Cla(er)bouts Jan
Pastoor te O.-L-V-Lombeek van 1641 tot 1678
|
|
Jan Clabouts werd te Brussel geboren in 1617 (1). Nadat hij priester was gewijd werd hij in 1641 pastoor van O.-L.-V.-Lombeek en bleef het tot aan zijn overlijden.
Hij was naast pastoor ook boer. Dat blijkt o.a. uit zijn testament waarin hij 5 koeien, 2 kalveren en (een niet vermeld aantal) paarden naliet. Meer dan waarschijnlijk brouwde hij ook want hij liet eveneens een brouwketel en een partij hop na. (2)
Van 1658 tot 1670 woonde zijn moeder bij hem in O.-L.-V.-Lombeek. Maar o.a. ‘int jaer sesthien hondert sevenentsestich' verbleef hij met zijn familie ‘geduerende d'oorloghe' te Brussel bij zijn broer-priester Martinus. Ook toen hij in 1678 ziek werd verbleef hij er en overleed er op 2 augustus 1678. Hij werd twee dagen later begraven in Sint-Goedele; het begraafboek vermeldt ‘een sinck met 16 p(res)b(yte)rs (= priesters). (3)
--------------------------------------------------------------------------
(1) Zoon van Jan Clabouts en Cathelyne De Coninck.
(2) Bovendien stonden in de nalatenschap verschillende stukken land, bos en meers, met huizen gelegen te Lombeek en te Ternat. Niet zo verwonderlijk want zijn vader was een gegoede Brusselse poorter, zijn moeder, afkomstig uit Ternat, was eveneens bemiddeld en ... hij was ca. 7745 gulden schuldig aan zijn broer Martinus.
(3) Albert Clabots: ‘De lotgevallen van een “Geestelycke dochter” in Eigen Schoon en de Brabander, 1996, nrs 4, 5, 6. Aldaar pp. 238-239. |