boomstructuur: startpagina >
artikelindex Marge > artikel


Bos, landbouw, nijverheid, ... te Borchtlombeek

Op een totale oppervlakte van 526 ha waren er in 1834 72 ha met bos bedekt; nadat die totaal gerooid waren in 1929 bereikte hun oppervlakte in 1959 weer 23 ha . De totale beteelde oppervlakte bedroeg in 1834, 439 ha en beliep slechts 388 ha in 1959. De graangewassen namen in 1866 255 ha in beslag, in 1959 96 ha . In 1834 waren er 48 ha grasland; in 1959 125 ha . De fruitteelt nam sterk toe, van 15 ha in 1895 tot 87 ha in 1959.
Volgens de industriële telling van 1896 hadden alleen confectie (12 arbeidplaatsen) en houtbewerking enig belang. De telling van de privénijverheid en –handel in 1961 toonde duidelijk het betrekkelijk belang van de voedingsnijverheid (6 bedrijven – 14 arbeidsplaatsen), van de metaalbewerking (6 bedrijven – 16 arbeidsplaatsen) en van de bouwnijverheid (18 bedrijven – 68 arbeidsplaatsen), op een totaal van 108 bedrijven die in het geheel 214 personen tewerkstelden; in 1970 waren er nog 2 metaalverwerkende bedrijven (26 arbeidsplaatsen), maar wel 25 bouwondernemingen (83 arbeidsplaatsen) voor een totaal van 99 bedrijven (221 arbeidsplaatsen).
In 1961 was de werkgelegenheidscoëfficiënt 57,6 (1). Op een totale beroepsbevolking van 678 inwoners kende Borchtlombeek toen 438 pendelaars, van wie er 340 in de Brusselse agglomeratie werkten. In 1970 was de coëfficiënt 34,9; toen waren er 502 pendelaars, waarvan 313 naar de Brusselse agglomeratie, op een totale beroepsbevolking van 717 inwoners.
In de rangschikking van de gemeenten naar de graad van verstedelijking stond Borchtlombeek in 1961 en ook in 1970 vermeld onder de verstedelijkte woongemeenten. (2)


-----------------------------------------------------------------------
(1) Het aantal personen tewerkgesteld in de gemeente gedeeld door de totale beroepsbevolking maal 100.
(2) Bron: ‘Gemeenten van België' deel 1, Gemeentekrediet van België, 1980, 686 p. Aldaar p. 128.