°1916, +2002), Cecile;
zittend v.l.n.r.: Strens Arthur, Jozef (°1913, +1966), Van Dijck Maria C.
|
|
|
|
- Strens Maria
werd geboren te Pamel op 24 mei 1914. Na op Ledeberg lagere school te hebben gelopen studeerde ze enkele jaren in een kostschool te Zaffelare. Op 2 februari 1937 trad ze te Gent in bij de Zusters van Liefde van Jezus en Maria en op 20 augustus 1938 werd ze er geprofest als zuster Marie-Wivine. Daarop verhuisde ze naar het klooster te Eeklo om er de normaalschool te volgen en er onderwijzeres te worden. Vervolgens gaf ze te Brussel enige tijd les aan doofstomme meisjes. Daarna verrichtte zuster Marie-Wivine allerlei werk, achtereenvolgens in het klooster te Oostende, Melsele en Berchem. Ze overleed te Mortsel op 1 april 1982.
|
|
- Strens Honoré
werd geboren te Pamel op 12 juli 1915. Hij volgde de humaniora bij de Kapucijnen te Aalst. Te Pamel was hij lid van de Studentenbond. Op 14 september 1932 werd hij te Edingen 'aanvaard' in de kapucijnerorde en werd er op 15 september 1933 geprofest als pater Gurik. Te Izegem studeerde hij godgeleerdheid, maar toen de oorlog uitbrak vluchtte hij naar het klooster der Kapucijnen in Toulouse, waar hij op 9 juni 1940 priester werd gewijd. Nog hetzelfde jaar keerde hij terug naar België, naar het klooster te Herentals en volgde er een cursus 'gewijde welsprekendheid'. In 1942 werd hij leraar Nederlands in het college te Doornik en stond er ook in voor de bibliotheek van het klooster. Op 31 december 1946 verhuisde pater Gurik naar het klooster van Meersel-Dreef, deed er dienst in de parochie en was ook hier verantwoordelijk voor de kloosterbibliotheek. Op 20 juni 1950 werd hij provisor in het klooster te Brussel. Vanaf eind 1952 trok hij in Brabant van parochie tot parochie, ijverend voor de Derde Orde (van niet-kloosterlingen) en tevens de tijdschriften van de kapucijnerorde propagerend. In februari 1956 werd hij te Hekelgem na het opdragen van de mis onwel, voorteken van een ziekte waaraan hij op 25 maart 1957 in een ziekenhuis te Ukkel overleed.
|
|
- Strens Anna Martha werd te Pamel geboren op 4 januari 1918. Nadat ze te Zaffelare op kostschool was geweest, hielp ze thuis in het gezin en bediende tot 1972 de klanten in kruidenierswinkel Strens. Op pensioen was ze verschillende jaren de actieve voorzitster van de Kristene Bond van Gepensioneerden van Pamel. Ze overleed te Roosdaal in het woon- en zorgcentrum O.-L.-Vrouw op 20 maart 2006.
|
|
1971: publiciteit in folder I.M.I.
|
|
- Strens Emiel
werd geboren te Pamel op 22 juni 1919 en overleed te Herentals op 6 september 2005.
Tot en met het 5e leerjaar zat/ravotte hij op de lagere school van Pamel, het 6e leerjaar en de humaniora volgde hij aan het Serafijns College te Brugge. Zijn interesse voor wetenschappen en techniek (7), zal hem ook later, in de brousse helpen 'zijn plan te trekken'.
Op 17 september 1937 trad Emiel Strens binnen bij de Kapucijnen te Edingen. Na 1 jaar noviciaat werd hij geprofest als pater Juventius en ging hij in Brugge wijsbegeerte studeren. In 1940 vluchtte hij naar Frankrijk, studeerde verder in Carcassonne, kon in 1944 terugkeren naar Brugge en werd er op 8 juni priester gewijd (eremis te Pamel op 15 augustus).
Na nog wat vorming in Herentals vertrok Pater Emiel uiteindelijk op 15 februari 1947 vanuit Antwerpen naar het toenmalige Belgisch Kongo, naar Molegbe in het Noord-Westen, bij de Ngbandi-stam (stam van Mobutu). Hij was er drie jaar leraar aan het klein seminarie, maar ook bouwheer van een vakantiehuis voor de seminaristen, een woonhuis voor de paters ... In 1950 werd hij broussepater, zes maanden in Wapinda en daarna tot in 1959 te Abumombazi. Met de auto, op de motor, op de fiets, te voet de brousse in om er de mis op te dragen, te dopen, melaatsen te verzorgen, ... en tegelijkertijd op de missiepost, klassen bouwen voor de meisjesschool, ook een garage en een atelier om er koffie te ontbolsteren. In Yakoma maakte hij in 1960 de onafhankelijkheid mee, maar mocht veertien dagen later op verlof, naar België. Datzelfde jaar keerde hij al terug, naar de procure van Businga waar hij o.a. zorgde voor de aanvoer en verdeling van voedselpakketten. In 1962 ging hij terug naar zijn eerste missiepost in Molegbe: godsdienstleraar, bestuurder van de zwarte broeders, toezicht op de drukkerij en garage, een meisjespensionaat bouwen en dat terwijl rebellie er het leven moeilijk maakte. In 1979 verhuisde hij naar Mobayi-Mbongo om er te werken op de parochie en in de broussedorpen; samen leven en werken met Zaïrese priesters en catechisten. Stilaan had Pater Emiel toen toegang gekregen 'tot bij de hoogste burgerlijke instanties' (8) (lees omgeving Mobutu). Eventuele kritiek hierop wordt gemilderd doordat hij ongetwijfeld (onder)handelde vanuit zijn zorg voor de missie en voor zijn zwarte medemensen.
Hij kwam nu wat vlugger naar België, zo ook in 1994 toen hij op 31 juli te Pamel zijn gouden priesterjubileum vierde.
|
|
|
|
Terug naar Mobayi-Mbongo zou hij er nog tot in 1997 werken om dan noodgedwongen voorgoed naar België terug te keren, eerst naar Aalst en vanaf 2000 naar de kapucijnengemeenschap van Herentals.
Op zijn doodsprentje werd pater Emiel raak getypeerd: opgevoed als jonge Vlaams idealist; een heel eigen visie op mensen en situaties; een doorzetter, onverwoestbaar optimist vanuit een franciscaanse blijmoedigheid; een bijzonder gedreven priester-missionaris.
|
|
- Strens Cecilia Augusta Emilia
werd te Pamel geboren op 18 november 1922. Zij studeerde voor onderwijzeres aan de normaalschool O.-L.-V.-Ten Doorn te Eeklo.
Op 1 oktober 1941 werd ze aangesteld in de meisjesschool op Ledeberg-Pamel, waar ze in het eerste, later in het derde en vierde leerjaar voor de klas stond, tot ze op 28 februari 1975 met pensioen ging.
Bij het begin van een schooljaar waren sommige leerlingen niet zo happig om bij haar te zitten, maar achteraf viel alles toch nog mee.
Na de dood van haar ouders bleef zij samen met haar zus Martha in het ouderlijk huis wonen, verhuisde uiteindelijk naar het woon- en zorgcentrum O.-L.-Vrouw in Roosdaal, waar ze op 10 januari 2012 overleed.
|
|
-------------------------------------------------------------------------
(1) Zoon van Carolus Adolf Strens en Mathilde De Smedt. Carolus Adolf was koster te Hekelgem.
(2)
In verslag gemeenteraad.
(3) In 1919 stelde hij zich zelfs kandidaat als gemeenteontvanger, maar kreeg geen enkele stem.
(4) De 'doëtkoesj' of de 'korbijaar' zei men in Pamel.
Daar de koster geen paard had deed hij een beroep op
Gustaaf De Boitselier die zijn paard inspande en ook koetsier was.
(5) De kerkfabriek rekende die vergoeding wel heel ruim door aan de familie van de overledene: bv. 75 fr. bij een dienst van 10 u. en 175 fr. bij een dienst van 11 u.
(6) De Duitsers hadden de twee andere klokken laten wegnemen.
(7) In DF-Klokje, januari/februari 1990, 22e jaargang nrs 1/2. Aldaar p.11.
(8) Op zijn doodsprentje.
|