boomstructuur: startpagina >
AZ-index > artikelindex D > De Bolle H. R. > artikel


De Bolle Hubert Remi/terugblik: voorzitter raad ven bestuur van de Plaatselijke Openbare Bibliotheek van Roosdaal van 1987 tot 1998
 
Toen ik op 23 maart 1987 ‘eenparig' tot voorzitter werd verkozen van de raad van bestuur van de Plaatselijke Openbare Bibliotheek van Roosdaal was daar al een ‘politieke strijd' aan voorafgegaan. Samen met de schepen van cultuur Henri Ots moest ik binnen de meerderheid en vooral bij het college van burgemeester en schepenen heel wat scepticisme overwinnen (1). Maar wij overtuigden hen te starten met voldoende garantie voor erkenning om dan te groeien, naar ik hoopte snel te groeien. VU en SP banaliseerden de voorstellen, stemden tegen; in hun partijbladen bagatelliseerden zij de oprichting (2).
Van bij het begin pleitte ik ervoor van de raad van bestuur geen log politiek apparaat te maken en daarom de samenstelling te beperken tot 9 leden en de politieke partijen te vragen ‘geïnteresseerden' af te vaardigen. (3) We vergaderden veelvuldig, begeleidden nauwgezet de oprichting, hielpen zelfs bij het opstellen van bestellijsten, bij het sorteren en plastificeren van boeken. Ook de vaste commissie van advies werd gevormd en samengeroepen.
Het lokaal achter de gemeentelijke basisschool te Pamel werd gerenoveerd; rekken, balie, tafels, stoelen en kopieerapparaat aangekocht. De parochiale bibliotheek werd overgenomen, alleen de boeken die voldeden werden opgenomen. Maar vooral, er werden vele boeken aangekocht. Een aantal ervan lieten we, om tijd te winnen buitenhuis plastificeren en catalogiseren, de andere boeken werden ter plaatse verwerkt door de al aangestelde bibliotheekassistente en de cultuurfunctionaris, die ze ook ordelijk in de rekken plaatsten.
Het uitlenen kon beginnen, voorwaarde om erkend te kunnen worden en zodoende werd ook ervaring opgedaan. Officieel werd de bibliotheek geopend op 17 juni 1988.
Intussen werd verder gewerkt aan de andere voorwaarden voor erkenning. De bibliothecaris werd aangesteld en nam de dagdagelijkse leiding over. Er kwamen steeds maar boeken bij, recente boeken die, zo werd verteld, in de omliggende P.O.B.'s nog niet te lenen waren. Steeds meer inwoners vonden de weg naar de bibliotheek. Bij zijn bezoek op 29 november 1988 stelde de inspecteur vast dat aan alle voorwaarden voor erkenning was voldaan. Vanaf 1 januari 1989 werd de bibliotheek dan ook door de Vlaamse Gemeenschap erkend en gesubsidieerd.
 
(4)
 

Naarmate alles vlotter verliep vergaderden we minder frequent, enkele keren per jaar. Door tegelijk met de vaste commissie van advies te vergaderen probeerde ik ook de leden ervan rechtstreeks bij de besluitvorming te betrekken.
En de bibliotheek bleef groeien: het aanbod werd telken jare uitgebreid met boeken, tijdschriften, dagbladen, CD's, internet, … het uitlenen werd geïnformatiseerd; in de week van de openbare biblioheek, in de jeugdboekenweek, … werden tentoonstellingen georganiseerd, schrijvers uitgenodigd; het lezersaantal nam gestaag toe en uiteraard werd het personeelskader uitgebreid. Een succesverhaal! Daarbij kreeg de bibliotheek in 1993 nog een extra stimulans toen ze in het nieuwe gemeentehuis ruim gehuisvest werd.
In 1998 nam ik ontslag omdat ik elders voorzitter werd en het m.i. moeilijk is tegelijk intens voorzitter te zijn van verschillende organisaties.

Naschrift:
- Ik heb veel genoegen beleefd aan mijn voorzitterschap, niet alleen omwille van het resultaat maar ook om de vlotte samenwerking met het personeel en met de leden van de raad en van de commissie. Ondanks de politieke samenstelling van de raad kwamen we steeds bij consensus tot een besluit.
Met evenveel deugd hoor ik heden ten dage dat de bibliotheek nog steeds tot veler voldoening functioneert.
- Graag had ik de bibliotheek op Ledeberg gezien maar de toenmalige schepen van onderwijs wou, zogezegd omdat ook de deken dat wilde, de bibliotheek in Pamel-centrum achter de gemeenteschool.
- Toen het duidelijk werd dat de bibliotheek ‘floreerde' begonnen ook de politici die bij de oprichting tegenwerkten en/of tegenstemden, de voorstellen mee goed te keuren en/of probeerden zij in hun verkiezingsdrukwerken zelfs verdiensten inzake de bibliotheek naar zich toe te trekken. Van politieke hypocrisie gesproken.
- Oorspronkelijk dachten we de bibliotheek ter plaatse in de hoogte uit te breiden of beter, hoopten we met subsidies een nieuwe bibliotheek te bouwen achter de gemeenteschool. Maar toen de schepen verantwoordelijk voor de gemeentegebouwen hoorde dat door de integratie van de bibliotheek in het gemeentehuis, de gemeenschappelijke bouwsels konden meegenieten van de bibliotheeksubsidies, moest eensklaps de bibliotheek ondergebracht worden in het te bouwen gemeentehuis. Achteraf bleek die subsidiëring tegen te vallen, maar intussen was een ruime bibliotheek een feit.
- Zoals ik toentertijd de nood voelde aan een bibliotheek, die een hedendaags informatiecentrum is geworden, voel ik heden, o.a. in de reacties op mijn website, ook nood aan een centrum voor plaatselijke geschiedenis, dat terzake initatieven neemt en ook een thuishaven heeft waar boeken, tijdschriften, foto's, (kopieën van) archieven, … over Roosdaal's verleden, samen met (ook vroegere) werken/dichtbundels/CD's/… van Roosdaalse auteurs/dichters/zangers/… worden bewaard en gecatalogiseerd, ook kunnen ingekeken/beluisterd/gekopiëerd worden.


Hubert De Bolle,
2/2/2010.


-----------------------------------------------------------------------
(1) Sommigen meenden dat een bibliotheek met ‘wat' boeken wel zou volstaan. Een der schepenen dacht een alternatief gevonden te hebben en begon bij hem thuis boeken uit de eigen boekenkast uit te lenen!
(2) Zo schreef de SP in ‘Roosdaal vandaag' (jg. 1986 nr. 2) dat H. Ots besloten had ‘… een niet-erkende Openbare Bibliotheek op te richten. Naast boeken in de oude spelling …'. De VU schreef in ‘Schuurpapier' (jg. 1987 nr. 1) ‘In tegenstelling tot moderne bibliotheken zullen er geen werken, geschreven na het oekumenisch concilie, te verkrijgen zijn.' Bewuste desinformatie of politiek gelul?
(3) En niet te vervallen in de fout die men in 1981 maakte toen de Raad van Bestuur pro forma werd samengesteld met de 21 leden van de gemeenteraad!
(4) In 'De Standaard' van 29/12/1988.