boomstructuur: startpagina >
artikelindex Marge > artikel


Trouwen

Bij een ‘Ten Huize van ...' (1) antwoordde Emma Segers op:

Emma, in welk jaar zijt gij getrouwd?
‘Dat was in 1922 met een mis van 8.30 u en gezongen door de meisjes van het koor van Ledeberg. In 't wit trouwen was nog geen gewoonte, wel in 't zwart en met een hoed op! De mans waren enoures (2) ook in 't zwart, met een stijve col en een strikje – twintig jaar later liepen ze er nog mee bij de grote gelegenheden.
Men ging te voet naar de kerk, de trouwers voorop, dan de getuigen en daarna de kompagnie. Wie een vlag had stak ze uit. Dikwijls werd er geschoten en soms de hond gebrand. Dat was een bussel stro en hout die verbrand werd, meestal als 't meisje in verwachting was of ook door een afgewezen lief van 't meisje aangestoken! Aan de kerkdeur stonden nogal eens arme mensen en dan werd er geld gesmeten.
Het feest werd thuis gedaan, ieder volgens zijn mogelijkheden. Sommige trouwers gingen eens met de getuigen naar Brussel als uitstap.'

En wat kregen ze mee van huis?
'Weinig. Een tafel en twee stoelen was al genoeg, maar de vrouw moest 't bed meebrengen, dat was een recht. Daarbij komt nog dat er veel ingetrouwd werd.'

Van een eigen huis was dan geen spraak?
'Hier en daar kon er 'n koppel bouwen op de poef (3) en dan gans hun leven afbetalen. Sommigen die wilden trouwen wachtten nog een paar jaar en verkochten zich aan de troep (4). Toen werd er nog geloot wie in 't leger moest. Vele welstellenden verkochten dan hun lot aan jongens, die geld nodig hadden en die dan vrijwillig het vaderland dienden voor een periode van twee of meer jaren. Ze hadden dan een heel handvol geld en konden zich inspannen. Natuurlijk werd er bij 't bouwen veel geholpen door de buren, zoals 't steken van de kelder.'


------------------------------------------------------------------------
(1) In DF-Klokje, ledenblad van DF-Roosdaal, maart, april 1984. Aldaar p. 45.
(2) Gewoonlijk, meestal.
(3) Op afbetaling.
(4) Leger.