boomstructuur: startpagina >
AZ-index > artikelindex S > Sint-Gaugericusparochie > artikel


Sint-Gaugericusparochie/klokken

1943, roof van twee klokken door de Duitsers
In de brief van de Oberfeldkommandantur werd de firma Van Campenhout, Haren-Noord, door de Duitsers ‘belast met het afnemen (sic) van de klokken'.
Vooraf werden de twee klokken gedemonteerd en in afwachting van de verwijdering werd het doksaal afgesloten. Toch slaagden twee twaalfjarige jongens (1) er in, via de afwateringsbuizen en het dak van de kerk, binnen te dringen in de toren en de deur van de traphal van binnenuit te openen. Zo konden de Pamelaars de klokken beschilderen o.a. met ‘Wie met gewijde klokken schiet, wint de oorlog niet.' Aldra lieten de Duitsers echter de klokken reinigen.
Op 13/15 juli ankerden arbeiders van de firma Van Campenhout voor de kerk een windas vast, waarvan de kabel door de galmgaten tot in de klokkenkamer liep en daar vastgemaakt werd aan één der beide klokken, waarna achtereenvolgens de klokken binnen de toren naar beneden werden gelaten om ze uiteindelijk op een vrachtwagen te duwen.

 


 

Een van de ‘toeschouwers' was Elsa Van Saene, die ook foto's nam van het gebeuren. Eerst werd het haar door een Duitse militair verboden, maar ze zou gezegd hebben: ‘ge moet dat niet gezien hebben, draai u om', waarna ze toch foto's trok. Steevast verhaalde ze later ook over een dronken Pamelaar die tegen de werklui zei: ‘Wacht maar, als de oorlog gedaan is zullen we u wel krijgen.' Toen hij echter hoorde dat de arbeiders dit aan de Duitser vertelden, vluchtte hij de kerk in en verborg zich in een biechtstoel. ‘Zo wit als een lijk' werd hij eruit gesleurd en naar buiten getrokken. Samen met dokter De Beenhouwer en Frans Stockmans heeft ze hard moeten pleiten om hem te laten gaan.

 

De Sint-Gaugericusklok temidden van andere gestolen klokken,
maar na de oorlog niet meer teruggevonden.
1950, klokkenwijding
 

Vooraf had pastoor Geeraerts duidelijke richtlijnen gekregen over wat aanwezig moest zijn: onder elke klok een brandend wierookvat, water en zout, om gemengd en gewijd te worden, een spons om de klokken dan te ‘wassen’, de H. Oliën om de klokken te zalven. En …  aan de klepel een koord zodat de peter en de meter de klok voor het eerst konden luiden.

Na de wijding zongen leerlingen van de zustersschool en jongensschool:
Als klokken blij weerklinken, om jubel in het land,
of als ze gonzend bidden, geluid door vrome hand.
Als klokken droevig treuren, om bittre nood of rouw,
dan voelen we steeds dieper, dan voelen we steeds dieper
Gods vaderlijke goedheid en Gods trouw.

Wat gaf de klokkenstemmen hun heimnisvolle kracht?
Waarom ligt in hun klanken, een weerklank van Gods macht?
Gods kerke gaf haar zegen aan iedere klokkenstem.
In naam van God de Here, in naam van God de Here,
ze klinken luid en roepen steeds voor hem.

We zullen blij en dankbaar, trouw luistren elke dag,
naar wat de klok zal melden, met goddelijk gezag.
We kennen heel wat beter haar de waarde dan weleer.
Ze blijft ons immer dierbaar, ze blijft ons immer dierbaar,
als goddelijke stemme van de Heer.

O laat uw bronzen stemme weergalmen zonder end.
Dat nimmer nog een vijand, de klokkentoren schendt.
Dit smeken we te gader, betrouwvol in ons bee.
Zo brengt uw klokgeklepel, zo brengt uw klokgeklepel,
gelukkig ons de boodschap van de vree.

Nadat Mgr. Tessens nog een korte toespraak had gehouden werd de ceremonie besloten met een lof. Daarna was er een ontvangst in de pastorie.
De schoolkinderen kregen van de peters en de meters een puntzakje suikerbonen: 656 zakjes voor de meisjes van de zustersschool en 305 zakjes voor de jongens van de jongensschool. (2)





---------------------------------------------------------------------
(1) Adelson De Doncker en Petrus Van Belle.
(2) Volgens Herman Van Herreweghen zou op de zakjes tot verbazing van de peters en de meters “’t Is een meisje” hebben gestaan! In ‘100 jaar Sint-Gaugericuskerk te Pamel’, Extranummer DF-Klokje, Davidsfonds Roosdaal, 2003, 244 p. Aldaar p. 134.