Lemaire Joannes/proces |
|
Proces te Borchtlombeek (1)
Volgens Petrus Van Belle trok Joannes Lemaire op 8 mei om 4 uur ’s namiddags in ’t jaar 1836 met zijn kudde schapen langs zijn hofstede in Borchtlombeek. Toen hij zag dat de schapen verscheidene kuilen hop hadden afgegraasd zei hij tot Lemaire dat hij zijn schapen vandaar moest wegdrijven, waarop Lemaire had geantwoord dat hij ’t zelve zoude gedaan hebben als ’t hem beliefde. Van Belle was dan tot bij hem gegaan en zij hadden elkaar aangerand en geworsteld. Van Belle had enkele conclusiën (2) behouden. Na het gevecht had Lemaire gezegd, kom met mij nog een weinig verder, ik zal u daar nog iets meer geven.
Joannes Lemaire verklaarde dat hij die dag vergezeld van zijn zoontje van 3½ met zijn schapen was gekomen langs de hofstee van Petrus Van Belle die zijn schapen verscheidene stampen had toegebracht. Na met hem enige onderhoudingen nopens die schapen gehad te hebben, had Van Belle hem tot driemaal toe aangerand, zijn oorringen in stukken getrokken en zijn schapenstok in stukken gebroken. Hij had zich niet verdedigd, kon zich niet verdedigen vermits zijn zoontje zodanig schreeuwde.
Een van de getuigen van het voorval was koster Steppe. Hij beweerde gezien te hebben dat Van Belle, Lemaire had aangerand, ja hij had zelf Van Belle van Lemaire afgetrokken!
|
|
------------------------------------------------------------------
(1) Register van de processen-verbaal van Borchtlombeek van 19/11/1827 tot 10/9/1864.
(2) Gevolgen.
|
|
|
|
|