Coloradokeverplaag en aardappelplaag te Pamel en Borchtlombeek |
|
Pamel
In mei 1948 teisterde de coloradokever de aardappelvelden. De Pamelse landbouwers werden opgeroepen te sproeien.
* Op 22 mei 1948 klonken in 'Het Belang van Pamel' de eerste noodkreten: 'LANDBOUWERS! In uw eigen belang ... Bestrijdt de Coloradokever' en 'Besproei uw aardappelvelden voor het te laat is!'
* 'Het Belang van Pamel' van 29 mei 1948 wees op "mogelijk" onheil:
|
|
|
|
Maar gaf ook de remedie: 'Alleen meerdere besproeingen (sic) zullen hieraan verhelpen'.
*
In 'Het Belang van
Pamel' van 7 juni 1948 werd opnieuw gewaarschuwd: 'LANDBOUWERS De bestrijding van de Coloradokever is verplichtend.'
* Tenslotte werd die verplichting bekrachtigd door een politieverordening die in 'Het Belang van Pamel' van 26 juni 1948 werd afgedrukt, waarbij de aardappeltelers ertoe waren '... gehouden, binnen de acht dagen, de coloradokevers te vernielen ...'
De aardappel was in vroegere jaren van levensbelang. Zo schreef de gemeentesecretaris in 1845 in een rapport dat niettegenstaande de mislukking van de aardappeloogst er nog geen enkele inwoner was moeten gaan bedelen, '... maar voor het volgende jaar, ten gevolge van de ziekte van de aardappelen, zal men middelen moeten zoeken om de behoeftigen te helpen en zal de gemeente financieel moeten bijspringen.'
De gemeenteraad besloot toen bijkomend 500 fr te storten in de kas van het 'Bureel van Weldadigheid' om de hongersnood enigszins te lenigen.
Maar, daar waar het sterftecijfer in 1844 nog 44 bedroeg, steeg het in 1845 tot 69, in 1846 tot 71.
Borchtlombeek
Henricus Vierendeels uit Borchtlombeek schreef in zijn notitieboekje: 'In die jaeren 1846-1847 dan zag men de mensen sterven van den honger: het jaer 1846 door het mislukken van de pataten, 1847 door mislukken van de pataten en den oost zoodat den hongersnood zoo groot is dat duizenden hun behouden in grootste armoede doorbrengen; 1848 nog in groote armoede maer wat beter. ... in de parochie vindt men 225 huishoudens waer van in 1847 er honderd gaen met den bedelsak.' (1)
----------------------------------------------------------------------------------
(1) In 'Eigen Schoon en de Brabander', 1932.
|