De Langhe Antonius
Pastoor te Borchtlombeek in 1576
|
|
Geboren te Mechelen.
Norbertijn van de abdij van Ninove was Antonius De Langhe pastoor in verschillende parochies; werd provisor van de abdij, daarna abt.
Te Borchtlombeek was hij pastoor in 1576 (1), tot ? Het waren jaren van verwoestende strijd tussen Spanjaarden en Geuzen; huizen werden geplunderd, platgebrand, vele parochianen stierven door ontbering en besmettelijke ziekten. Hij schreef erover dat er geen zaaigraan meer was, dat de gronden in jaren niet meer bezaaid werden, dat de akkers ‘in bossen veranderd’ waren.
Ook de abdij werd geplunderd, verwoest en de monniken zochten hun toevlucht in hun refugiehuis te Brussel. Na het overlijden van de abt in 1578 slaagden ze er toch in te Antwerpen hun stem voor een nieuwe abt uit te brengen. Van de vier kandidaten was Antonius De Langhe de bekwaamste en kreeg de meeste stemmen. Maar hij kon niet benoemd worden omdat hij een onwettig kind was. Nadat in 1585 twaalf monniken naar Ninove waren teruggekeerd was er in 1587 weer abtskeuze maar nog steeds was hij onverkiesbaar. Uiteindelijk kreeg hij toch dispensatie en werd hij bij de eerstvolgende abtsverkiezingen op 24 mei 1594 verkozen. Niet verwonderlijk want het is geweten dat hij binnen de eigen leefgemeenschap een populaire figuur was. (2) Zijn abbatiaat was voor de abdij van Ninove een weldaad (3): veertien nieuwe kanunniken waren ingetreden, er werd terug ernstig gestudeerd, de inkomsten waren genormaliseerd, de refter en de slaapzaal van de abdij waren terug in orde gebracht, ook de kartering van het grondbezit werd toen (vermoedelijk) aangevat (4). Op 20 september 1602 werd abt Antonius De Langhe als gedeputeerde van de clerus aangeduid in de Vlaamse Statenvergadering. Hij werd verkozen ‘usque ad renovationem’ en was klaarblijkelijk een figuur die een verzoenende rol probeerde te spelen. Dat hij ook diplomatieke kwaliteiten had bleek uit zijn aanduiding in september 1604 in een afvaardiging van de Staten van Vlaanderen om te gaan pleiten bij de aartshertogen. (2)
Abt Antonius De Langhe overleed op 11 april 1606. |
|
---------------------------------------------------------------------
(1) Luc van Liedekerke ‘Strijtem… nu en altijd’, 1981, 316 p. Aldaar p. 124.
(2) Michiel Nuyttens in ‘De abdij van Sint-Cornelius en Sint-Cyprianus Ninove’, Catalogus, Werkgroep abdij, 1989, 183 p. Aldaar p. 57.
(3) Rozemie Steyaert in ‘De premonstratenzerabdij van Ninove (1137-1796)’, Werkgroep abdij, 1985, 52 p. Aldaar p. 24.
(4) Jaak Ockeley: ‘Kaarten van de abdij van Ninove (1616-1781)’, Provinciebestuur Oost-Vlaanderen, 2016, 278 p. + kaarten. Aldaar p. 45.
|
|
|
|
|