boomstructuur: startpagina >
AZ-index > artikelindex V >artikel


Van Cauwelaert de Wyels Karel Emiel Antoon

Gemeenteraadslid van O.-L.-V.-Lombeek van 1933 tot 1938, schepen van Pamel van 1959 tot 1964, burgemeester van Roosdaal van 1965 tot 1971
 

Geboren te O.-L-V.-Lombeek op 15 januari 1905 (1), liep er lagere school, ‘moest' daarop naar het Klein-Seminarie te Mechelen waar hij de Grieks-Latijnse volgde. In 1923 trok hij naar Leuven en studeerde er rechten en wijsbegeerte. Hij werd er tevens ondervoorzitter van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond en voorzitter van de Brabantse Gilde (2). In 1929 werd hij ambtenaar bij het ministerie van Nijverheid, Arbeid en Sociale Voorzorg, een jaar later kabinetssecretaris van minister Van Isacker, tot 1938 toen hij inspecteur-generaal en rechtskundig adviseur werd op het ministerie van Economische Zaken. Daarnaast was hij in 1935, samen met o.a. Frans Van Cauwelaert, een van de medeoprichters van het weekblad ‘Elkerlyc' waarin hij schreef tegen de fascistische en nazistische invloeden en vóór de christendemocratische idee.

Intussen was hij op 27 april/26 september 1934 gehuwd met Maria Johanna Van der Kelen (Pamel 22/12/1911-Roosdaal 29/7/2004) en was hij toen gaan wonen (3) in een statige villa aan de Brusselstraat (huidig nr 37), eigendom van Josephina Maria De Schepper (Pamel 8/5/1880-Liedekerke 16/3/1979) (4), moeder van zijn echtgenote. In het gezin werd (in 1935) één dochter geboren, Margaretha.

In 1940 nam Karel Van Cauwelaert als compagniecommandant deel aan de achttiendaagse veldtocht. Daarna keerde hij terug naar het ministerie van Economische Zaken waar hij o.a. verantwoordelijk was voor de kolenbedeling aan de bevolking. Intussen werkte hij mee aan het herverschijnen van het dagblad ‘Het Volk', was een tijdje tegelijk ambtenaar en journalist, schreef daarom, en zou blijven schrijven, onder de deknaam ‘Schildwacht' (5). Na de oorlog verliet hij het ministerie, werd hoofdredacteur van Het Volk en later politiek directeur, tot 1965. In zijn hoofdartikelen vertolkte hij het ACW standpunt binnen de CVP, o.a. inzake de koningskwestie, de uitwassen van de repressie (6), de afschaffing van de talentelling, het vastleggen van de taalgrens (7), de schoolstrijd. Van 1958 tot 1971 was hij senator voor de CVP en streefde o.a. voor de splitsing van de Leuvense universiteit, voor het loshaken van Limburg van Luik. (8)

Plaatselijk was Karel Van Cauwelaert:
- in 1926 de eerste voorzitter van de te Pamel opgerichte Studentenbond. Ondervoorzitter Bogaert getuigde over hem: '... hoe 't deze nooit mangelde aan taaie volharding, ongerept ideaal en kalme geestdrift, hoe Karel op eigen schouders dikwijls al 't werk te torsen had; met één woord: hoe hij de ziel was geweest van onze bijeenkomsten.' (9)
- van 1933 tot 1938 gemeenteraadslid (partij ‘de bokken') van O.-L.-V.-Lombeek.
- enige tijd voorzitter van de fanfare De Eendracht.
- tijdens de oorlog te Pamel leider van de ‘Belgisch Nationale Beweging', maar samenstelling en acties ervan bleven beperkt.
- van 1959 tot 1964 eerste schepen van Pamel, ook schepen van onderwijs. In die periode bepleitte hij hogerhand de fusie van de gemeenten Pamel, Strijtem en O.-L.-V.-Lombeek.
- van 1965 tot 1981 burgemeester van Roosdaal. Hij behaalde met de CVP elke keer de volstrekte meerderheid, met telkens relatief veel voorkeurstemmen, o.a. in 1976: 1109.
In 1976 slaagde hij erin het Vlaams Ministercomité ervan te overtuigen het grootste deel van Borchtlombeek bij Roosdaal te voegen. Typerend voor hem, vertelde hij hierover: ‘Normaal ging Borchtlombeek naar Liedekerke …, het kreeg als compensatie de grote verkaveling en het hof te Kattem. Ik vond het geraadzaam daar niet tegen in te gaan om Liedekerke niet tegen te krijgen voor de rest van Borchtlombeek. In dergelijke situaties moet men weten hoever men te ver mag gaan. Achteraf is het hof te Kattem toch bij Roosdaal gekomen.' (10)
Veel belang hechte hij aan het verbeteren van de wegen in de vier deelgemeenten. Hij vond dit, dankzij de grotere financiële draagkracht, een van de gunstige gevolgen van de fusies. Ook het gemeentelijk onderwijs (11) lag hem nauw aan het hart: ‘Ge gaat me niet vertellen dat een onderwijzer alle vakken even goed kan geven. Daarom nam ik ook een aantal leerkrachten aan voor muziek, tekenen, Frans, turnen, machineschrift. Maar de inspectie was er tegen, de inspecteur-generaal op kop. Nadat hij aan de telefoon een heel tempeest gehouden had, heb ik hem bedaard gevraagd of het bij wet verboden was. Dat moest hij ontkennen en mijn antwoord was even kort: dan doen we het.' (10)
Belangrijkste eigenschap van een politicus was volgens Karel Van Cauwelaert ‘zich laten aanvallen zonder er ziek van te zijn, een zekere onverschilligheid ervoor'. (12) Toen de oppositie hem verweet bepaalde sommen niet voorzien te hebben antwoordde hij: ‘Begrotingswijzigingen zijn er niet voor de zwijnen'. Ogenschijnlijk deerde die oppositie hem niet. En toch … ‘Ge moet eerst zien hoe de tegenstander zijn batterijen opstelt en pas dan de uwe richten'. Vooral gekend was zijn uitspraak: ‘ 't komt in orde'. Wat vaak ook gebeurde, dankzij zijn politieke ervaring en connecties, maar nu en dan ook misliep.
Verlies van de meerderheid door onenigheid met een schepen (13) en de daarbij ingediende klachten door zijn politieke opponenten deden hem in 1981 besluiten ontslag te nemen als burgemeester, ontslag dat op 5 mei werd aanvaard. Op 17 oktober organiseerde de CVP-afdeling een hulde- en dankfeest.

Karel Van Cauwelaert de Wyels overleed te Ninove op 14 januari 1987 en werd begraven op het kerkhof te O.-L.-V.-Lombeek. (14)


------------------------------------------------------------------------
(1) Kleinzoon van Emiel Philibert Van Cauwelaert en Caroline Seraphine Vossen. Zoon van Jan Hendrik Van Cauwelaert en Joanna Catharina de Wyels. Broer van Emiel Van Cauwelaert de Wyels.
(2) Hij verzette zich tegen nationalistische tendensen binnen het studentenverbond, maar weigerde in te gaan op de vraag van Mgr Cruysberghs om voorzitter te worden van een nieuwe studentenbeweging. In 1928 sloot hij zich wel aan bij een manifestatie voor amnestie.
(3) Om te O.-L.-V.-Lombeek gemeenteraadslid te kunnen blijven behield hij daar nog enkele jaren zijn domicilie.
(4) Josephina Maria was de zus van Joseph De Schepper, bouwheer van de villa. Zij was getrouwd met Philemon Van der Kelen, ouders ook van Maurice Van der Kelen, broer dus van Maria Johanna Van der Kelen.
(5) Op de vraag ‘Vanwaar de schuilnaam Schildwacht?' antwoordde hij ‘Gewoon een inval: de man die op wacht staat om de gebeurtenissen te volgen – niet meer.'
(6) Ook getuigde hij o.a. op het proces Borginon.
(7) Na wereldoorlog II was hij tot 1957 lid van de algemene vergadering van het IJzerbedevaartcomité, was zelfs beheerder van het comité.
(8) Beweerd werd dat hij door die (Vlaamse) iniatieven geen minister werd. Toch werd hem in 1965 een ministerportefeuille aangeboden, maar hij weigerde ‘omdat hij pas enkele maanden burgemeester van Roosdaal was'.
(9) In verslagboek van de 'Katholiek Vlaamsch Studentengild van Pamel'.
(10) In een gesprek met de werkgroep DF-Klokje (1986).
(11) Wel was hij rond 1960 ook lid van de bestuurscommissie van het I.M.I.
(12) Zelfs toen zijn echtgenote kritiek had op de publicatie van haar stamboom in het DF-Klokje zei hij tegen de werkgroep DF-Klokje: 'Ge moet u daar niks van aantrekken'.
(13) o.a. over de bouw van een nieuwe pastorie te O.-L.-V.-Lombeek.
Dit belette Herman Timmermans niet te erkennen: ‘Wanneer een moeilijk dossier ergens vastzat zei Karel: “Kom we gaan dat eens regelen in Brussel. ”Dan stapte ik met hem mee naar de bewuste dienst. Wachten deed hij niet, alle protesterende bedienden ten spijt. Hij stapte recht naar het kantoor van de bewuste minister, klopte en ging meteen binnen. Vijf minuten later was de zaak beklonken.' In ‘Rausa' van Erfgoed Rausa, 2015, nr 3. Aldaar p. 12.
(14) Hij was eveneens voorzitter van de Oud-Strijdersbond van Roosdaal, erevoorzitter van de fanfare ‘De Eendracht' uit O.-L.-V.-Lombeek.