Soldaat gehuurd |
|
Pamel moest in 1747 een milicien leveren aan de Fransen, maar geen Pamelaar was happig. Daarom huurde de gemeente er een te Brussel, een zekere Gillis Pierotte. Dat bracht echter uitgaven mee. Gillis kwam uit het regiment 'van Normandië' en de bevelhebber vroeg 196 gulden voor het verlies aan manschap. Bovendien moest Gillis naar de dokter die 7 stuivers aanrekende voor het ‘visiteren' en ook naar de apotheker ‘voor eene purgatie' wat 6 stuivers kostte. Voor zijn uniform als ‘guide' betaalde de gemeente 15 gulden en 11 stuivers, ook kreeg Gillis 21 gulden ‘hantgelt' …
Zwaarder wogen o.a. de lasten van een compagnie carabiniers die in Pamel van 24 oktober 1747 tot 28 maart 1748 was ingekwartierd, wat aan de gemeente 1530 gulden en 15 stuivers kostte; ook de lasten van
de compagnie ruiterij van het regiment 'Piedmont Royal', die in Pamel lag van 9 november 1748 tot 26 januari 1749 en van de gemeente een dagelijkse vergoeding eiste van 5 stuivers per kop. Toen de wethouders op 30 januari de balans opmaakten had de soldij alleen 533 gulden en 5 stuivers aan het dorp gekost.
Voortdurend moesten die wethouders dan ook op zoek naar baar geld, onverbiddelijk geëist door de Fransen 'bij drijgende executie'. Uiteraard probeerden zij dat geld in de gemeente zelf te vinden, maar ook elders. Zo trok schepen Jan-Baptist Van der Stappen op 10 oktober 1748 samen met procureur Jan-Baptist de Kegel naar Brussel om er te 'sollesteren' naar mogelijke geldschieters en zij vonden een zekere Joanna Maria Desmarez bereid 2000 gulden aan de gemeente voor te schieten. Een aanzienlijke som, maar verre van voldoende!
Het jaar voordien, op 28 oktober 1747 was diezelfde Jan-Baptist Van der Stappen ook al naar Brussel geweest om 9 matrassen en 7 sargies voor de carabiniers te kopen.
|