boomstructuur: startpagina >
artikelindex Marge > artikel


Plantation d'un tilleul à Ledebergh

Het verhaal over het planten van een linde op de Ledebergdries op 25 mei 1924 is te volgen in het ‘Bulletin trimestriel de la Ligue des Amis de la Forêt de Soignes', jaargang 1924. Deze Ligue van vrienden van het Zoniënwoud werd opgericht in 1909 en bestaat nog altijd. Ze organiseert nog steeds wandelingen in natuurgebieden (vooral in het Zoniënwoud) en onderneemt acties ter bescherming ervan.

  Bulletin 2e trimester
 


 

Om herstellingen aan de kapel te kunnen betalen wou de kerkfabriek (van Pamel) dus een zeventigtal honderdjarige bomen verkopen die in de omgeving van de kapel stonden.
Verder is te lezen dat de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen het kappen van de bomen veroordeelde en dat de Ligue haar leden opriep deel te nemen aan ‘une petite cérémonie dont l'objet principal sera la plantation d'un arbre sur la place publique du village (= Ledebergdries!), à proximité du site menacé'; georganiseerd ‘sous les auspices de l'administration communale'.
Het artikel eindigde met: 'Nous tenons à rendre hommage aux demoiselles Lecoyer, directrices du pensionnat de Ledebergh, qui se sont chargées des détails de l'organisation sur place et qui voudront bien nous attendre à notre arrivée à Strythem pour nous guider dans cette partie du "Payottenland".
Waarschijnlijk waren het dus de juffrouwen Lecoyer die de Koninklijke Commissie hebben gealarmeerd en die de Ligue naar Ledeberg hebben geïnviteerd. Ook de jaren voordien hadden zij immers geageerd tegen het kappen van bomen op Ledeberg.

 

Bulletin, 3e trimester

Na de kerken van O.-L.-V.-Lombeek en Strijtem en ook de molen van Kattem te hebben bezocht arriveerde op 25 mei ‘une grosse centaine de nos membres' op Ledeberg.
'Après une réception charmante et dont chacun de nous conservera le souvenir, par les directrices et les jeunes filles du pensionnat deux fois séculaire de cette localité, un jeune tilleul fut planté sur la place du village pendant que les élèves des écoles communales chantaient une cantate de Peter Benoit. Au cours de la cérémonie différentes sociétés de musique se firent entendre ...'
De leerlingen van de gemeentescholen (1) zongen dus een cantate van Peter Benoit, de fanfares speelden, terwijl een jonge linde werd geplant.
Daarop nam burgemeester De Schepper het woord, in het Nederlands, maar in het Bulletin werd zijn toespraak vertaald in het Frans! ‘Au nom de l'administration communale, au nom de tous les Pamelois' verwelkomde hij de Ligue. De oorlog en de ontwikkeling van de landbouw veroorzaakten de ontbossing, zo stelde hij. Vervolgens beschreef hij vrij romantisch de Pamelse boer midden de natuur, wenste dat de linde zou mogen groeien en bloeien en eindigde met ‘Vive la Reine; vivent le Roi et la Famille Royale; vivent les Amis de la Forêt de Soignes'.
Daarna sprak de adjunct-secretaris van de Ligue, deels in het Nederlands, deels in het Frans (maar in het Bulletin werd zijn toespraak volledig in het Frans afgedrukt!). Deze boomplanting heeft de waarde van een symbool zei hij, maar is tevens een uitnodiging om te herplanten waar men heeft gerooid. Dan gaf hij een historisch overzicht van de ontbossing op Ledeberg:

 
 
 

Tot een eeuw geleden zei de adjunct-secretaris, was de Ledeberg volledig bedekt met bos. Met wat overdrijving situeerde hij zelfs het kapelletje aan de voet van de berg midden in het bos (2). In 1860 kocht een houthandelaar uit Aalst een deel van de beuken die op de heuveltop stonden en ook alle bomen op de hellingen, behalve die op de noorderflank (Puttenberg). Maar ook die flank werd niet gespaard want begin 1900 werden er opnieuw heel wat bomen gekapt waarvan de opbrengst voor een groot deel door de eigenaars, de familie Mirepoix (3), werd geschonken aan de kerkfabriek voor de bouw van de kerk te Pamel. De pastoor werd ervan verdacht daar een hand in te hebben. Tijdens de eerste wereldoorlog sneuvelden meer dan honderd bomen, geveld door houtdieven, sommigen stelend uit armoede anderen uit winstbejag. In oktober 1918 werd de streek overspoeld door duizenden Duitse soldaten die honderden Portugese krijgsgevangenen meevoerden. Opnieuw vielen er bomen in het Puttenbergbos, gekapt, vervoerd door de armzalige Portugesen, om de frontlijn te versterken en om de vuren van de veldkeukens te vullen. Na de oorlog, in de lente van 1919, maakten handelaars uit Ninove en Antwerpen gebruik van hun al voor de oorlog bedongen kooprecht en haalden de nog overblijvende beuken op de Puttenberg weg. Alleen op de Kapelleweide en in het bosje rond de pastorie hielden er nog bomen stand.
Die beuken moeten blijven (4), meer nog, het komt er nu op aan te herplanten, zo stelde de adjunct-secretaris. Daarop vroeg hij aan de burgemeester om op de Ledebergdries nog meer linden te planten (5) en aan de pastoor om de open plekken op de Kapelleweide en in het kleine pastoriebos met jonge beuken op te vullen (6).
Daarna hield de spreker nog een lofzang op de schoonheid, de rol van boom en bos.

Maar in hetzelfde nummer ook grote verbouwereerdheid en verontwaardiging: ‘Une ignoble brute … a, dans la nuit du 25 au 26 mai, brisé le jeune tilleul …'
Al de nacht na de boomplanting werd de linde afgekraakt. De Ligue stelde haar hoop op de burgemeester om de dader(s) te vinden (maar ze werden nooit gevat).


Bulletin, 4e trimester

‘ … pour réparer le mal, M. De Schepper, bourgmestre de Pamel, a fait procéder, pendant la nuit du 14 au 15 juin 1924, à la plantation, sur la place de Ledebergh, d'un beau tilleul de quatre ans pris dans son jardin.'
De burgemeester heeft dus in de nacht van 14 op 15 juni 1924 een vierjarige linde uit de eigen tuin op de Ledebergdries laten planten en de Ligue feliciteerde hem ervoor.


----------------------------------------------------------------------
(1) Ook de leerlingen van de zustersschool zongen mee!
(2) Maar hij gaf daarmee wel aan dat het bos toen veel verder reikte dan de voet van de Ledeberg.
(3) In 1923 schonk Charlotte de Lévis Mirepoix kapel, kluis, Kapelleweide en het bos achter de kapel aan de kerkfabriek van Pamel.
(4) Toch werden er de jaren daarna nog bomen verkocht, gelukkig niet allemaal! (dankzij het protest?)
(5) Het gemeentebestuur gaf gevolg aan de oproep want het liet later de Ledebergdries beplanten met linden.
Burgemeester De Schepper kocht zelf(s) het gerooide Puttenbergbos en herplantte, wijd rondom zijn villa.
(6) De toenmalige kerkfabriek van Pamel gaf geen gehoor aan de oproep. Gelukkig schoten er hier en daar kastanjebomen natuurlijkerwijze uit de grond en ook de heer Altenloh plantte tussen de weg en het pastoriebos wat beuken aan. Maar door ouderdom en windstoten sneuvelden er ook ‘overblijvers'. Al op 8 oktober 1924 ontwortelde een boom en doodde twee kinderen en nog in 1993, op 19 februari viel een beuk op sacristie en kerk. Maar ditmaal werd er wel heraangeplant!