Burenruzie in Borchtlombeek |
|
Het is al lang geweten, bij een burenruzie heeft ieder zijn verhaal. Zo aanhoorde burgemeester Carlier van Borchtlombeek op 22 oktober 1828 (1):
Eerst Eleonora Larein:
Volgens haar heeft Karel Heremans haar de dag voordien gevraagd waarom zij ruzie heeft gemaakt met zijn vrouw. Omdat uw vrouw mij heeft verweten dat ik rot ben van de pokken, heeft ze geantwoord. Daarop heeft Heremans de bandelier van zijn kordewagen genomen en haar daarmee geslagen. Dan heeft hij haar met een schup zes slagen toegebracht zodat zij ter aarde is gevallen, door welke slagen hij haar een kwetsing op de rechterelleboog heeft toegebracht. Wanneer haar dochter Antonia, 20 jaar, op haar geschreeuw tot hulp gekomen zijnde met een stuk van een hopstaak haar moeder heeft willen verdedigen, heeft de vrouw van Heremans de verdedigster het stuk staak afgenomen en er haar twee slagen op de rechterarm mee gegeven. Terwijlen Eleonora nog ter aarde lag heeft Heremans met de vuist haar een slag op haar hoofd gegeven dus danig dat ze in bezwijming is gevallen en ongeveer een kwartier is gebleven eer ze tot haar zelven kwam.
Waarna Karel Heremans en vrouw Johanna Maria:
Gisteren om 7 uur 's avonds komende van ons veld met de kordewagen vol patatten hebben wij omtrent haar woonhuis Eleonora Larein ontmoet en deze vrouw gevraagd voor welke reden zij ons kind heeft geslagen, waarop de vrouw heeft geantwoord: voor mijn plezier, hoerenjongen en andere slechte reden, waarop Karel haar met de hand heeft enen stoot gegeven. Daarop heeft Larein haren blok genomen en daarmee verscheidene malen op zijn hoofd geslagen. Als dan is haar dochter gekomen met een stuk van een staak en ook zij heeft hem ermee geslagen. Zijn vrouw, Johanna Maria heeft haar dat stuk hoppestaak afgenomen en bij haar gehouden omdat ze daarmee niet meer zou slaan. Voorts verklaarden Karel en zijn vrouw ook dat Larein op woensdag 15 dezer, om 10 uur voormiddag, hun zoon Daniël, 9 jaar, driemaal met een bessemsteel in de gracht heeft geslagen waarop zijn vader hem ter hulp is gekomen.
Wie uiteindelijk gelijk had/kreeg weten we niet.
----------------------------------------------------------------------
(1) Uit het register van de processen-verbaal van Borchtlombeek van 19/11/1827 tot 18/9/1864. |