1e Complet
Juicht, ware Pamelaren
Met deze blijde feest;
Wil ook geen moeite sparen
En jubelt om het meest.
Fransiscus burgervader,
Is de wensch van ons hart.
Beloven wij te gader
Hem nooit te doen geen smart.

Refrein
Wij willen hem beminnen
En eeren al te gaar,
Met hart en ziel en zinnen } bis
Den nieuwen burgervaar   } bis

2e Complet
Gaat rond in al de wijken
Hoe zeer hij ’t volk bemint;
Jong, oud, armen en rijken
Noemt hij altijd mijn vriend.
En wij, zijn onderdanen,
Roemen zijn eer, zijn deugd
Volgen wij ook zijn banen
Ziedaar zijn wensch en vreugd.

Refrein

3e Complet
Prachtig zijn al de banen
Waar den stoet voorbij gaat.
Hoeveel bloemen en vanen
Ziet men niet langs de straat;
Jaarschriften en gedichten
Ziet men ten allen kant;
Elk doet hier wel zijn plichten
’t Is een ware vriendenband.

Refrein

4e Complet
Burgemeesters genoegen
Ziet men op zijn gelaat
En men mag hier bijvoegen
Dat zijn ambt hem wel staat
Want wij zien reeds zijn werken
Als eersten magistraat.
Laten wij hem versterken
en nooit loonen met smaadt.

Refrein

5e Complet
Hij moge lange jaren
Leven als burgervaar,
Dan gaan de Pamelaren
Binnen vijf en twintig jaar
Met zilvren feest hem loven.
Roemen we allen mee
Op schoon en zachte toonen
Van Mieghem hoezee!

Refrein