boomstructuur: startpagina >
AZ-index > artikelindex V > Van Nuffel J.-F.,R.,H.,R .> artikel


Van Nuffel Henri/vindingrijk

Uiteraard was de verplaatsing van de Keirekensmolen zijn grootste technische prestatie, maar dat Henri voortdurend vernuftig bezig was blijkt o.a. uit de anekdotes die hij in 1982 vertelde aan de werkgroep DF-Klokje.

* Vernuftig in zijn vele miniatuurmolentjes:
‘Reeds in 1914 (ik was toen 4 jaar) had ik een molentje gemaakt met pluimen op een aardappel, later maakte ik papiermolentjes. Nog later maakte ik molentjes met staart op alle afsluitpalen rond de windmolen. Op het dak van den ‘ast' maakte ik een kleppermolentje dat echter niet lang bleef staan omdat het teveel lawaai maakte. Later maakte ik ook onder de dakgoot een kleine watermolen met dorpje en klokkengelui. Bij familie en vrienden kan je in de tuin miniatuurmolentjes vinden die prachtig draaien in de wind. Dit werden zowel stenen als houten molentjes. Voor de kinderen maakte ik houten molentjes als speelgoed.'
‘De eerste molen waarmee ik zogezegd maalde was het “tuinmolentje”. Ik nam de twee ovale bruinblinkende stenen, waarmee grootmoeder haar voeten warm hield in de winter, en stelde ze op. En dit zodanig dat de ene op de andere draaide. In het graanbakje werden erwten en maïs gegoten, alles ging onder de steen door, maar van meel was er natuurlijk geen sprake.'

* Maar eveneens:
- 'Reeds in 1940 hadden wij, door middel van een rijdend molentje (met dynamo), licht in huis en op de molen. In de nacht van 14 op 15 november was er echter zo een zware storm dat het rijdend molentje stuk waaide. Toen wij de volgende morgen de overblijvende stukken wilden bijeen zoeken waren de nog bruikbare elementen verdwenen.'
- In 1948 behaalde hij de eerste prijs in een wedstrijd waarin werd gezocht naar nieuwigheden die groot voordeel brachten en niet te duur uitvielen: ‘Ik won 450 fr. omdat ik leidingwater aanlegde in mijn huis gebaseerd op de wet van de communicerende vaten.'

* Vindingrijk was hij ook om de medemens te plezieren:
- Tijdens de oorlog kwam een ‘clubje' jonge mannen, die zich voor de bezetter moesten verbergen, ‘s avonds bij hem thuis wat vermaak zoeken. Met hen maakte hij ‘een vlot van 11 benzinebussen samengebonden en met een motor van een halve paardenkracht erop bevestigd. Met vier man erop vaarden wij de vijver achter ons huis rond en bezochten zo Denemarken, Zweden, Frankrijk en Zwitserland. De namen van de landen waren opgehangen aan de rand van de vijver.'
- Toen de plaatselijke voetbalploeg kampioen speelde knutselde Henri een vliegtuigje ineen ‘dat op een touw over het veld vloog. Toen de spelers gehuldigd werden vloog het vliegtuigje over en liet 13 rozen over de hoofden van de spelers vallen.'
- ‘Wij hadden in Liedekerke ook drie gedresseerde honden die wij heel wat acrobatie leerden. Schoolkinderen kwamen met hun meester regelmatig naar die voorstelling kijken.'
- ‘In de muur van onze keuken hadden wij een panorama uitgewerkt. Het werkte met lichteffecten. Onweder en oorlogsgeweld waren van de partij en regen was zeker niet uitgesloten. Hebben velen daar van genoten!'