boomstructuur: startpagina >
AZ-index > artikelindex V >artikel


Vossen

Vroegere hoeve, ook brouwerij en afspanning De Zwaan, te Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek
 

Midden 19e eeuw bracht drukker-uitgever Popp de kaart van OLV-Lombeek uit met erop o.a. de hoeve Vossen, een vierkanthoeve die toen waarschijnlijk al meer dan een eeuw oud was. Hij situeerde ze op een perceel met een oppervlakte van ca. 25 a, gelegen aan de Brussel baen (nu Koning Albertstraat nr. 134-138), palend langs links aan de Groote beek (Lombeek) en langs rechts aan het domein Rokkenborch. In 1839 waren de daken van de hoeve nog met stro bedekt en waren de muren wellicht nog houten geraamtes bekleed met leem. (1). Niet verwonderlijk dat het vochtige en benauwde gebouwen waren. (2) Zij waren laag en waren vrij uitgestrekt gelegen (3), waarin het woonhuis, (met) de afspanning De Zwaan, de brouwerij (door de bewoners de Kam genoemd), de twee schuren, de paardenstal en de koeienstal.
Rond 1890 stroomde de beek als gevolg van een wolkbreuk heftig over, ‘een geweldige stormvloed sloeg de onderste muur door en maakte de hoeve voor goed onbewoonbaar. Gelukkig was er een nieuwe, moderne hoeve op hetzelfde stuk grond reeds in aanbouw':  (2) De oude hoeve werd nadien afgebroken.

 


Rechts het woonhuis van de nieuwe hoeve, erachter lag de binnenkoer omgeven door de andere nieuwe hoevegebouwen (gesloten Brabantse pachthoeve), links langs de beek is nog een gebouw met trapgevels te zien.

 

Voor het geslacht Vossen woonde er op de hoeve al het geslacht Sterckx. Door zijn huwelijk met Anna Catharina Wambach, weduwe van Adrianus Sterckx, kwam Philippus Vossen in 1780 op de hoeve wonen en werd er niet alleen boer maar ook brouwer en waard van de afspanning De Zwaan. Na het overlijden van Anna Catharina in 1783 werd Philippus eigenaar van de gebouwen, maar de grond waarop ze stonden was eigendom van het Bureau van Weldadigheid waaraan er huur voor werd betaald. In 1788 hertrouwde Philippus met Maria Theresia Eylenbosch. Na haar overlijden in 1798 trouwde hij een derde keer in 1800, nu met Anna Catharina van Holder. Toen dan Philippus in 1815 overleed waren de kinderen nog minderjarig en nam weduwe Anna Catharina de leiding van de hoeve, regelde de zaken.
Pas in 1839 werd in een onderlinge overeenkomst bepaald dat de gebouwen toekwamen aan haar zoon Joannes Franciscus. In 1843 was het Anna Catharina nog die uiteindelijk van het Bureau van Weldadigheid de grond kocht waarop die gebouwen stonden. (4) In 1846 liet ze al haar roerende bezittingen met inbegrip van de veestapel, het landbouwalaam, de mestvetten op de huurlanden, … over aan haar zoon Joannes Franciscus. Maar ze bleef ook aan zichzelf denken want ze behield de gelden, renten en obligaties. Ook moesten zoon Joannes Franciscus en schoonzoon Maximiliaan Verheyden (hertrouwd met haar dochter Anna Catharina) aan haar de huur betalen, zelfs met terugwerkende kracht tot 15 juni 1845, op de gronden die ze voor een termijn van negen jaar aan hen verhuurde. Tenslotte liet ze ook stipuleren dat ze bij haar zoon mocht blijven inwonen en dat ze er kost, inwoon en verzorging zou genieten. (1) Dat bleef zo tot Anna Catharina van Holder in oktober 1849 overleed.
In 1850 verdeelden de erfgenamen dan in der minne de erfenis: Joannes Franciscus Vossen werd eigenaar van 3 ha 27 a 13 ca grond waaronder het perceel waarop de hoeve stond. Anna Catharina Vossen/Maximiliaan Verheyden kregen 3 ha 32 a 92 ca in eigendom. (1) Joannes Franciscus, in 1829 getrouwd met Anna Catharina Walravens, bleef op de hoeve wonen en boeren. Ook was hij er brouwer en waard van de afspanning De Zwaan. Beiden overleden er in 1883.
Zij werden opgevolgd door dochter Carolina Seraphina die in 1871 was ingetrouwd met Emiel Philibert Van Cauwelaert. Van zodra Emiel Philibert op de hoeve het roer in handen kreeg (ca. 1883?) sloot hij de brouwerij en de afspanning De Zwaan. Hij vond dat hij met de hoeve al de handen vol had, maar het brouwen en tappen lag hem ook niet. Rond 1890 waren Carolina Seraphina en Emiel Philibert ook de bouwers van de nieuwe hoeve die volgens zoon Frans ‘een waar familiehuis’ werd. Carolina Seraphina overleed er in 1899. Emiel Philibert overleed te Leuven in 1907.
Zoon Jan Hendrik, in 1904 ingetrouwd met Joanna Catharina de Wyels volgde hen op, maar verhuisde na 1914 naar de ouderlijke hoeve van Joanna Catharina (aan de Koning Albertstraat nu nr. 84) waar hij verder boerde. Jan Hendrik overleed er in 1927, Joanna Catharina in 1935.

Werden na 1914 de gebouwen op het domein Vossen gebruikt, verhuurd, bewoond? Feit is dat het woonhuis met omringende hoevegebouwen in 1935 werd verkocht aan Jozef Wastiels die er ging wonen en er de Molens Wastiels in onder bracht. Op de gronden, links naar de beek toe kwamen er twee woningen. (Werd daarbij het gebouw met de trapgevels (zie foto hierboven) verbouwd?

 





------------------------------------------------------------------
(1) Vik Verheyden: ‘Ligging van de hoeve Eylenbosch, van de hoeve Vossen en van de hoeve De Kroon in Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek’ in DF-Klokje, tijdschrift Davidsfonds Roosdaal, 44e jg. 2012 nr. 4. Aldaar pp. 116-118.
(2) Frans Van Cauwelaert: ‘De schrijver en zijn jeugd' in Dietsche Warande en Belfort, jg. 1945. Aldaar p. 339.
(3) Dom Franco de Wyels in ‘Huldeboek Frans Van Cauwelaert 1880-1950, Vriendenhulde bij zijn zeventigste verjaardag’, drukkerij De Vlijt, Antwerpen 1950. Aldaar pp 9-22.
(4) Opmerkelijk is toch dat er toen in de akte nog stond: ‘de gebouwen … aen de koopster toebehoorende’.

 





Aangevuld in november 2024.