boomstructuur: startpagina >
AZ-index > artikelindex B > artikel


Berghs Mattheus

Pater Hermanus Josephus, onderpastoor te Pamel van 1715 tot 1717, te Borchtlombeek van 1717 tot 1718

Geboren te Leuven in 1677. Te Ninove ingetreden in de norbertijnenabdij, er het witte habijt ontvangen op 10 juli 1698 en ook de kloosternaam Hermanus Josephus, er geprofest op 21 februari 1700 en priester gewijd te Brussel op 11 maart 1702. Achtereenvolgens was hij circator in de abdij, onderpastoor te Liedekerke, terug in de abdij subprior. Op 16 september 1715 werd hij aangesteld als onderpastoor te Pamel, op 10 augustus 1717 als onderpastoor te Borchtlombeek en tenslotte in april 1718 als pastoor van Okegem. Hij overleed er op 22 september 1741.
Abt Van der Haegen schreef in zijn dagboek: 'Hij was een goed en welwillend man, toegewijd voor het geestelijke maar ook voor alle menselijke noden. Hij zocht allen in liefde te troosten, steeds voor ogen hebbende: Zalig de barmhartigen.' Dat hij in de abdij gerespecteerd werd blijkt uit het feit dat hij in 1737, bij de viering van het 600-jarig bestaan van de abdij de feestrede/lijkrede mocht uitspreken, in het Latijn, voor de abten van de Norbertijnenabdijen en voor vele confraters. Datzelfde jaar schreef hij eveneens een korte geschiedenis van de abdij. Ook was hij nauwgezet in het bijhouden van de parochiale registers. En toch ... volgens de dekenale verslagen was hij 'een weinig zorgeloos bij het onderrichten van de kinderen' en uit een schrijven van de Okegemse schepenen blijkt dat de verhouding met hen niet al te best was.