boomstructuur: startpagina >
AZ-index > artikelindex K > artikel


Keirekensmolen

Windmolen op Bouchout

Pamelaar Jean-Baptist Van der Kelen (Pamel 1771-Pamel 1841) was verbolgen. De molenaar van Pamel had zijn graan niet, zoals beloofd, bij de eerste wind gemalen, maar eerst een andere klant bediend. Jean-Baptist trok daarop naar Papignies (1), nabij Lessines in Wallonië, om er een molen te kopen, die daar in 1773 was (her)opgericht. Ontmanteld voerde hij de molen op een grote kar getrokken door verschillende paarden naar de Keirekensberg op Impegem (Liedekerke), niet ver van zijn boerderij op Kriebrug (Pamel). Een molenaarsgast hield de molen draaiend (2); in 1866 was dat Ferdinand Vijverman.
In 1868 verkochten de kinderen van Jean-Baptist de molen, het molenaarshuis en 32 aren grond voor 8700 fr aan August Rijdant uit Outer, die ook de molenaar werd. In 1876 (3) waaide de molen omver, maar werd door August weer rechtgezet. Molenaar August overleed in 1903, werd opgevolgd door zoon Hector die er molenaar bleef tot hij op 4 november 1938 op de molen verongelukte (4).
Nog dezelfde maand verkocht zijn weduwe de molen en het molenaarshuis aan Henri Van Nuffel voor 60000 fr en 12000 fr schrijfkosten. Henri paste de wieken aan zodat ze beter draaiden, installeerde een kuis- en builmolen en omdat de wieken te dicht bij de grond scheerden (5) trok hij de molen van 40 ton, met vier ‘hefkrukken' 30 cm hoger! In de nacht van 14 op 15 november 1940 was de storm zo hevig dat de grondkabel aan de wiek werd losgerukt. ‘Met alle moeite van de wereld hebben wij dan toch de molen uit de wind kunnen zetten, anders was hij afgebrand.' (6) Tijdens de oorlog mocht er 's nachts niet gemalen worden. Bovendien werden haast uitsluitend 'broodgranen' gemalen, wat driemaal meer tijd vergde dan het malen van voedergranen. Het vermogen van de molen overdag moest dus opgedreven worden. Maar de wieken vingen minder om minder wind doordat de bomen in de omgeving steeds hoger werden en ook de motormolen kon geen soelaas bieden want er was geen mazout te verkrijgen. Begin 1941 kwam bij Henri de gedachte op, de windmolen te verplaatsen …
‘Na wat zoeken vond ik een geschikte plaats op 300 m afstand van de molen, die zowat 7 meter hoger gelegen was. Dit was op Bouchout op het grondgebied van Pamel. Een maand lang ging ik 's morgens en 's avonds naar de uitgekozen plaats en toen stond mijn besluit vast. Ik zou de molen verplaatsen want het was ongelooflijk hoe veel meer wind er op die plaats kwam.' (6) Henri kwam met de eigenaar overeen het stuk grond te ruilen. Intussen verwijderde hij op 24 en 25 juli de molenstenen en de wieken. De volgende dagen liet hij de molen zakken, werd de trap nog verwijderd, de molen (nog ca. 20000 kg wegend) op de ‘balkslede' geschoven, de slede gedraaid zodat ze klaar lag voor een tocht over rollen op planken. Een twintigtal mannen namen de touwen in handen en trokken, … Henri schreef het hele gebeuren op in een dagboek, onder de titel ‘Op reis met mijn molen' (7). Op vrijdag 1 augustus 1941 noteerde hij:

 


 

Rond 20.30 u stond de molen midden op straat en moest de ‘kabienmeester' komen om de elektriciteitsdraden door te knippen. De ‘vloerplanken' verleggen, een gebarsten rol vervangen en … trekken; de drie broers van Henri (René, Frans en Albert) en gans de buurt hielpen mee, soms tot 40 trekkers. Zij gingen telkens (door het spel der katrollen (8)) zes meter vooruit om de molen één meter verder te krijgen. Op dinsdag 5 augustus was de helft van de weg afgelegd. Er kon de voorbije dagen niet voortdurend getrokken worden omdat de boeren in de oogst moesten werken. Daarom werden die dinsdag, en ook de volgende dagen 2 paarden gehuurd. Langduriger trekkracht, een zachtere helling, … al op 7 augustus werd ‘het zoo betrachte doel bereikt'. Met krukken werd dan de molen verhoogd, de slede weggenomen, vervangen door betonnen teerlingen. Daarop werden in de molen nieuwe molenstenen geplaatst, de trap aangezet, de wieken in de askop gestoken, de lantaarns ingezet en de regulators gemonteerd, de plankenvloer toegenageld, … eind augustus kon er weer gemalen worden. Of zoals Henri in zijn dagboek schreef: ‘En … ziedaar nu de oude vermolmde reus op zijn derde plaats. Gansch alleen in een open kouter. Vrij van al wat hem kan storen in zijne onzichtbare kracht, die aan zijn wieken het leven schenkt en nu op regelmatige wijze het kruis in beweging houdt.'
Na Wereldoorlog II kwam er uit Amerika ‘witte bloem' die niet door een gewone windmolen kon gemalen worden. Ook kochten veevoederfabrieken grote hoveelheden graan op. Alleen wat malen voor kleine boeren en het pletten van haver bleef over voor de windmolen. In 1954 werd deze dan ook buiten gebruik gesteld.
In 1961 verkocht Henri de molen voor 90000 fr aan de Brusselaars Daniël en Claire Housiaux die er hun buitenverblijf wilden van maken en zij dachten er daarbij ook aan de molen te restaureren. Bij K.B. van 29/5/1964 werd de molen zelfs beschermd! Maar onderwijl verkochten ze toch de molen (9) (10).

 

foto ca. 1961 ... al erg toegetakeld.
Typisch voor de Keirekensmolen was het ‘huisje', onder de molen gemetseld omdat deze in het open veld stond en men zo een ruimte had waar men bij windstilte, in afwachting de zakken (langs 4 deuren) opborg.

 

Op 30 januari 1970 om 6.10 u werd de reeds lang hellende molen door een windstoot geveld. Vermolmd, niet meer onderhouden, … door de verplaatsing toch verzwakt?

 
 

In 1977 verkocht Henri ook nog de grond en het molenhuis op Impegem.


---------------------------------------------------------------------
(1) Volgens Johanna Van der Kelen in ‘DF-Klokje', ledenblad van DF-Roosdaal, 1990, 22e jg nrs 11, 12. Aldaar p. 141.
Zowel over de plaats waar de molen in Wallonië stond, als over het jaar waarin hij naar Liedekerke werd overgebracht, spreken de verschillende bronnen elkaar tegen.
(2) Of verhuurde de familie Van der Kelen de molen?
(3) Of was het in 1880 of in 1884?
(4) Volgens de dochter van Hector kreeg haar vader een hartinfarct en viel hij van de maalzolder tussen het raderwerk. Maar volgens Henri Van Nuffel haakte Hector met zijn mouw aan een ijzerdraad van de lantaarn en werd zo ‘opgerold'.
(5) ‘Vandaar was er bijna wekelijks kippesoep', schreef hij in zijn dagboek.
(6) Zo vertelde hij in 1982 aan de werkgroep DF-Klokje.
(7) Ook maakte hij vooraf een maquette, later afgestaan aan het molenmuseum te Gent.
(8) In zijn dagboek stelde Henri dat de ‘versnellingstouwen' toelieten de macht 6 maal te vergroten. Volgens hem trokken op dinsdag in feite 6 x 40 man = 240 man + 6 x 2 paarden = 12 paarden de molen het sterkst hellend gedeelte op!
(9) Aan een apotheker uit Overijse?
(10) Korte tijd zorgde de huurder van de grond rond de molen ervoor dat men er een pint kon pakken en was de molen attractie.