boomstructuur: startpagina >
artikelindex Marge > artikel


Bewoning, bos, landbouw, nijverheid, ... te O.-L.-V.-Lombeek

'In conformiteijt vande placcaete van Sijne Majesteijt van 7 nov. 1693' werd men (ook) te O.-L.-V.-Lombeek verplicht een ‘liste ende staet van alle persoonen die sijn woonende binnen de prochie' op te stellen. Op 4 december was de lijst klaar. Daaruit bleek dat er 41 huizen stonden, bewoond door 193 mensen. Slechts 3 inwoners werden vermeld als pachter, 3 als knecht, 5 als meid, 1 als timmerman, 1 als smid, 1 als brouwer, 1 als koster, 1 als procureur bij de schepenbank …
Op 27 december 1754 kreeg men te O.-L.-V.-Lombeek opnieuw de opdracht een telling uit te voeren. Nu telde men 74 huizen bewoond door 348 mensen. 7 onder hen werden vermeld als pachter, 9 als knecht en 14 als ‘meijssen'. Er stonden 2 brouwerijen en 1 stokerij; in 5 huizen werd er geschonken; in 2 ervan was het ook winkel. Ook woonden er 1 ‘dienaer' of veldwachter, 1 mulder, 1 ‘rademaker' of wagenmaker, 1 schoenmaker, 1 bakker (ook winkelier), 1 smid …

Op een totale oppervlakte van 331 ha waren in 1834 23 ha bebost, in 1959 was dat 15 ha . De totale beteelde oppervlakte bedroeg in 1834 294 ha , in 1959 nog 246 ha . De graangewassen besloegen in 1866 137 ha , in 1959 87 ha . In 1834 was er 29 ha grasland, in 1959 telde men 77 ha . (1)
In 1910 bewerkten alle boerderijen/boerderijtjes in het geheel 234 ha landbouwgrond en hadden zij in het totaal 6 paarden. ‘Dit veronderstelt een uitgebreid gebruik van koeien als trekdier om te ploegen, een doenwijze die alleen op bedrijven van minder dan 5 ha plaatsvond en kenmerkend was voor het Pajottenland.' (2)

Volgens de industriële telling van 1896 waren er 31 arbeidsplaatsen in de ‘pettenmakerij' en verdienden 18 personen hun brood met weven. Uit de telling van de privénijverheid en –handel in 1961 bleek de afwezigheid van alle industrie. Wel telde de gemeente toen 4 bouwondernemingen, goed voor 16 arbeidsplaatsen. In het totaal waren er 40 bedrijven die 62 personen tewerkstelden. In 1961 was de werkgelegenheidscoëfficiënt 54,7 (3). Op een totale beroepsbevolking van 307 inwoners waren er 162 pendelaars, van wie er 119 naar de Brusselse agglomeratie pendelden.

In de rangschikking van de gemeenten naar de graad van verstedelijking kwam O.-L.-V.-Lombeek in 1961 voor onder de landelijke woongemeenten. (1)


-----------------------------------------------------------------------
(1) Bron: ‘Gemeenten van België' deel 2, Gemeentekrediet van België, 1980, 695 p. Aldaar p. 788.
(2) Reygaerts Jacques: ‘Pajottenland. Historisch – geografisch streekonderzoek' in ‘Eigen Schoon en de Brabander', 88e jg, 2005, nr 1. Aldaar p. 145.
(3) Het aantal personen tewerkgesteld in de gemeente gedeeld door de totale beroepsbevolking maal 100.