Sint-Gaugericusparochie/inbraak in de oude kerk |
|
‘Tijdens de winter van 't jaar 1901 zijn er twee dieven de kerk komen bestelen. Met breekijzers hadden ze de buitendeur geopend. De deur van de sacristie die van een stevig slot en van een ijzeren belegsel voorzien was, weerstond aan hun geweld. Dan hebben ze een opening in de muur gemaakt en daarlangs zijn ze in de sacristie binnengedrongen. De eiken kast, van zes zware sloten en ijzeren banden voorzien, weerstond ook aan hun geweld. Hun buit bestond enkel in enkele relikwieën, een bel en voorts nog enkele voorwerpen van geringe waarde. 's Anderendaags heeft het parket van Brussel een nauwkeurig onderzoek verricht en heeft het bevel gegeven al de sporen die aan het tabernakel en aan de deuren door de breekijzers teweeggebracht waren, te bewaren. Enige weken later werden in Brussel twee verdachte personen aangehouden en in hun reiszak vond men al het nodige gerief van kerkdieven. De twee verdachte personen werden in hechtenis genomen en aangezien er op enige weken tijds in tien of twaalf kerken gestolen was, ging men overal onderzoeken of er geen sporen van hun breekijzers achtergelaten waren. Zodra de breekijzers op de verwrongen deuren werden geprobeerd, kon men direct vaststellen dat de dieven hier aan 't werk waren geweest. Van één van de breekijzers was namelijk een hoek afgebroken en toen men dat breekijzer in de indruksels in de deuren stak, kon men vaststellen dat juist die hoek in de deur ongehinderd was gebleven. Dit was een klaar bewijs. De twee dieven, uit het Walenland afkomstig, werden tot tien jaar gevangenisstraf veroordeeld. De deur van de eiken kast, die nog in de sacristie staat, heeft op het tribunaal in Brussel als bewijs gediend. Aan enkele deuren van de kasten in de sacristie werden na de inbraak herstellingen gedaan, zoals men nu nog kan vaststellen.' (1)
-----------------------------------------------------------------------
(1) Pastoor Van Eyndhoven in zijn memoires, in het parochiearchief. |