|
De werken werden hoofdzakelijk uitgevoerd in 1963.
Buitenwerken o.a. (2):
- Het bovenste gedeelte van de toren was bouwvallig en werd afgebroken tot op de vloer van de tweede verdieping, werd daarna terug opgebouwd (3) , verhoogd met een puntdak. Het bestaande kruis op de toren werd gedecapeerd, gemetalliseerd, geverfd en geplaatst op het puntdak.
- De buitenmuren van de lage ruimte achteraan de kerk waren in slechte staat en hadden geen funderingen. Zij werden afgebroken en terug opgebouwd.
- Twee schouwen werden verwijderd en één weer opgemetseld.
- Lintelen, schaliën, zink, kroonlijsten, dakgoten, afloopbuizen, … werden hersteld of vernieuwd.
- In buitenmuren, waar voegen in slechte staat, werden deze uitgekapt en werden de muren terug opgevoegd.
- De bestaande bepleistering in cement werd afgekapt. Op de buitenmuur langs de pastorietuin werd ze ook volledig hersteld. De andere buitenmuren kregen een plint in cementmortel.
- De plinten werden met zwarte teer ingestreken, de muren ecru-wit geverfd, de deuren donker groen.
- Er werd een bliksemafleider geplaatst.
Binnenwerken o.a. (2):
- De twee pilasters, aan beide kanten van het koor werden weggebroken, de muren hersteld. Links werd daar de bestaande barokke preekstoel geplaatst, die wel met twee treden verlaagd moest worden.
- De losse, beschadigde bepleistering van de muren werd afgekapt en opnieuw hersteld, uiteraard werd ook nieuw metselwerk bepleisterd.
- De zijbeuk werd nieuw bevloerd met arduinen tegels. In het koor werd blauwe hardsteen hersteld.
- Onder het oksaal werd een gietijzeren pilaar geplaatst.
- Muren en plafonds werden in lichte kleuren geverfd, het schrijnwerk (deuren, lambrisering, gewelven, trappen, …) en kerkmeubilair (preekstoel, biechtstoelen, communiebank, …) geverfd of gevernist.
- In de sacristie werden bestaande kasten hersteld, kwamen er nieuwe schuiven en een eiken kast voor het elektrisch bord.
|