|
Het huis gelegen aan de Lange Kamstraat werd genoemd naar een toponiem aldaar: herrentgate (1267), ten hertgate (1497), ... herregat. (1) Het stond op kerkgrond (2) en de bewoners betaalden cijns aan de kerk.
Rond 1590 werd ‘t Herregat heropgebouwd (3), nadat het de jaren voordien was verwoest in de strijd tussen Geuzen en Spanjaarden. Om die vernieling van huis en velden te boven te kunnen komen werden de toenmalige pachters, Andries van Melle en Agnes van Oostkercke (4), in 1590 vrijgesteld van betaling van pacht aan de kerk en moesten ze de volgende zes jaar maar de helft van de pachtprijs betalen. In 1643 tekende Philips de Dijn op zijn kaart een huis met twee vleugels die een rechte hoek vormden. Toen woonde er Antoon Beeckman, in 1626 door huwelijk met Petronnelle van Melle pachter geworden op 't Herregat; te oordelen naar zijn grondbelasting was hij een middelgrote boer. Na zijn overlijden in 1665 was het opnieuw een schoonzoon die opvolgde, Joos de Beenhouwer, dankzij zijn (kortstondig) huwelijk met Maria Beeckman. Joos overleed ca. 1703 en waarschijnlijk, maar niet zeker bleef zoon Adriaan er wonen en boeren. Maar hoe is Pamelaar Melchior van der Sleyen daarna op 't Herregat beland (of was vader Gaspar, gestorven in 1749 er al pachter)? Vast staat dat Melchior er boerde van (voor?) 1759 tot aan zijn dood in 1780. Schoonzoon Jacobus De Duffeleer, gehuwd met Maria Catharina volgde hem toen op en hield er het heft in handen tot aan zijn overlijden in 1823. Op een kaart in de Atlas van de Buurt- en Waterwegen, getekend rond 1842, is te zien dat 't Herregat intussen een huisvleugel kwijt was en een langgevelhoeve was geworden. Bij de dood van Jacobus waren de zonen Jozef, getrouwd met Joanna de Lenne en Jacobus jr., gehuwd met Judoca de Lenne er afzonderlijk in gaan wonen; zo werd ‘t Herregat een tweewoonst en bleef dat tot op heden. Jozef overleed al in 1837, zijn echtgenote Joanna bleef ter plaatse, ook hun zoon Jan getrouwd met Catharina Van der Meulen. In de andere woonst was na de dood van Jacobus jr. in 1878 zijn zoon Jozef, gehuwd met Barbara Maria De Wolf, blijven wonen. Maar hun kinderen zwermden uit. Twee kinderen van Jan en Catharina bleven wel op 't Herregat: in de ene woning Ida, tweemaal getrouwd, eerst met Carolus Ludovicus Borloo, daarna met Louis Blommaert (in mei 1940 werd hun huis getroffen door een granaat); in de andere woonst, Kamiel gehuwd met Regina Van der Kelen. Ida stierf in 1946, Kamiel (+1959) en Regina gingen bij hun dochter Maria Bertha op Tezuivenen wonen; zo verdwenen de De Duffeleer's van 't Herregat. De huizen werden verkocht, het werden dan meestal buitenverblijven, die vaak van eigenaar veranderden.
Maar heden lijkt er opnieuw meer vastheid te zijn gekomen in de bewoning.
-------------------------------------------------------------------------
(1) Herre afgeleid van horde of een ‘hek' van gevlochten wijmen, om een doorgang of gat in de omheining te sluiten of weer te openen.
(2) Tot in de 20e eeuw bleef de kerk(fabriek) eigenaar van die grond.
(3) Was 't Herregat in 12e eeuw een lazerij? Volgens Gerard Van Herreweghen wijzen oude teksten in die richting. In ‘DF-Klokje', ledenblad van Davidsfonds Roosdaal, 1984, 16e jg., nr 1/2. Aldaar pp. 15-16.
(4) Zij was de dochter van Gery van Oostkercke. Was hij de vroegere bewoner van ‘t Herregat?
|