boomstructuur: startpagina >
AZ-index > artikelindex C > Chiromeisjes Pamel > artikel


Chiromeisjes (Pamel)/kernvergadering
 

Van elke kernvergadering schreef één van de (hulp)vendelleidsters een verslagje in een schrift, meermaals met een tekening of een foto erbij. Hierna de verslagen van 14 maart 1957

openingsformatie en .... daar stonden we reeds klaar. Eerst werd er nagegaan of we wel allemaal goed in orde waren, daarna een vurig gebed en een welverzorgd lied. Na het “breekt gelid” begaven we ons naar ons lokaaltje waar we al onze aandacht gaven aan het woordje van de leidsters. Eerst een kernwoordje door leidster Godelieve en vervolgens een kleine wachtwoord uitleg door leidster Lud.
Dan werd ook een verslag voorgelezen v.d. voorbije vergadering. Een kleine bespreking volgde dan ook van de laatste zondagvergadering. Daarna kregen we elk een opdracht die we te vervullen hadden. We doen dan ook alles om de leidsters hierdoor een plezier te doen en vooral voor het goede voorbeeld te geven aan de andere chiromeisjes. Er werd nog eens duchtig gezongen, en dan gingen we naar buiten om een kwartiertje van de frisse lucht te genieten door ons spel. Een kwartiertje gespeeld moesten we de kernvergadering eindigen. Want voor de christimeisjes was het ook kernvergadering door leidst God. En zo was onze vergadering een blije en plezierige dag.


en van 13 april 1958


bijzonderste was “Er waren geen telaatkomers”. We zetten de openingsformatie in met gebed van het chiromeisje en een dreunend chirolied. Leidster Ludwine kwam eens zien of wij allen pikfijn in orde waren, en daarna klonk het bevel links, links en wij gingen ons lokaaltje binnen. Terwijl de leidster plaats nam achter haar schrijftafel en haar boeken gereed legde, namen wij ons een stoel. Zij begon het kernwoordje dat als onderwerp was: ‘Het H. Doopsel verheven tot Gods adel”. ‘Kroonmeisjes, nog niet lang hebben wij het groot feest van Pasen gevierd, de verrijzenis van Onze Heer. En dat moet voor ons een grote verandering zijn in ons leven, een geheel ander moment. Jezus Christus heeft op dat ogenblik onze ziel, ons hart alles van Hem genomen. Christus neemt ons aan als gedoopten, en wij zijn echte gedoopten, die verheven zijn tot Gods adel, gewijd tot zijn strijd. Verleden jaar hebben wij onze kroonmeisjesbelofte afgelegd, waarin wij verzaakt hebben aan de duivel, en beloofd aan Jezus Christus dat wij trouw zullen blijven aan Hem.' Na dat alles gaf Leidster Ludwine nog een kleine wachtwoorduitleg, waarin ze zei dat het wachtwoord voor deze maand is “Straal je blijheid uit”. D.w.z. dat wij op ieder kind moeten eens lachen, niet altijd op ons vriendinnetjes. Wij zongen nog enige welklinkende chiroliederen, en daarna gingen wij wat buiten spelen, maar het zonnetje vertoonde zich nog niet veel, het kwam nog maar schuchter onder haar roze-rodesluierschijn te voorschijn. We deden toch nog maar enkele plezierige spelen, en daar het bijna middag was floot Leidster Ludwine eens en dat was het bevel voor de slotformatie. We zongen nog een lied, en groeten daarna de leidster. Iedereen ging dan weer met nieuwe moed en met veel plezier huiswaarts.