boomstructuur: startpagina >
artikelindex Marge > artikel


Dreigement 'hof afbranden' te Borchtlombeek

Toen pachter Frans Jozef van Overstraeten (1) op 19 april 1837 om 7 uur 's avonds thuis kwam, kwam hem iemand, van wie hij alleen de bijnaam ‘Ollepot' kende, vragen of hij bij hem mocht overnachten. Toen Frans Jozef weigerde dreigde Ollepot: ‘mag ik niet slapen, dan zal ik uw hof afbranden'. Tegen halfnacht trok Ollepot naar de herberg van Cornelis Opdenbosch waar hij zijn wedervaren vertelde aan de herbergier, diens vrouw en dochter Carolina. Ollepot herhaalde nog eens dat van Overstraeten het zich beklaagd zou hebben en dat hij binnen de 24 uren wel zou geweten hebben hoe het ging aflopen. Maar de vrouw van de cafébaas ging vlug van Overstraeten waarschuwen. Die kwam onmiddellijk naar de herberg en heeft er Ollepot aan de tand gevoeld, maar Ollepot was kunnen vluchten. De volgende dag keerde Ollepot terug, meende zijn slag te kunnen slaan, dronk zich eerst in de herberg van Jan Heymans nog courage in, maar ongelukkig voor hem was daar ook de boswachter Claudius Bulté, die hem arresteerde en hem overleverde aan de gendarmen van Sint-Martens-Lennik. (2)


------------------------------------------------------------------------
(1) Van het ‘Hof van Overstraeten' aan het kerkplein te Borchtlombeek.
(2) Uit het register van de processen-verbaal van Borchtlombeek van 18/11/1827 tot 18/9/1864.