Goethals Petrus
Pater Josephus, pastoor te Pamel van 1756 tot 1761, te Strijtem van 1761 tot 1791
|
|
Werd op 7 augustus 1717 te Bellem geboren. Hij trad de norbertijnenabdij van Ninove binnen toen hij 22 was, werd er ingekleed op 11 oktober 1741 met als kloosternaam Josephus en werd er op 9 september 1743 geprofest. Op 12 juni 1745 werd hij te Mechelen priester gewijd. Vanaf september 1747 bekleedde pater Josephus verschillende ambten in de abdij: achtereenvolgens cellier, supprior, novicemeester en lector. Op 26 november 1756 werd hij pastoor te Pamel, tot hij op eigen vraag, in december 1761 de ‘primus pastor' werd van de zelfstandig geworden parochie Strijtem. Hij bleef er tot bij zijn overlijden op 6 februari 1791.
In kerk van Strijtem gebeurden er onder zijn pastoorschap wel wat ‘renovaties': de middelgrote klok werd hergoten, een nieuw kerkuurwerk aangekocht, het plaveisel van de kerk vernieuwd, …
|