boomstructuur: startpagina >
AZ-index > artikelindex V > Van Laer Z.+J. M.+P. > artikel


Van Laer Zacharie/meester, onderwijzer op Ledeberg

Frans Vierendeels, die tussen 1938 en 1940 in de tweede graad van de gemeenteschool op Ledeberg bij meester Zacharie Van Laer zat, vertelde aan Walter Evenepoel : ‘Hij kwam met zijn zware fiets (met nog zo'n oude carbuurlamp) vanuit Poelk naar Ledeberg. Op het einde van de Kapellestraat, waar een smal baantje naar de Dries klautert, liet hij zijn fiets tegen de haag staan en ging te voet naar boven. Enkele jongens uit de buurt hadden de opdracht om die fiets dan tot aan de school te brengen. Soms had de mens het zo moeilijk met het rumoerige jonge volkje dat hij wel eens de hele klas in straf deed staan. Tot een oude vrouw die naast het schoolgebouw woonde, nieuwsgierig door het venster kwam kijken en hij een beetje beschaamd de les hervatte. Meester Van Laer was vermaard voor zijn lessen ‘metriek stelsel'. Om de leerlingen goed vertrouwd te maken met het begrip ‘kilometer', deed hij ieder jaar een aanschouwelijke proef. Met een ketting van precies tien meter, werd de afstand van 1 km uitgezet vanaf het schoolpoortje op de Dries, zo langs Borginon naar beneden om op het laagste deel van de Lombeekstraat het duizendmeterpunt te bereiken.' (1)

Ook Frans Segers zat bij meester Zacharie. Hij vertelde: ‘Meester Zacharie was een heel brave mens, maar hij viel regelmatig in slaap tijdens de lessen. Ik heb pas achteraf begrepen waar die chronische vermoeidheid vandaan kwam.
De arme man was tijdens de Eerste Wereldoorlog slachtoffer geworden van een gasaanval. Dat moet zijn gestel heel zwaar hebben aangetast zodat de onfortuinlijke onderwijzer regelmatig door vermoeidheid werd overvallen. Hij deed nochtans zijn best, want hij hing allerlei didactisch materiaal tegen de muur: een merelnest met eitjes, een vleermuis, en nog tientallen spullen die de wanden sierden.
Wij waren natuurlijk heel blij wanneer de meester weer eens in slaap viel, want we moesten bijna niets leren. Wij hielden ons vaak bezig met waar we zin in hadden. Mijn klasgenootje Gust Borloo en ik tekenden heel graag. Maar er werd ook veel kattenkwaad uitgericht. Ik ben zo zelfs eens onder zijn lessenaar gekropen en ik had het geluk dat hij toen echt wel in een heel diepe slaap was gedompeld.
De meester had wel een systeem uitgedokterd om te balorige bengels te sanctioneren. Iedereen had een baksteen. Die was opgestapeld tegen de muur en wie het toch te bont maakte zodat de meester wakker werd, moest zijn baksteen nemen en die op de trede vooraan leggen om er dan met de knieën te gaan opzitten. Dat wij gedurende twee jaar bijna niets hadden geleerd, dat kon het jonge grut toen niet echt ontmoedigen.’ (2)



--------------------------------------------------------------------------
(1) In ‘Rausa', van Erfgoed Rausa, augustus 2014. 30 p. Aldaar p. 8.
(2) In 'Rausa', van Erfgoed Rausa, februari 2020, 20 p. Aldaar pp. 11-12.