boomstructuur: startpagina >
AZ-index > artikelindex S > Sint-Gaugericusparochie > artikel


Sint-Gaugericusparochie/kapel van Sint-Salvador en kapel van het hof te Riehove

Kapel(anie) van Sint-Salvador/de Goddelijke Zaligmaker
* De abt van de abdij van Ninove was de kerkheer van de kapelanie en duidde de bedienaar aan. Ten tijde dat er een onderpastoor was, fungeerde deze als bedienaar van de kapel. De abt bepaalde ook naar wie het beneficium of de kerkelijke inkomsten van de kapel(anie) ging(en), waarvan een gedeelte werd doorbetaald als vergoeding voor o.a. de onderpastoor en eventueel voor het gebruik van de kapel.
* Inkomsten en uitgaven:
- In 1471 moest de erfpachter van een vercijnsd hof 10 sch. gr. per jaar betalen voor een wekelijkse mis op zaterdag in de kapel.
- Omstreeks 1570 werden er op 27 stukken land geldrenten geïnd, werden een achttal kapelaniegoederen (ten hoogste 10 dagwanden) verpacht en waren drie oude hoeven berent, het hof te Pamel, het hof te Riehove en het hof te Zuivene. De schuur van de pastorie stond voor een deel op grond van de kapelanie. Hiervoor betaalde de pastoor aan de kapelaan ieder jaar twee patacons (1). In het totaal bedroegen de inkomsten van de kapelanie ongeveer 150 gulden.
- Omstreeks 1640 noteerde de abt dat er in de kerk van Pamel een kapelanie bestond, toegewijd aan Sint-Salvator. Het beneficium was in handen van Carolus van der Varent, kapelaan was pater Martinus. De goederen van de kapelanie werden verpacht, waarmede de kapelaan werd betaald die één mis in de week las.
- In 1654 ontving onderpastoor Herman de Cuelenaer als vergoeding voor de diensten in de kapel 21 gulden 8 stuivers.
- In 1714 deed Rev. Dom. Anthonius Witten vrijwillig afstand van het beneficium waarna het door de abt aan Josephus van den Abeele werd geschonken.

Kapel(anie) te Riehove
Ze werd in 1251 gesticht door Aegidius van Riehove (2) die de kapelanie begiftigde met eigen goederen die een jaarlijks inkomen van 15 witte ponden vertegenwoordigden. De bisschop van Kamerijk keurde de oprichting goed, maar beklemtoonde dat de kapelanie in alles van de Pamelse moederkerk afhankelijk moest blijven.
In de (eerste helft van de) vijftiende eeuw werd de kapel nog alijd door paters van de Ninoofse abdij bediend, maar het is te betwijfelen of ze er ook in de 16e eeuw nog de mis opdroegen, temeer daar het hof in die 16e eeuw te lijden had onder verwoestingen.
Maar evenzeer is het zo dat volgens de oudst gekende kerkrekening van Pamel (1590) de pachter van Riehove 6 gulden moest betalen omdat een voorganger-pachter en zijn echtgenote in de kerk begraven lagen en er wekelijks een mis voor hen werd opgedragen. De vraag blijft, tot wanneer bleef die strook over de Dender waarbinnen het hof te Riehove lag, onder de parochie Pamel, wanneer kwam ze onder de parochie Okegem?




-----------------------------------------------------------------
(1) Patacon: (Spaans: patagon) zilveren munt van 48 stuivers.
(2) Heer van het hof te Riehove en leenman van Willem II van Ledeberg.