boomstructuur: startpagina >
artikelindex Marge > artikel


Tram Brussel-Ninove

Gedurende 70 jaar was de tram voor vele inwoners van Pamel, O.-L.-V.-Lombeek, Strijtem en Borchtlombeek het (enige) vervoermiddel om in Brussel te geraken, vroeger o.a. om er hun fruit, groenten, eieren, ... te verkopen, allengs ook om er school te lopen en vooral om er te werken.
Vanaf 8 september 1887 reed de stoomtram van Brussel tot Schepdael, vanaf 28 november 1890 tot Eizeringen. Bij K.B. van 21/1/1898 werd beslist de lijn te verlengen (wat 460000 fr. zou kosten); nog hetzelfde jaar, vanaf 3 november reed de tram langs de Ninoofsesteenweg over Strijtem en Pamel tot Ninove (1).
In de beginjaren reed er ook een nachttram die rond halfeen aan de Belle Alliance vertrok met groente- en fruitkwekers/handelaars die hun producten dan op de vroegmarkt in Brussel verkochten.
Tijdens Wereldoorlog I werd er van 19 augustus 1914 tot 27 oktober 1914 niet gereden; in september 1917 braken de Duitsers nog de sporen op (2). In de jaren dat de tram onder Wereldoorlog I wel reed werd er danig op gesmokkeld.
Het traject Eizeringen-Pamel was hersteld op 10 mei 1920, het baanvak Pamel-Ninove op 26 september 1920.
In april 1927 was de elektrische bovenleiding van het traject Eizeringen-Ninove klaargekomen zodat vanaf 16 april 1927 de stoomlocomotief ook op dit baanvak door een elektrisch aangedreven motorwagen kon vervangen worden.
Tijdens Wereldoorlog II bleef de tram rijden. Hoeveel groenten, fruit, vlees, ... er ook in die oorlogsjaren gesmokkeld werden zal wel nooit kunnen berekend worden.

 


'De Nienof'

 

'In Strijtem en Pamel reed de tram over een enkel spoor, in een eigen bedding. Dankzij een wisselspoor aan verschillende haltes konden twee trams elkaar passeren (zoals hier aan de Belle Alliance: links de tram naar Brussel, rechts naar Ninove). Een lichtsignaal gaf aan te wachten omdat de tegenligger in aantocht was.
Maar om mobiliteits- en economische redenen werden de tramlijnen naar het hinterland van Brussel vanaf de jaren (19)60 geleidelijk aan opgeheven; het traject Eizeringen-Ninove op 28 juni 1968. De volgende dag, op 29 juni, reden tussen Brussel en Ninove de vervangende bussen. De Ninoofsesteenweg bleef het voornaamste baanvak, maar op 5 januari 1969 werd de steenweg ook verlaten en sindsdien doorkruisen de bussen meer en meer de deelgemeenten van Roosdaal.


* Wanneer in 1895 duidelijk werd dat het traject tot Ninove zou verlengd worden dienden enkele Pamelse boeren bezwaren in, die door het college van burgemeester en schepenen op 25 juli 1895 werden besproken, o.a.:
J. Maris ‘wonende nevens de kasseide, noorderkant, verlangt dat er hem door het leggen van de buurtspoorweg geenen hinder wordt toegebracht voor zijn uittrede en ingang met kar en wagen, noch voor zijn hoeve, noch voor zijn schuur, zodanig dat hij uit zijn poorten open doorgang heeft op de kasseide, zoals heden.'
Fr. De Smedt, eveneens ‘nevens de kasseide, noorderwaarts wonende' wijst erop dat zijn huis en stal met stro gedekt zijn, dat ook zijn mesthoop naast de kasseide ligt en vraagt dat de maatschappij maatregelen zou nemen om hem te vrijwaren van brandgevaar. Ook wil hij zijn vrije doorgang naar de kasseide behouden.
* Toen Karel Van de Woestijne begin september 1913 enige tijd op Ledeberg logeerde was hij vanuit Brussel gekomen met 'dat kuchende, maar bezadigde, en trouwens volkomen-onzindelijke stoomtrammetje'.
* Onder Wereldoorlog I raapten behoeftigen 'schramouille' (verbrande kolen) langs de sporen. Soms schoot de machinist hen ook wat 'houille' (kolen) toe. Daaraan kwam bruusk een einde toen de sporen in 1917 werden opgebroken.
* Op de tram kon het er ook amusant aan toe gaan. Zo was er in de jaren na de tweede wereldoorlog Beireken Patj uit Strijtem die met zijn kazoo de tramreizigers deed lachen en meezingen met allerlei populaire liedjes. Ook de Pamelse Marie-Louise Praet vormde op de tram, kort na de oorlog samen met haar zus een ‘volks vedettenduo’. (3)
* 'Ook nu nog wordt verteld over 't huis ... even voorbij de "Gouden Leeuw" (4) dat lang geleden in brand vloog omdat het "machien" zijn gensters op het strooien dak spuwde, over de tram die door de reizigers zelf de berg van Strijtem opgeduwd werd, over het "kabien" van Eizeringen dat meer dan eens stilviel en geen elektriciteit meer maakte ..... Spijtig genoeg ook over het zware ongeval in Eizeringen op 22 augustus 1955 in de morgen, toen een bomvolle trein, bestaande uit de "motrice" en drie "remorken" ... botste met een vrachtwagen vol werkmensen ... De gevolgen waren verschrikkelijk: één dode (Cornelis Ruffin van Ledeberg), 83 gekwetsten, ... en enorme stoffelijke schade.' (5)


-------------------------------------------------------------------------
(1) Neyens Jos: 'De buurtspoorwegen in de provincie Brabant', Van In, Lier, 1982, 144 p. Aldaar pp. 39-41,103,134.
(2) De spoorstaven werden vervoerd naar Duitsland, ten gerieve van de oorlogsindustrie.
(3) In ‘Rausa’, tijdschrift van Erfgoed Rausa, 9e jg nr 1, p. 17. Naar aantekeningen van Bert Decorte.
(4) Tramhalte "Gouden Leeuw" tussen de huidige Tezuivenestraat en de Rijstraat.
(5) Derideaux Louis: 'De tramlijn Brussel-Ninove' in DF-Klokje, Davidsfonds Roosdaal, november, december 1989. Aldaar p. 137.



Aangevuld in februari 2024.