De Croon/herbergruzie |
|
Op 20 mei 1777 sloeg Jan-Baptist Geeroms een bierpot stuk op het hoofd van Francis Kestens. Op 27 mei riep de baljuw vier getuigen (1) op voor ‘de informatie preparatoire’, waaruit bleek dat:
- er ‘eenighe rusie’ was ‘tusschen malcanderen over en uijt jalosie van het dansen met een meijsken’;
- ze elkaar eerst hadden aangegrepen en dat ze door de waard en omstaanders werden gescheiden, maar dat ze na de klap met de bierpot elkaar weer hadden aangevlogen ‘met vloecken en godtslasteringhen’;
- Kestens ‘eene wonde op de slincke seyde’ had en dat hij ‘veeul bloedt’ verloor;
- de waard Kestens had ‘buyten gestooten’. (2)
Enkele dagen later werden de vechters opgeroepen naar De Kam te komen om er van de schepenbank het vonnis te horen. (3) (4) |
|
------------------------------------------------------------------------
(1) Zij kregen elk 7 stuivers voor hun getuigenis.
(2) Waarom juist het slachtoffer? Misschien genoot hij geen al te beste reputatie? Of was het omdat Jan-Baptist Geeroms de zoon was van schepen Michiel Geeroms?
(3) Hoe het luidde is niet geweten.
(4) Van Herreweghen Gerard: ‘Negen herbergruzies uit de periode 1757-1780’, extranummer 1977, Davidsfonds Roosdaal, 32 p. Aldaar pp. 15,16.
|
|
|
|
|