boomstructuur: startpagina >
artikelindex Marge > artikel


Van op de Pamelse preekstoel (1)

Tijdens de mobilisatie
1939
Pastoor Janssens, eind september: ‘Met het verblijf der troepen in onze parochie achten we het onze plicht de ouders te waarschuwen opdat ze hun kinderen en vooral hun grotere meisjes zouden aanmanen tot voorzichtigheid in hun omgang met de soldaten. De soldaten kunnen goed zijn maar kunnen ook veel miserie brengen in de parochie. Er zijn misbruiken en elke deftige burger zal het zeker met ons eens zijn om de handelwijze af te keuren van sommige vrouwen tegenover de soldaten. Geve de goede God dat onze parochie moge gezond blijven naar ziel en lichaam.'

15 oktober: eerste oproep van de pastoor om hem de adressen van de gemobiliseerden te bezorgen 'om hun eventueel drukwerken en pakjes te kunnen sturen'.

1940
10 maart: ‘We raden de ouders aan dit jaar geen overdreven kosten te doen voor hun plechtige communiecanten. De tijd is er niet naar. Tijdens de oorlog 1914-1918 werd aan de ouders aangeraden hun meisjes niet in het wit te kleden. We menen dat nu dezelfde redenen gelden.'

31 maart: ‘De soldaten te velde wier adres nog niet werd opgegeven (ook van de recruten van de klas 1940) of wier adres veranderd is, gelieve zo vlug mogelijk hun juist adres te laten afgeven in de pastorie of op het gemeentehuis ten einde onze jongens het boekje van dr. Frans Daels te kunnen sturen om ze aldus voor te lichten tegen de gevaren die hen bedreigen op zedelijk gebied. Zulk boekje is dringend nodig.'

Na de inval van de Duitsers
Op 12 mei gaf pastoor Janssens zijn parochianen de raad niet te vluchten, ‘Wie weggaat is alles kwijt.' (2)

Op 26 mei kondigde hij aan dat op 3 juni de lessen in de lagere scholen zouden hervatten en ook'dat in de huidige omstandigheden de dagen van het vleesderven geschorst zijn'.

7 juli: ‘Een comiteit werd samengesteld om allerlei huisraad en kledingstukken in te zamelen ten einde de geteisterden van de oorlog te hulp te komen. De leden van dit comiteit zullen zich eerlang met een inschrijvingslijst ten huize aanbieden. Er wordt geen geld gevraagd. Gelieve op de lijsten te vermelden wat men verlangt te geven zodat het later afgehaald kan worden. Zo de omhaling niet gebeurt vanwege een private organisatie, dan wordt die wellicht later gedaan van ambtswege door de bezettende macht. Wij die gespaard zijn gebleven van verwoesting en vernieling, wij mogen niet onverschillig blijven tegenover zovelen die haast niets meer bezitten. Wij moeten ons goede christenen tonen en geen ondankbare of harteloze mensen. Stellen we ons in de plaats van die geteisterden, hoe zouden we zelf behandeld willen worden. Den behoeftige gegeven is Gods geleend.' (3)

Verwonderlijk is wel dat de nationale feestdag nog mocht gevierd worden: ‘Zondag toekomende 21 juli, onze nationale feestdag en de verjaring van onze onafhankelijkheid moet, volgens het verlangen van onze geestelijke overheid, met een bijzondere godsvrucht gevierd worden. De gelovigen wordt verzocht de H.H. Missen, gebeden en communies aan te bieden aan Gods barmhartigheid voor de redding van het land. Tot zulk inzicht zal in elke parochie een plechtige mis opgedragen worden, met de gebeden voor de koning.'

1941
Op 17 maart werden in Pamel vier kinderen opgevangen van het katholieke werk der Kinderen in Open Lucht. Pastoor Janssens predikte: ‘Dit getal moet nog toenemen. T'n zal of t'n mag niet gezegd worden dat men in Pamel liever woekert dan een goed werk te doen. De kinderen brengen hun (rantsoenerings) zegels mee. Het offer dat gebracht moet worden is dan ook niet zo groot. God zal dit ruimschoots vergoeden.'

6 juli: ‘Met toelating van de kardinaal zal de volgende zondag een omhaling gedaan worden ten bate van het liefdadigheidswerk “Dienstbetoon aan de gezinnen door de oorlog geteisterd”.' En pastoor Janssens voegde eraan toe: ‘Evenals bij het begin van de oorlog zal Pamel zich nogmaals edelmoedig tonen, al was het maar uit dank omdat we gespaard bleven.'

Ook in 1941 mocht op 21 juli in de kerk de nationale feestdag gevierd worden; na het gebed voor de koning werd zelfs het nationaal lied gespeeld!

Na de bevrijding
1945
Naast zielemissen voor slachtoffers van de oorlog; vieringen, een bedevaart naar Halle uit dankbaarheid; kondigde pastoor Janssens dat jaar ook nog 2 omhalingen aan: begin februari voor de Antwerpse geteisterden en in december voor de Nederlanders: ‘We moeten het aanzien als onze plicht mild te geven aan onze Noorderburen die zo zwaar hebben geleden en zo'n hoge tol moesten betalen voor de overwinning.'



---------------------------------------------------------------------------
(1) In het parochiaal archief van Pamel.
(2) Later schreef hij: ‘Op 12 mei gaf ik op de preekstoel aan de mensen de raad niet te gaan vluchten. Tijdens de week kwamen de vluchtelingen van elders en trokken via Pamel naar Okegem, een lange droeve stoet, vele dagen lang, zonder onderbreking. Om de aftocht der troepen te dekken werd Pamel gedurende 17 uren gebombardeerd van zaterdag 18 mei tot zondagavond. Er kon geen mis plaats hebben op Drievuldigheidsdag 19 mei. De Duitsers kwamen in Pamel toe op zaterdagnamiddag 18 mei: twee soldaten kwamen in de pastorie en namen mijn rijwiel mee. Een vrouw kwam om het leven in Ledeberg. Twee granaten kwamen terecht in de tuin van de pastorie zodat ook de glasramen van het koor van de kerk beschadigd werden. De mensen waren zeer tevreden thuis te zijn gebleven en ze ademden weer gerust vanaf maandag. De Duitsers gedroegen zich deftig en vielen niemand lastig maar namen wel veel rijwielen mee.'
Maar in 1943 namen de Duitsers twee klokken weg! Een ‘schelmstuk', ‘roverswerk' schreef hij.
(3) De honderden verzamelde huishoudartikelen en kledingstukken werden tentoongesteld in Ons Huis. Ook werd er 3000 fr gegeven. Kinderen onder de 14 jaar mochten van de pastoor niet binnen!