De Schepper Joseph Judo/ouderlijk erf, villa 'den Uil' |
|
Op de kaart van Philips De Dijn was in 1622/1643 de hoeve aan de Brusselstraat al aangeduid, eigendom van de abdij van Ninove. Oudst gekende bewoner was Johannes Van Snick (+Pamel 6/10/1693), bijgenaamd ‘Lanck Jan', maar het is (voorlopig) niet geweten wanneer hij er kwam wonen; voor of na zijn huwelijk in 1633 met Anna Cools (+Pamel 16/5/1648), in 1649 met Cornelia De Coen? Nog voor zijn dood verliet Lange Jan het erf, want zeker in 1692, waarschijnlijk vroeger (1), was Cornelius De Schepper (1633-1709) de huurder. Hij pachtte toen van de abdij ‘een behuysde stede daer ment noempt den quinckeleer tot pamel, groot twee dachwanden, te voren cheyns geweest gehauden bij Jan van Snick.' De pachttermijn bedroeg negen jaar, de jaarlijkse pachtprijs 24 gulden. Allicht had de oude Jan Van Snick huis en erf de laatste jaren wat laten verkommeren, want Cornelius moest na het eerste pachtjaar slechts de helft van de huur betalen. Maar hij verbond er zich wel toe de lemen woning behoorlijk te ‘plecken', het strooien dak en de vorsten bijtijds te repareren en de ‘solimenten' (of stenen fundamenten van de lemen muren), de deuren en de grendels naar behoren te onderhouden. (2) Jacobus De Schepper (1683-1737) volgde zijn vader op, maar moest wat meer pacht betalen, 26 gulden. Zijn oudste zoon Franciscus Carolus (1717-1787) hernieuwde in 1756 de pacht van ‘een huys ende hoppelochtinck groot twee dachwant 71/2 roeden', aan een ongewijzigde pachtprijs van 26 gulden. Frans die in 1760 trouwde met Joanna Maria Van Droogenbosch (1734-1825) vroeg later aan de abdij om het huis dat ‘bijnaer niet reparelijk' was te mogen inkopen. De abdij ging echter niet in op zijn vraag, maar jaren later, op 11 februari 1795 verkocht ze noodgewongen de ‘partij land ende huysstede gelegen … aen de Brusselstraete' toch aan Frans' weduwe. Zoon Judocus (1769-1848) bleef in het nu eigen ouderlijk huis wonen, zo ook zijn zoon Franciscus Carolus (1820-1890). Diens zoon Joseph (1881-1967) liet rond 1920 de oude hoeve afbreken en bouwde er, met Albert Van Huffel als bouwmeester of architect (3), de nog steeds onveranderlijk staande riante woning aan de Brusselstraat. Maar nog in de jaren (19)20 liet hij de villa over aan zijn zuster Marie Josephine De Schepper. (4)
|
|
|
|
De villa vertoont een grote eenheid ondanks het feit dat verschillende stijlen verstrengeld werden; ze is een speelse combinatie van hout, baksteen, pleisterwerk, glas in lood, ... In de hoofdingang hangt een typische Arts en Kraft buitenluchter en de dubbele deur bevat brandglazen die bloemen afbeelden. ‘Het interieur werd door architect Van Huffel in Art Nouveau stijl ontworpen. Bepaalde meubelen, waaronder inbouwmeubelen, werden door De Coene-frères en/of Céline Dangote gemaakt. Vanuit de inkomhal vertrekt een grote eikenhouten trap naar boven. Links en rechts geven twee grote deuren vanuit de hal toegang tot de salon en het bureel.' (5) Binnen valt boven de deur ook brandglas met paarden op, naar paardenliefhebber De Schepper.
De villa wordt plaatselijk ook ‘(in) den uil' genoemd om de uil op het bordes van het terras.
|
|
|
|
-------------------------------------------------------------------------
(1) Volgens een landboek van 1685 woonde Cornelius De Schepper toen al aan de Brusselstraat en bewerkte 5 dagwand 10 roeden grond.
(2) Gerard Van Herrewegen: '20 Pamelse huisgeschiedenissen' Extranummer DF-Klokje, Davidsfonds Roosdaal, 2002, 135 p. Aldaar p. 14.
(3) Was ook de architect van de basiliek van Koekelberg.
Overbelast door werk zou Van Huffel de realisatie van de villa overgelaten hebben aan de Anderlechtse stadsarchitect Meert.
(4) Thans (2011) woont een achterkleinzoon van Marie Josephine De Schepper met zijn gezin in de villa. Hij liet,
na de dood van zijn grootmoeder, de nodige onderhoudswerken uitvoeren 'met de steun van de provincie Brabant', zoals op een plaatje bij de ingang wordt vermeld.
(5) In brochure 'Open monumentendag' 2013'.
|