Van Elshou(d)t Godefridus
Pastoor te Pamel van 1643 tot 1652 |
|
Geboren in 1597. Geprofest in de abdij van Ninove op 4 april 1618. Nadat hij de titel van S.T.B. (baccalaureaat) had behaald werd hij lector in de Wijsbegeerte en Godgeleerdheid in de abdij. Van 1628 tot 1637 was hij pastoor te Outer, van 1639 tot 1643 te Ninove. Op 23 november 1643 werd hij pastoor te Pamel en bleef er tot begin 1652. In 1654 werd hij pastoor te Okegem waar hij op 14 april 1666 overleed.
Een tijdlang was hij in de abdij van Ninove ook archivaris, raadgever van de prelaat en na 1652 ook prior. In 1651 vertaalde hij het 'Liber Miraculorum' van de abdij onder de titel 'Den dobbelen Gheestelycken Olyf-boom', het leven 'ende martelie van Sinte Cornelis ende Cypriaen ...'. In 1652 schreef hij een Latijns 'Liber Chronotaxi ...' met een vierhonderdtal 12e-eeuwse regesten van de beginperiode van de abdij. Het stuk bevat talrijke oud(st)e vormen van plaatsnamen o.a. in Borchtlombeek en Pamel.
In zijn dagboek noteerde abt De Neve:
'Hij heeft geleefd als een echte dienaar van God, het was een geleerd man (1), vroom, eenvoudig en rechtzinnig in het vervullen van de hem toevertrouwde taken. ... Op 15 april werd hij begraven in ons abdijpand, vóór het kapittel, tegenover het tweede venster.' (2)
------------------------------------------------------------------------
(1)
Kende zeer goed Grieks en Hebreeuws.
(2)
De Kempeneer J.: 'Aantekeningen uit de dagboeken van de prelaten der Norbertijnenabdij van Ninove', 1995, 175 p. + foto's. Aldaar p. 7.
|