Van Audenrode Carolus
Broeder Carloman(nus), benedictijn
|
|
Geboren te O.-L.-V.-Lombeek op 11 juli 1873. (1)
Ingekleed in de benedictijnenabdij te Affligem op 30 april 1893 en er broeder Carloman(nus) genoemd. Op 25 juli 1895 legde hij er zijn tijdelijke geloften af. Op 22 november 1897 ging hij in de benedictijnenabdij te Steenbrugge wonen, waar hij op 13 augustus 1898 zijn eeuwige professie deed. In 1903 was hij dan weer te Affligem, als brouwer. ‘Vanaf 1905 voelde broeder Carloman zich niet meer thuis in de abdij. Hij verwaarloosde de deelname aan de gemeenschappelijke gebedsdiensten en maaltijden.’ (2) In 1908 vroeg hij in een brief aan de provinciale verantwoordelijke in Rome het ontslag aan van zijn geloften, op aanraden van zijn abt voor één jaar, maar als dit niet kon zo vlug mogelijk een definitieve dispensatie. En men moest niet trachten hem te overhalen in Affligem te blijven want ‘alles is sinds jaren overpeisd en overwogen’. (2) Zonder echter het ontslag van zijn geloften af te wachten verliet hij de abdij op 10 mei 1908. (3) Op 13 mei eiste hij in een brief aan zijn abt een loon voor al de dagen die hij gedurende vijftien jaar had gewerkt. Op 15 mei kwam de dispensatie dan toch toe.
Op 2 juli 1910 huwde hij met Elisa Vastersavendts, dochter van een kuiper in Asse, die handelde met de brouwerij van de abdij te Affligem. Zij gingen wonen te Etterbeek waar Elisa op 12 februari 1911 overleed, veertien dagen na haar bevalling van hun kind. Carolus/Karel verhuisde daarna naar Sint-Jans-Molenbeek.
‘Later had hij bitter spijt over zijn uittrede’. (3) |
|
------------------------------------------------------------
(1) Zoon van Modestus Christianus Van Audenrode (°Sint-Kwintens-Lennik 11/7/1843) en Maria Joanna De Leeuw (°O.-L.-V.-Lombeek 26/11/1848).
(2) Frank Teirlinck: ‘150 jaar monniken in Affligem 1870-2020’, vzw Abdij Affligem, 2020, 512 p. Aldaar p. 188.
(3) W. Verleyen: ‘Necrologium van Affligem Appendix I’, in Eigen Schoon en de Brabander, okt.-nov.-dec. 1991. Aldaar p. 455.
|
|
|
|
|