Haeck Jacobus
Onderpastoor te Pamel van 1898 tot 1900 en kapelaan op Ledeberg van 1900 tot 1913
|
|
Geboren te Laken op 16 augustus 1869 en overleden te Eizeringen op 7 oktober 1938.
Op 3 januari 1892 werd hij te Mechelen priester gewijd. Hij was eerst leraar te Halle, dan onderpastoor te Hever en in 1898 werd hij onderpastoor te Pamel. Maar hij fungeerde vooral op Ledeberg en werd er in 1900 dan ook benoemd tot kapelaan. (1) Op 16 september 1913 werd hij benoemd tot pastoor van Eizeringen, op 19 september ingehaald (2).
Zijn Ledebergse parochianen waardeerden hun kapelaan om zijn inzet.
Aan de kapel van Ledeberg werd onder hem (3) rond 1910/1911 de 'annexe' aangebouwd (4).
------------------------------------------------------------------------
(1) Zijn moeder, Carharina Strauven, woonde bij hem in de kluis.
(2)
Volgens een door een onbekende schrijver in het Frans opgestelde brief, rustend in het aartsbisschoppelijk archief te Mechelen was kapelaan Haeck ‘een zeer vroom en ijverig priester en in Ledeberg dus zeer bemind. Maar zijn populariteit wekte achterdocht op bij pastoor Van Eyndhoven zodat ... kapelaan Haeck, die nog graag op Ledeberg wou blijven, voor het dringend verzoek van pastoor Van Eyndhoven zwichtte en in 1913 vroeg om pastoor benoemd te worden in Eizeringen ...'
(3) Maar zeker ook onder impuls van pastoor Van Eyndhoven, bemoeizucht die kapelaan Haeck niet apprecieerde.
(4) Voor de leerlingen van het meisjespensionaat op Ledeberg.
|
|
|