boomstructuur: startpagina >
artikelindex Marge > artikel


Meiboomplanting

- Eerste meiboomplanting op 1 mei 1953. (1)
‘Dat was in de toen nog zelfstandige schilderachtige gemeente O.-L.-V.-Lombeek. Onze organisatorische basis lag in “De Kroon”, de grote dorpsherberg, rechtover de kerk. Waard en waardin waren de zaak genegen. Dit bracht mee dat de mei op de boomgaard achter hun huis mocht geplant worden, dat er plaatselijke hulp was voor de stoffelijke ingrediënten (een berkeboom, een krans, een boomkapelleke, materieel voor de volksspelen) en... overnachtingsgelegenheid in de schuur. Want de meesten kwamen per fiets en van ’s avonds tevoren, om op tijd in de goede stemming te geraken en omwille van de speciale sfeer die de samenkomst van jonge mensen voor een poëtische “happening” uitstraalt. Op de vooravond werd ergens in een hoge, hellende weide een kampvuur gehouden. Er werden enkele gedichten voorgedragen en vooral stemmingsliederen gezongen, begeleid door trekzak en guitaar (toen nog een trekkers-, nog geen mode-speeltuig). Een aantal dorpelingen konden het niet waarderen en scholden ons in het duister uit voor “Doischen !”: een verschijningsvorm van arm Vlaanderen, die nog steeds niet volledig is verdwenen. De volgende morgen werd ingezet met een H. Mis, speciaal ter intentie van de meivierders, met aangepaste preek. Dan werd er gewandeld in de heuvelachtige, landelijke omgeving. ’s Middags konden we in “De Kroon” terecht voor boerenbrood met kipkap (voor de gelegenheid werd een varken geslacht). De namiddag begon met volksspelen, afzonderlijk voor jongens en meisjes (gehuwden zijn uitgeloten), in verschillende schiftingen. De winnaar werd meikoning, de winnares meigravin. Dan vormden alle deelnemers een kring. De meikoning koos zich hieruit een “koningin”, de meigravin een “graaf”. De vier helden van de dag werden met veldbloemen gelauwerd. Daarna trokken alle aanwezigen naar een boerderij in de buurt van het kasteel, waar op het neerhof de meiboom lag te wachten om ingehaald te worden. Het was een mooie grote berk, aan de kruin voorzien van een grote bebloemde krans, met zestien kleurige linten (één voor elke danser, want de meidans vergt acht paren). De stoet ging niet recht op zijn doel af. Daarvoor was de omgeving te verlokkelijk. Allen volgden de plaatselijke processieweg tot waar de meiboom lag. Enkele forse knapen torsten hem op de schouders, meisjes hielden de linten vast. Dan ging het verder, naar de weide toe waar de planting diende door te gaan. De meiparen liepen voorop; achter hen kwamen muzikanten en alle deelnemers, een bonte bent: jong volk, ook kinderen, maar toch ook volwassenen. In een vooraf uitgestoken kuil werd de boom gegleden en aangestampt. Een Maria-kapelletje werd gewijd en opgehangen. Een bevriende pater sprak een gelegenheidswoordje. En dan brak het grote ogenblik aan: de meiboom werd ingedanst. Bij deze dans houden alle dansers een lint vast dat in de loop der dansfiguren rondom de stam gevlochten wordt. De figuren zijn niet sensationeel, wel funktioneel; en de muziek ervan is heel fijn. Het einde van de meidans betekende het begin van een waar volksdansbal, dat in “alle hevigheid woedde” van ongeveer 16 tot 18 uur.

Zo verliep de meiboomplanting de eerste maal. Zo verloopt zij grotendeels nog steeds en dat hoort ook zo.’ (2)


foto 1953

- Jaarlijks tot in 2005.
Al vlug nam Assenaar Rob Lettens, eerst met medewerking van de Leuvense studentenvolkskunstgroep ‘De Kegelaar’, de totale zorg voor de meiboomplanting over. Vele jaren was hij de drijvende kracht die animeerde en ook streng de authenticiteit bewaakte. Rond 1962 vroeg Rob aan Lombekenaar Hedwig Beyl de meiboomplanting mee te organiseren, o.a. om er zo ook meer dorpsbewoners bij te betrekken. Met een 'voorbereidingskern' scheen dat aanvankelijk te lukken, maar toch kon Hedwig niet verhelpen dat de werking nadien sputterde. Gelukkig kwam er ca. 1968, voor enige tijd, opnieuw steun van ‘De Kegelaar’ uit Leuven, met Herwig Proesmans uit Machelen als coördinator. De meiboomplanting ‘herleefde’. Hedwig werd er de plaatselijke ‘motor’ van. Dankzij o.a. zijn ruime vriendenkring volgden ook meer en meer jongelui uit Lombeek/Roosdaal de danssessies die (twee)wekelijks begeleid werden door Herwig. Zo ontstond ook de volksdansgroep ‘De Ronde’, die in 1975 werd opgericht met als belangrijkste doel de meiboomplanting in leven te houden. Eveneens kwam er steun van verschillende groepen uit dorpen in de ruime omtrek, die dan meedansten tijdens de meiboomplanting. Nooit eerder daagde er zoveel volk op om het lentefeest te vieren, trad er zoveel jong volk in het strijdperk om meikoning of meigravin te worden, getooid met een gevlochten bloemenkrans of bloemenkroon. Daarbij leidde eerst Rob en later Hedwig plechtstatig de ‘ceremonie’.


uittreksel van strooibrief uit 1988

Omdat er volgens Rob te veel werd afgeweken van het originele opzet (grotendeels door hem bepaald), liet hij begin de jaren 19(90) (of al vroeger?) zijn leidende rol op de meiboomplanting over aan Hedwig, die trouwens al vele jaren ter plaatse instond voor de organisatie, zowel materieel als bezielend. Maar in de tweede helft van de jaren (19)90 gaf Hedwig die totale zorg voor de meiboomplanting op. Was het voor hem allemaal wat te veel geworden? Wel bleef hij aanwezig, zij het dan meer als 'raadsman'. (3) Er kwam zowaar nog een opflakkering dankzij een aantal jonge mensen die in hun jongere jaren nog hadden deelgenomen aan de meiboomplanting. Maar tegenvallend weer, muzikanten die annuleerden, te weinig ‘huwbare’ vrouwen en mannen die opdaagden zodat alleen nog meisjes en jongens van hoogstens veertien in het strijdperk traden. Daarbij werd er steeds minder gedanst. Met als gevolg van dit alles een laatste jaarlijkse meiboomplanting in 2005.

(4)

- Plaats van gebeuren.
Nadat de meiboomplanting eerst doorging in herberg De Kroon was na ca. 1965 een activiteit met ‘boterhammen etende jeugd’ er niet meer welkom. Daarop ging de meiboomplanting door op het dorpsplein, vóór De Kroon. Enige kasseien werden opgebroken om de meiboom te kunnen planten en enkele standjes werden opgericht. De veldwachter werd aangesproken om de (schaarse) auto’s tegen te houden tot de dans voorbij was.


affiche 1968

Maar in 1970 werd verhuisd naar het terrein van de 'Jeugdklub' aan het (vervallen) Koetshuis van het Strijtemse kasteel. (5)

(6)

In 1978 en ook in 1979 werd de mei geplant op het stervormig pleintje gelegen vóór het kasteel. In 1980 werd opnieuw verhuisd, nu naar het Sint-Franciscusinstituut. Uiteindelijk werd vanaf 1984 de omgeving van de KLJ-lokalen in de Lostraat te Strijtem het trefpunt. Wel keerde men in 2003 nog eens terug naar O.-L.-V.-Lombeek omdat de viering van 750 jaar parochie daar toevallig samenviel met de 50ste editie van de meiboomplanting.

- 2017
Op initiatief van Erfgoed Rausa en met de steun van de Roosdaalse Jeugd- en Cultuurraad werd in Roosdaal op 30 april 2017, na een onderbreking van 12 jaar, de mei nog een keer geplant met inachtname van de vroegere rituelen. Plaats van gebeuren was het GC Het Koetshuis (en Grotenbos). Er werd afgesloten met een meiboombal in open lucht en om 19 uur nodigde jeugdhuis Splinter uit voor de jonge folkgroep Suskewiet.






____________________________________________
(1) Op initiatief van dokter Leo Wauters uit Strijtem en Joost Van den Broeck uit Eizeringen.
(2) Rob Lettens: ‘De Pajotse Meiboomplanting’ in ‘Brabant’, 1974, nr 2.
(3) Volgens Joris Van Bogaert in 'De Belleman', publiciteitsblad, van 26 april 1996.
(4) In ‘Kerk en Leven’, Parochieblad Roosdaal van 27 april 2005.
(5) Inmiddels was O.-L.-V.-Lombeek samen met Strijtem, Borchtlombeek en Pamel opgegaan in Roosdaal en sprak men niet meer van de Lombeekse maar van de Pajotse meiboomplanting.
(6) In 'Spiegelei', tijdschrift van Jong-Davidsfonds Roosdaal, 3e jg. 1974, nr. 3.







Aangevuld in juli 2024.