boomstructuur: startpagina >
AZ-index > artikelindex H > Hertboommolen > artikel


Hertboommolen/Tragische molen

1. De moord op 1 januari 1745 (1)
Eind 1744 zakten Pieter de Wilde, Jan de Vriese, Gillis van Pamel en een zekere Tis vanuit Stekene, waar ze elkaar hadden leren kennen, af naar Pamel. Ten huize van Jan Bosschaert, schoonbroer van Gillis van Pamel, waar ook broer Francis Bosschaert en buur Adriaan van Pamel (2) aanwezig waren, wordt bij het drinken van brandewijn het plan gesmeed bij molenaar Peeter van Lierde binnen te vallen. Goedschiks of kwaadschiks zou hij zijn geld moeten afgeven!
Met z'n zessen, Jan Bosschaert zou zijn thuisgebleven, zijn ze dan op nieuwjaarsnacht naar het molenhuis getrokken: Francis Bosschaert gewapend met een geweer, Pieter de Wilde met een degen, Tis met een groot pistool, de anderen met messen. De Wilde, de Vriese en Tis geraakten binnen (binnengelaten onder het mom dat ze werk zochten?), de Pamelaars Gillis van Pamel, Francis Bosschaert en Adriaan van Pamel hielden buiten de wacht (3). In de woonkamer haalde molenaar Peeter van Lierde zelfs enkele kannen bier op. Waarschijnlijk eisten de boeven daarop geld en dreigden zij. Plots knipte de Vriese zijn mes open en stak de molenaar die naast hem zat. Deze viel, maar trachtte weer op te staan. Ook nadat Tis met zijn pistool had gevuurd en de Wilde met zijn degen had gehouwen bleef de molenaar vertwijfeld voort vechten, tot Tis hem een mes in de buik plofte. Eveneens gaf de Vriese de molenarin, die hem stevig had vastgegrepen, enkele steken. Ondertussen was de meid buitengelopen. Gillis van Pamel greep het geweer van Francis Bosschaert die buiten op wacht stond en vuurde in haar richting zonder haar echter te raken. Maar toen Francis Bosschaert riep dat er volk op komst was en dat ook de knecht om hulp schreeuwde gingen de boeven op de loop.

 

- Pieter de Wilde kwam uit Hamme. Na de moord te Lombeek pleegde hij samen met bendeleden rond Jan de Lichte (4) nog verschillende misdrijven. Hij werd op 12 november 1748 aangehouden, op 23 november te Aalst opgehangen.
- Ook Jan de Vrieze pleegde diefstallen samen met bendeleden rond Jan de Lichte. Op de derde Pinksterdag 1748 kwam het tot een hevige ruzie tussen de twee Jannen waarbij Jan de Lichte drie steken toebracht aan Jan de Vrieze. Gillis van Pamel was erbij en zou hem de genadestoot hebben gegeven.
- Gillis van Pamel heette Gillis Van der Elst, geboren te Pamel op 26 december 1716. Op 7 mei 1736 trouwde hij te Pamel met Adriana Van der Kelen. In het gezin werden drie kinderen geboren, het derde nog in 1746. Zwerfde hij in die tijd door het land? Feit is dat hij verzeild geraakte in de bende rond Jan de Lichte en verschillende misdrijven beging. Maar midden 1748 was Gillis zo vermetel de bijzit van Jan de Lichte met een ‘mes te bewerken en haar zilveren schoengespen af te rukken' (5) Samen met een spitsbroeder trok Jan de Lichte naar Balegem en vermoordde er Gillis.
- Over Tis is weinig geweten, hij is geen bendelid geworden rond Jan de Lichte.
- Adriaan van Pamel heette Adriaan Van der Elst, was de broer van Gillis. Hij werd op 18 maart 1720 te Pamel gedoopt. Enige tijd na de moord te Lombeek heeft hij Pamel verlaten, maar is geen bendelid geworden rond Jan de Lichte.
- Francis Bosschaert werd ca. 1718 te Pamel geboren. Hij werd na de moord te Lombeek soldaat in het Franse leger, maar deserteerde in 1748. Werd dus geen bendelid rond Jan de Lichte. Verdween uit Pamel.
- Jan Bosschaert, broer van Francis, trouwde op 20 oktober 1742 met Jacoba Van der Elst, zuster van Gillis en Adriaan. Zij kregen verschillende kinderen. Hij werd te Aalst op het proces van de ‘bende' verhoord en de rechters hebben hem geloofd, hij werd vrijgesproken. Maar zijn bewering dat hij niets gehoord had van wat bij hem thuis werd bedisseld, lijkt toch ongeloofwaardig.

 

2. De moorden op 22 april 1917
‘Op Zondag, 22 april 1917 gebeurde er in het molenhuis andermaal een ontzettend drama. Omstreeks zeven uur drongen vier gemaskerde bandieten de keuken binnen en pakten er “ieder hunnen man”. Weldra was de rustige woning in een akelig moordhol herschapen. Leonie Walravens, 58 jaar, en de dienstknecht Emiel Vervenne, 56 jaar, lagen zieltogend op den grond, met doorgesneden keel. Theofiel Walravens was gekneveld en lag ten gronde. Hij hield zich stil, want de bandiet had hem toegefluisterd: “zwijg, houd u stil, of ik moet u vermoorden!”. Een andere zuster, Celestina (1852-1929) moest met de schelmen rondgaan en de waarden aanwijzen. Daar zij niet gewillig meewou werd ze fel mishandeld. Bij het verlaten eener kamer gingen de dieven voorop; zij bleef de laatste, sloeg driftig de deur toe en schoof er den grendel voor, terwijl ze door het venster luidkeels om hulp schreeuwde. De boosdoeners ontliepen het huis der misdaad, doch zouden hun welverdiende straf niet ontgaan.'(6)
 

Dankzij de speurzin van Serafinus Geeraerts (7), veldwachter te Liedekerke en van Jozef Appelmans, schepen te Lombeek, werden de boeven enkele dagen later ingerekend.
Volgens sommige bronnen (6) werd de aanvoerder veroordeeld tot levenslang en de anderen tot 20 jaar gevangenisstraf.
Andere bronnen spreken over zes boeven (7): vier kregen levenslang, twee 20 jaar. De mildere straf was voor de man die buiten op wacht had gestaan en voor hem die Theofiel Walravens had gespaard. (8)

 



-------------------------------------------------------------------
(1) Volgens wat Pieter de Wilde en Jan Bosschaert later op het proces verklaarden.
(2) Werd alleen door Jan Bosschaert vernoemd.
(3) Omdat ze, Pamelaars zijnde, niet erkend wilden worden. Gillis zou trouwens daarom ook het aangezicht zwart hebben gemaakt.
(4) Jan de Lichte zelf had met de moord te Lombeek niets te maken.
(5) Van Herreweghen Gerard: ‘De tragische molen van Lombeek', Davidsfonds Roosdaal, 95 p. Aldaar p. 66.
(6) In ‘Toerisme' tijdschrift van ‘Den Vlaamschen Toeristenbond', 16/2/1938. Aldaar p. 127.
(7) Bronselaer Maurits: ‘Liedekerke,van vroeger tot nu', Heemkundige Kring Liedekerke vroeger en nu, 1970, 357 p. Aldaar p. 223.
(8) Van Herreweghen Gerard: o.c. (noot 5). Aldaar p. 73.