boomstructuur: startpagina >
AZ-index > artikelindex D > artikel


Den Bo(c)k

Brouwerij op Kattem
In deze nog goed bewaarde vroegere hoeve aan de Herststraat (nu nr. 31) woonde weleer de familie Steppé. Naast een boerenbedrijf baatte zij ook een kleine brouwerij uit van lambiek en geuze (faro). Ook brouwde zij een licht witbier, bockbier geheten. Brouwer-boer in de 19e eeuw was Joannes Steppé gehuwd met Maria Joanna Evenepoel. Ook zoon Petrus, gehuwd met Sophia Rooseleer, brouwde toen en boerde op de hoeve. Maar hij overleed nog geen 44 jaar oud en het gezin had geen opvolgers. Waarschijnlijk hebben Maria Joanna en Sophia het brouwen voortgezet. Feit is dat ca 1910 Eduardus Alphonsus De Roock en echtgenote Maria Elisabeth Evenepoel (1) de hoeve overnamen en dat zij voornamelijk hopboeren waren. (2) Het boerenbedrijf werd ten laatste verdergezet door hun dochter Delphine De Roock, met de hulp van een inwonende knecht door iedereen gekend als ‘Koelj’ Segers. (3) (4)
 

(5)






---------------------------------------------------------------
(1) Eduardus Alphonsus werd geboren te Pamel op 11 juni 1886 als zoon van Jan-Baptist De Roock (°1845) en Maria Melania Timmermans (1843-1886). Maria Elisabeth werd op 20 februari 1883 geboren te Borchtlombeek als dochter van Leopoldus Evenepoel (°1834) en Anna Clara Dolphina Van Grimbergen (1844-1908). Leopoldus was de kleinzoon van Petrus Henricus Evenepoel, vader van Maria Joanna.
Eduardus en Elisabeth huwden te Borchtlombeek op 6 mei 1908.
(2) Hebben zij ook gebrouwen? Volgens Alphonsine Van Den Borre werd de brouwerij, bij de overname van de hoeve, hun eigendom en ze voegde eraan toe: ‘Waaruit den bok genaamd’. Team Kattem beweerde in 'Kattem Wandeling' dat de nieuwe eigenaars ‘geen brouwers meer waren.’ Bovendien wordt in de registers van de burgerlijke stand Eduardus alleen vermeld als landbouwer.
(3) In ‘Kattem Wandeling’, uitgave van Team Kattem, 2019.
(4) Delphine overleed in 1972 te Merchtem bij haar zus.
(5) Foto in ‘Rausa’, tijdschrift van Erfgoed Rausa, 2023, 11e jg., nr. 4. Aldaar p. 7.