Tijdens een 'Ten huize van ...' vertelde Jef aan de werkgroep DF-Klokje: 'Ik herinner mij nog dat wij als kleine gastjes in het café mochten blijven op een bankje tegen de Leuvense stoof. Als we mekaar durfden te plagen was onze bon getekend en vlogen wij naar boven. Gewoonlijk hielden wij ons kalm want in een café is altijd wel wat nieuws te vernemen.
Na de zondagsmis zette vader 60 druppels klaar op de toog, dat was een scheut of een half scheut. Op vijf minuten waren ze allemaal uitgeklonken en sommigen riskeerden zich nog eentje. Het was jenever die 1 fr de liter kostte en 5 centiemen voor een scheut. De jenever kwam in vaten aan, geleverd door een rentmeester Goelens in dienst bij prins de Merode. Toen deze vaten aankwamen was de jenever volle graad, dus 90°. Hier werd hij dan versneden, op graden gebracht. Bier was nog een uitzondering ...
In die tijd kwamen vooral de mannen naar het lof, ... Voor de man was dit een enige gelegenheid om na het lof eens het café binnen te springen. Er werd dan veel gebold op de kapelleweide, wij hadden wel 50 buitenbollen. Bij het bollen moest de verliezer betalen en dan dronken ze met twee aan één glas. Soms dronk de winnaar dan wat te veel tot grote ergernis van de verliezer natuurlijk.'